Ingediend | 29 januari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 12 maart 2025 (na 42 dagen) |
Indieners | Derk Boswijk (CDA), Mpanzu Bamenga (D66) |
Beantwoord door | Caspar Veldkamp (NSC), Reinette Klever (PVV) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z01475.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1590.html |
Ja.
De rebellengroep M23, die wordt gesteund door Rwanda, heeft sinds eind januari in een razendsnelle opmars een groot deel van de provincie Noord-Kivu en delen van Zuid-Kivu onder controle gekregen. De provinciehoofdstad Goma is ook ingenomen, evenals de stad Bukavu. Volgens de VN zijn in de gevechten om Goma bijna 3000 mensen omgekomen, al zijn precieze cijfers onzeker. De reeds dramatische humanitaire situatie in Oost-Congo is verder verslechterd. In Goma is geen elektriciteit, geen stromend water, een nijpend voedseltekort en een catastrofale gezondheidssituatie. De recente opmars van M23 heeft geleid tot veel nieuwe intern ontheemden. Voor dit offensief had de DRC al te kampen met ongeveer 7 miljoen ontheemden, voornamelijk in het oosten.
Als direct gevolg van het offensief viel humanitaire hulpverlening grotendeels stil. Humanitaire organisaties proberen nu hun hulpverlening weer op te starten. Het vliegveld is nog altijd niet in gebruik en veel van de humanitaire voorraden in Goma zijn geplunderd. De nieuwe stroom van verplaatsing maakt het ook extra moeilijk mensen te bereiken die hulp nodig hebben. Op korte termijn zijn een aantal praktische zaken prioritair, zoals het herstel van water en elektriciteitsvoorziening en de heropening van het vliegveld.
Nederland draagt bij aan verlichting van de humanitaire noden door middel van financiële bijdragen aan verschillende fondsen en humanitaire programma’s. Nederland droeg in 2.024 EUR 10 miljoen bij aan het Humanitaire Fonds voor de DRC van de VN. Daarnaast draagt Nederland via de Dutch Relief Alliance (DRA) jaarlijks zo’n EUR 5,5 miljoen bij aan de humanitaire respons in Oost-Congo. Over de verdeling van humanitaire fondsen in 2025 zal de kamer via de Kamerbrief Humanitaire Hulp worden geïnformeerd.
Voorts draagt Nederland bij aan de humanitaire respons via ongeoormerkte middelen. Zo is Nederland een van de grotere donoren van het Central Emergency Response Fund (CERF) van de VN. Het CERF heeft USD 17 miljoen vrijgemaakt voor urgente noden in Oost-Congo. Tenslotte draagt Nederland ook via de Europese Unie bij aan de crisisrespons. De EU heeft EUR 60 miljoen toegezegd om de nieuwe noden te ledigen, waarvan EUR 25 miljoen al is gealloceerd.
Op 4 februari jl. sprak de Minister van Buitenlandse Zaken met zijn Rwandese ambtsgenoot. Hierbij veroordeelde hij de steun aan M23 en de schending van de territoriale integriteit van de DRC door Rwanda. Hij vroeg ook aandacht voor de humanitaire situatie en riep op tot een diplomatieke oplossing van het conflict. In bilaterale contacten met de DRC veroordeelt Nederland het aanjagen van haat tegen minderheden en roept Nederland op om steun aan gewapende groepen te staken.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 24 februari is gesproken over maatregelen richting Rwanda. Nederland heeft zich hierbij uitgesproken voor het nemen van concrete maatregelen, specifiek de opschorting van de veiligheidsdialoog tussen de EU en Rwanda en het opschorten van de EU-Rwanda afspraken (memorandum van overeenstemming) over duurzame waardeketens voor kritieke grondstoffen.
Naast het belang van nemen van concrete maatregelen blijft dialoog een belangrijk instrument om te komen tot een politieke oplossing van het conflict. Nederland heeft tijdens de Raad Buitenlandse Zaken steun uitgesproken voor het door SADC en EAC geleide hernieuwde vredesproces. Ook pleitte Nederland voor een staakt-het-vuren in Oost-Congo.2
Ook in multilateraal verband engageert Nederland met de regio. Nederland heeft zich, conform de Motie-Boswijk3, ingespannen om een EU Special Representative (EUSR) voor de regio aan te stellen. Sinds de EUSR in september 2024 is aangetreden is Nederland nauw betrokken gebleven bij zijn werk en contacten in de regio. Nederland vervulde het laatste halfjaar ook het voorzitterschap van de International Contact Group for the Great Lakes (ICG).4 In deze hoedanigheid organiseerde Nederland in oktober 2024 een diplomatieke conferentie over hoe de internationale gemeenschap ondersteuning kan bieden aan het regionale vredesproces voor de DRC en Rwanda onder leiding van Angola. Nederland draagt ook bij aan de inspanningen van de VN Speciaal Gezant voor de Grote Meren regio en steunt Nederland de International Conference for the Great Lakes, een intergouvernementele organisatie van landen in de Grote Meren regio, die zich bezig houdt met de bevordering van regionale ontwikkeling en duurzame vrede.
Zie ook het antwoord op vraag 3 en 5. De cruciale rol die Rwanda speelt in de recente opmars van M23 is vastgesteld in het nieuwste rapport van de Group of Experts van de VN voor de DRC.5 Nederland spreekt Rwanda bilateraal aan op zijn steun voor M23 en zijn schending van de soevereiniteit van de DRC door de aanwezigheid van duizenden Rwandese militairen op Congolees grondgebied. Deze zaken zijn ook sterk veroordeeld in de EU-verklaring over de situatie van 25 januari.6
Het grondstoffenpartnerschap met Rwanda is in de vorm van een niet-bindend Memorandum of Understanding (MoU). Daarin wordt gesteld dat het partnerschap beoogt bij te dragen aan de transparantie, traceerbaarheid en het versterken van de strijd tegen de illegale handel in grondstoffen in de regio. Het partnerschap ziet specifiek toe op het aanpakken van illegale handel en witwassen, inclusief het bestrijden van gesmokkelde mineralen. Het MoU dient zodoende als vertrekpunt voor de dialoog met Rwanda over deze zorgen. Meer in het algemeen faciliteren dergelijke grondstofsamenwerkingsverbanden de dialoog met derde landen, om zo constructief samen te werken aan duurzame grondstofwinning. Momenteel wordt in EU verband echter ook gesproken over mogelijke opschorting van het MoU, als onderdeel van maatregelen richting Rwanda om de steun aan M23 en de recente opmars in Oost-Congo te veroordelen.
Het kabinet vindt de berichtgeving over mensenrechtenschendingen bij de exploitatie van grondstoffen en over de illegale handel in grondstoffen zorgelijk. Het kabinet pleit zowel in Brussel als in andere internationale samenwerkingsverbanden voor naleving van internationale richtlijnen en het bevorderen van transparante toeleveringsketens. Het kabinet benadrukt dit belang ook in de onderhandelingen over grondstoffenpartnerschappen. Als toegelicht bij vraag 5, beoogt het partnerschap bij te dragen aan transparantie en traceerbaarheid, en daarmee ook te werken aan mitigatie van de grondoorzaken van instabiliteit in de regio.
Er zijn momenteel EU-sancties in werking tegen leden van M23 en functionarissen van het Rwandese leger. In de eerdergenoemde EU-verklaring van 25 januari 2025 benadrukt de Hoge Vertegenwoordiger van de Unie dat de EU alle middelen waarover zij beschikt zal inzetten om degenen die verantwoordelijk zijn voor de instandhouding van het gewapende conflict en van instabiliteit en onveiligheid in de DRC ter verantwoording te roepen. Sancties maken hier ook onderdeel van uit. Vanwege de vertrouwelijkheid van dit proces kan het kabinet hier verder geen uitspraken over doen.
In december 2022 werd op verzoek van Mozambique en Rwanda een steunmaatregel toegekend door de EU via de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Gezien het belang dat Nederland hecht aan veiligheid en stabiliteit in Mozambique, heeft het kabinet ingestemd met continuering van de steunmaatregel.
Hoewel de steunmaatregel specifiek bedoeld is om de inzet in Mozambique te ondersteunen, wordt deze steunmaatregel uitgevoerd als budgetsteun aan Rwanda. Net als bij andere steunmaatregelen via het EPF zijn monitoringsmaatregelen ingesteld om adequaat gebruik van middelen en de naleving van mensenrechten en internationaal recht te waarborgen. Wanneer sprake is van misbruik van EPF-steun, kan de EU een steunmaatregel opschorten of beëindigen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 24 februari is gesproken over maatregelen richting Rwanda om de steun aan M23 en de recente opmars in Oost-Congo te veroordelen. Het voortzetten van de EPF steunmaatregel is onderdeel van dit gesprek, wat in onderraden verder wordt voortgezet.
Naar aanleiding van schriftelijke vragen van de leden Bamenga (D66) en Boswijk (CDA) over het artikel «Rebels Backed by Rwanda Announce Capture of Key City in Eastern Congo» in The New York Times ontvangen op 29 januari 2025 (2025Z01475), wil ik u meedelen dat de beantwoording hiervan meer tijd vergt. Hierdoor is het niet mogelijk om de beantwoording van deze vragen binnen de gestelde termijn aan uw Kamer te doen toekomen.