Ingediend | 23 januari 2025 |
---|---|
Beantwoord | 12 februari 2025 (na 20 dagen) |
Indiener | Harry Bevers (VVD) |
Beantwoord door | Vicky Maeijer (PVV) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z01069.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1284.html |
Ja.
Vooropgesteld, het kan en mag niet zo zijn dat er geen passende zorg beschikbaar is voor deze doelgroep. Het gaat om mensen en gezinnen in een zeer kwetsbare positie die juist zo afhankelijk zijn van passende zorg en ondersteuning. Daarom is het pijnlijk te moeten bevestigen dat het een herkenbaar signaal is dat er enkele zorgaanbieders zijn die terughoudend zijn in het aannemen van mensen met een (zeer) intensieve zorgvraag vanwege de vergoeding.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voert periodiek kostenonderzoeken uit om te komen tot redelijkerwijs kostendekkende tarieven. Op basis van hun kostenonderzoek is recent het tarief voor deze doelgroep vanaf 2025 verhoogd. Mocht de zorgvraag voor mensen uit (onder andere) deze doelgroep fundamenteel groter zijn dan in het tarief is voorzien, dan bestaat er ook de mogelijkheid om meerzorg aan te vragen. Over de ontwikkelingen rond het tarief voor VG7 heb ik u onlangs geïnformeerd. Voor een nadere toelichting op de acties die hierop zijn ondernomen verwijs ik u graag naar deze brief van 30 januari jl. (24 170, nr. 352).
Ik herken dat de uitdagingen voor zorgaanbieders soms groot zijn. Niet voor niets is het onderwerp VG7 al langere tijd onderwerp van gesprek. Ik wijs er wel op dat de NZa periodiek onderzoek doet naar de tarieven van de diverse vormen van zorg. Indien zorgaanbieders voor bepaalde cliënten(groepen) meer kosten maken dan gemiddeld, bijvoorbeeld omdat er regelmatig iets kapotgaat, zal dit in dergelijke kostenonderzoeken naar voren komen en in de tarieven opgenomen worden.
Gemiddeld genomen hadden instellingen in de gehandicaptenzorg in 2023 (het laatste jaar waarover cijfers bekend zijn) een positief resultaat van 0,8 procent. Er kunnen verschillende redenen zijn waarom een instelling verlies lijdt. De inhuur van personeel niet in loondienst is er een van; investeringen in vastgoed is een andere belangrijke reden. In principe zouden instellingen met het NZa tarief moeten kunnen uitkomen, waarbij ik opmerk dat er binnen de sector verschillen zijn tussen zorgaanbieders. Voor 2025 geldt dat ik, als gevolg van het kostenonderzoek van de NZa naar de gehandicaptenzorg, € 168 miljoen heb toegevoegd aan het Wlz-kader om de tarieven te kunnen verhogen. € 143 miljoen kwam hierbij ten goede aan de zorgverlening voor mensen met een VG7 indicatie. Deze verhoging loopt vooruit op de aanpassing van de tarieven in 2026.
Uit de monitor langdurige zorg blijkt uit het laatste peilmoment dat er 23 mensen met een zorgprofiel VG7 de status wachtend (zonder overbruggingszorg) hebben, en dus geen zorg ontvangen. Op grond van informatie van het Zorginstituut blijkt dat op het laatste peilmoment 325 mensen met zorgprofiel VG7 momenteel geen zorg ontvangen. Het verschil, 302, zit in het aantal mensen dat op dit moment «afziet van zorg». Uit de data is op dit moment niet te halen wat de reden is dat deze mensen afzien van zorg en dus geen zorg ontvangen. Zorgkantoren hebben hier wel inzicht in.
Er is een werkende wachtlijstregistratie en er zijn gedetailleerd beschreven taken en verantwoordelijkheden (vastgelegd in het Voorschrift Zorgtoewijzing). Toch geven de huidige wachtlijsten niet altijd (tijdig) het complete beeld van de mensen die op zoek zijn naar een plek. In de praktijk zien we dat zorgaanbieders soms buiten de wachtlijstregistratie om werken. Redenen hiervoor zijn bijvoorbeeld de taken die het dossierhouderschap met zich meebrengt, het gebrek aan perspectief op een passende plek of systeemtechnische beperkingen (bijv. het kunnen registreren van slechts één voorkeursaanbieder). Zoals ik heb beschreven in de recente Kamerbrief «Vervolg complexe zorg (gehandicaptenzorg)», 24 170, nr. 352, werk ik met Ieder(in), VGN en ZN intensief samen op een aantal specifieke vraagstukken. Eén daarvan is het verkrijgen van beter inzicht in wachtenden met een complexe zorgvraag. We werken er samen aan dat mensen met een complexe zorgvraag die wachten op een passende plek in beeld zijn en dat zorgaanbieders en zorgkantoren effectief samenwerken om zo snel mogelijk een passende plek te realiseren.
Hiervoor verwijs ik u naar de Kamerbrief van 30 januari 2025 «Vervolg complexe zorg (gehandicaptenzorg)», 24 170, nr. 352.