Ingediend | 5 februari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 4 maart 2025 (na 27 dagen) |
Indiener | Laura Bromet (GL) |
Beantwoord door | Rummenie |
Onderwerpen | organisatie en beleid ruimte en infrastructuur |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z02016.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1532.html |
Ja, ik ben ook bekend dat het besluit van de gemeenten Teylingen om de voorlopige gunningen in te trekken en een nieuwe openbare selectieprocedure op te starten.
Ik ben mij ervan bewust dat de huidige geliberaliseerde pacht geen lange termijnzekerheid biedt voor een bedrijfsvoering als de Lakervelder Boerderij Boterhuispolder. Daarom werk ik aan de herziening van de pachtregelgeving, waardoor het sluiten van langlopende pachtovereenkomsten aantrekkelijker wordt gemaakt. Het sluiten van langlopende pachtovereenkomsten biedt meer zekerheid en perspectief voor een bedrijfsvoering dan het sluiten van een kortlopende overeenkomst. Pacht is voor veel landbouwers een noodzakelijk instrument, landbouwers zijn in hun bedrijfsvoering gebaat bij langdurige stabiliteit. Hierdoor kunnen zij toekomstgericht werken en investeringen doen. Dit is zowel goed voor het verdienvermogen van landbouwers alsook voor maatschappelijke doelen zoals verduurzaming.
Het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is er voor de gehele land- en tuinbouwsector. Dat betekent dat het beleid niet specifiek gericht is op het stimuleren van een bepaald type bedrijf, maar op een sector waarin verschillende soorten bedrijven kunnen opereren. Kleinschalige boerenbedrijven maken daar uiteraard onderdeel van uit, net als grotere bedrijven.
Bedrijven moeten zich kunnen ontwikkelen binnen hun eigen activiteiten, zolang ze opereren binnen de kaders van wet- en regelgeving. Multifunctioneel ruimtegebruik, zoals recreatie en biodiversiteitsbevordering, kan daarin een belangrijke rol spelen. Wij zetten ons in voor een toekomstbestendige landbouw waarin ondernemers – ongeacht hun schaalgrootte – een duurzaam en economisch haalbaar perspectief hebben.
Overheidsorganen moeten bij de uitgifte van een onroerend goed rekening houden met de uitspraak van de Hoge Raad in het Didam-arrest2. In de praktijk betekent dit dat bij de uitgifte van grond en een vermoeden dat er meerdere potentiële gegadigden zijn er een openbare selectieprocedure moet plaatsvinden, aan de hand van voorafgaand bekendgemaakte objectieve, toetsbare en redelijke selectiecriteria. De keuze van de gebruikte selectiecriteria en de weging ten opzichte van andere criteria behoort tot de autonome bevoegdheid van de betreffende overheidsorganisatie en hangt samen met het doel en gewenste gebruik van de betreffende grond. Zelf ben ik voorstander van de aanpak van onder meer Staatsbosbeheer die de uiteindelijke selectie baseert op 70% kwaliteit en 30% prijs, maar deze keuze is uiteindelijk aan de betreffende overheid. Dat dit uiteindelijk kan leiden tot de keuze voor een grootschalig bedrijf met een mestoverschot in plaats van een biologisch familiebedrijf is om deze reden niet aan mij.
Pacht en verkoop zijn privaatrechtelijke overeenkomsten waarin respectievelijk verpachter en pachter en verkoper en koper in hun overeenkomsten afspraken en voorwaarden opnemen over het gebruik van de grond en de verkoop van grond. Mestoverschot en het verval van de mestderogatie spelen als zodanig geen rol bij de keuze aan welke partij de grond wordt gegund dan wel verkocht. Ik ben dan ook niet van plan om hierin te treden. Overigens dient de gebruiker te voldoen aan de wet- en regelgeving op dit gebied.
Het Rijksvastgoedbedrijf (voor de agrarische grondportefeuille van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) en Staatsbosbeheer (voor zijn eigen gronden) geven hun gronden die voor zover bekend al biologisch gecertificeerd zijn conform de motie Bromet3 ook bij een nieuwe uitgifte wederom aan een pachter voor biologisch gebruik uit. Daarnaast kennen zowel het Rijksvastgoedbedrijf als Staatsbosbeheer bij inschrijving op door hen uitgegeven (geliberaliseerde) pachtcontracten meer punten toe aan pachters die aantoonbaar in bezit zijn van erkende duurzaamheidscertificaten en/of (agrarisch) natuurbeheer toepassen in hun bedrijfsvoering. Daarbij geldt dat certificaten met de hoogste duurzaamheidsscores (SKAL) ook de meeste punten opleveren en dus de kansen vergroot voor de betreffende pachter om in aanmerking te komen voor het contract. Vanuit de rijksoverheid wordt dus al ingezet op duurzaam langjarige pacht. Met de voorgenomen herziening van de pachtregelgeving wil ik dit verder stimuleren.
Ik ben bereid om in overleg te treden met het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten om een vergelijkbaar uitgifte beleid waarvan nu al sprake is bij het Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer bij hen onder de aandacht te brengen voor zover dit al niet gebeurt. Momenteel is het aan provincies en gemeenten om zelf te bepalen of zij dit in hun uitgiftebeleid willen overnemen. Het aangaan van langjarige duurzame pacht wordt aantrekkelijker gemaakt met het in werking treden van de nieuwe pachtregelgeving waar ik momenteel aan werk.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is verantwoordelijk voor de verpachting van de gronden die in eigendom zijn van het Rijksvastgoedbedrijf. Er wordt bij de uitgifte van gronden door het Rijksvastgoedbedrijf en Staatsbosbeheer al rekening gehouden met het zwaarder laten wegen van maatschappelijke doelen in de selectieprocedure. De provincies en gemeenten hebben een eigenstandige bevoegdheid daarin. In mijn gesprek met het Interprovinciaal Overleg en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten zal ik ook dit punt meenemen.
De gemeente Teylingen heeft besloten om de voorlopige gunning in te trekken en een nieuwe openbare selectieprocedure op te starten. Ik vind het een goede zaak wanneer medeoverheden het voorbeeld volgen van bijvoorbeeld Staatsbosbeheer. Daarom heb ik op 12 februari jl. een brief geschreven aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Teylingen, met eenzelfde oproep om bij toekomstige openbare procedures te overwegen maatschappelijke diensten van ondernemers zwaarder te laten meewegen en daarmee oog te houden voor de maatschappelijke bijdrage die pachters kunnen leveren aan een specifiek gebied.
De Kamervragen van het lid Bromet (GroenLinks-PvdA) over een kleinschalige boerderij die moet stoppen omdat hun pachtcontract niet verlengd wordt (ingezonden op 5 februari 2025 met het kenmerk 2025Z02016) kunnen door de benodigde afstemming helaas niet binnen de termijn van drie weken worden beantwoord. Uw Kamer ontvangt de antwoorden zo snel mogelijk.