Kamervraag 2025Z00386

Het bericht inzake het Rapport dat de beveiliging staatsgeheimen NCTV en politie niet op orde is.

Ingediend 15 januari 2025
Beantwoord 3 maart 2025 (na 47 dagen)
Indiener Emiel van Dijk (PVV)
Beantwoord door van Weel
Onderwerpen openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2025Z00386.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1495.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht dat beveiliging staatsgeheimen NCTV en politie niet op orde is?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Bent u bekend met andere casussen binnen de politie, Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) of enige andere (semi) overheidsorganisatie waar staatsgeheime informatie verwerkt wordt dan wel ingezien of op enig andere wijze interactie mee plaatsvindt en sprake is van de verdenking van het bezitten en/of naar buiten brengen van deze informatie?

    Ik heb op dit moment geen informatie die aanleiding geeft tot vermoedens van het bestaan van andere casussen binnen de politie of de NCTV waar sprake is van de verdenking van het bezitten en/of naar buiten brengen van deze informatie. Ik heb op dit moment geen informatie dat er binnen de politie en NCTV nog andere systemen zijn waarbij er (signalen van) verdenkingen zijn van het bezitten en naar buiten brengen van staatsgeheime informatie.

  • Vraag 3
    Zijn er binnen de politie en NCTV nog andere systemen en processen waarbij er (signalen van) verdenkingen zijn van het bezitten en naar buiten brengen van staatsgeheime informatie die niet direct onder de specifieke casus binnen de reikwijdte van het onderzoek van de Auditdienst Rijk (ADR) vallen?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Vraag 4
    Is er door de ADR enkel onderzoek gedaan naar verzamelen en verspreiden of ook naar beide zaken afzonderlijk?

    Zoals reeds aan uw Kamer gemeld heeft de ADR geen persoonsgericht onderzoek gedaan, nu dit onder het strafrechtelijk onderzoek valt.
    Het onderzoek van de ADR heeft zich toegespitst op de volgende onderzoeksvragen:
    Op verzoek van mijn departement zijn daarbij aanvullend drie elementen in het onderzoek meegenomen:
    Voor de bevindingen van de ADR op deze onderzoeksvragen verwijs ik naar het rapport dat ik uw Kamer op 13 december 2024 heb toegestuurd.

  • Vraag 5
    Welke zaken buiten het verzamelen en verspreiden van informatie door een persoon die werkzaam is binnen een van deze organisaties is de ADR tegengekomen in haar onderzoek die zij relevant achtten, maar niet in het rapport zijn opgenomen?

    Deze vraag richt zich tot de ADR en kan ik daarom niet beantwoorden.

  • Vraag 6
    Voor wat betreft de peildatum 1 oktober 2023; hoe ver is door de ADR exact teruggekeken en zijn er in die zoektocht andere zaken bekend die raakvlak hebben met het verzamelen of verspreiden van informatie door 1 of meerdere (groepen van) personen werkzaam binnen, met of voor politie of NCTV?

    Zoals reeds aan uw Kamer gemeld heeft de ADR geen persoonsgericht onderzoek gedaan. Dat is aan het openbaar ministerie. De ADR heeft als uitgangspunt voor de werking van systemen de periode van 1 oktober 2023 tot en met 1 oktober 2022 genomen.

  • Vraag 7
    Heeft de ADR ook gekeken naar de samenwerking van meerdere personen in groepen, koppels, clusters of personen die in andere verbanden werkzaam waren binnen of voor de organisatie (al dan niet op afstand, middels digitale toegang)?

    De ADR heeft zich met haar onderzoek, zoals ook in het antwoord op vraag 4 benoemd, gericht op welke wijze de NCTV en politie hebben ingeregeld dat bijzondere informatie in de daarvoor gebruikte processen en systemen wordt behandeld conform het VIR-BI 2013 of de Rubriceringsregeling Politie 2015. Hiertoe behoort onder andere het mogelijk misbruik maken van deze processen en systemen. De focus van het ADR onderzoek lag op de afdeling Analyse Nationale Veiligheid van de NCTV en het CTER-cluster van de politie. Daarbij is door de ADR geen persoonsgericht onderzoek gedaan.

  • Vraag 8
    Hoeveel van deze personen zijn er werkzaam bij de NCTV en Politie die toegang hebben tot staatsgeheime/gerubriceerde informatie?

    De medewerkers van de NCTV hebben toegang tot staatsgeheime informatie voor zover zij die nodig hebben in de uitoefening van hun werkzaamheden. Samenwerking in het kader van en toegang tot deze informatie vindt plaats op need to know-basis. Op deze toegang is een autorisatiebeleid van toepassing.
    Medewerkers van de politie hebben toegang tot gerubriceerde en/of staatsgeheime informatie als dit nodig is voor de uitoefening van hun werkzaamheden. Op deze toegang is autorisatiebeleid van toepassing.
    Omwille van de vertrouwelijkheid kan ik geen uitspraken doen over aantallen medewerkers.

  • Vraag 9
    Heeft de ADR in het onderzoek ook gekeken naar personen die op ZZP basis, als zelfstandige, o.b.v. detachering of andere wijze binnen de organisaties werkzaamheden hebben verricht en waarvan wordt vermoed dat zij staatsgeheime informatie hebben verzameld, verspreid of op andere wijze naar buiten hebben gebracht?

    De ADR heeft geen persoonsgericht onderzoek gedaan. Voor zover bekend zijn er geen personen waarvan wordt vermoed dat zij staatsgeheime informatie hebben verzameld, verspreid of op andere wijze naar buiten hebben gebracht buiten het lopende strafrechtelijke onderzoek.

  • Vraag 10
    Kunt u alle beleidsstukken die na de peildatum van 1 oktober 2023 (1oktober incluis) naar de Kamer sturen, ook die stukken die wellicht niet als relevant worden geacht voor het in beeld brengen van maatregelen in geval van mogelijk misbruik?

    Naar aanleiding van vraag 5 van de leden Six Dijkstra (NSC) en Mutluer (Groen Links-PvdA) d.d. 20 december 2024 nr 1187 heb ik relevante stukken geïnventariseerd en via separate Kamerbrief parallel aan deze beantwoordingaan uw Kamer verstrekt. De formulering van onderhavige vraag geeft mij geen concrete aanknopingspunten voor een andere of nadere inventarisatie van stukken. Ik ga er daarom vanuit dat met de stukken die worden verstrekt naar aanleiding van voornoemd informatieverzoek van de leden Six Dijkstra (NSC) en Mutluer (Groen Links-PvdA) mede aan het onderhavige verzoek is voldaan.
    In algemene zin merk ik op dat de uitwerking van concrete maatregelen om misbruik te voorkomen grotendeels gerubriceerd zijn en om die reden niet openbaar gemaakt kunnen worden. Wel kan ik uw Kamer meegeven dat dit onderdeel zal zijn van het herhaalonderzoek van de ADR, waarover uw Kamer zal worden geïnformeerd.

  • Vraag 11
    Is bij de beantwoording van de onderzoeksvragen ook gekeken naar personen/groepen van personen die niet (al dan niet langdurig) als tolk zijn ingezet(dus ook naar medewerkers met een andere functie/titel)?

    Het onderzoek van de ADR was niet gericht op personen. Het onderzoek richtte zich op de vragen die zijn benoemd in vraag 4.

  • Vraag 12
    Kunt u alle informatie die verband houdt met de verdenking van het verzamelen dan wel het verspreiden van staatsgeheime/vertrouwelijke of anderszins gerubriceerde informatie door personen al dan niet werkzaam bij voor of met de politie of NCTV sturen in de periode van de peildatum van 1 oktober 2023 tot en met de arrestatie van de verdachte op 26 oktober 2023?

    Informatie die verband houdt met de verdenking van het verzamelen dan wel verspreiden van staatsgeheime/vertrouwelijke informatie is onderdeel van het strafrechtelijk onderzoek. Het is niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid om daar in te treden.

  • Vraag 13
    Is er nog andere informatie die betrekking heeft of verband houdt met bovengenoemde casus, waar u weet van heeft of weet van zou moeten hebben die buiten de rijkweidte van het ADR rapport vallen of niet in het ADR rapport zijn opgenomen?

    De ADR heeft geen persoonsgericht onderzoek gedaan. Ik kan verder niet ingaan op een individuele casus en zaken die raken aan het strafrechtelijk onderzoek

  • Vraag 14
    Waarom heeft de NCTV niets tot weinig gedaan met de uitkomsten van het in 2017 uitgevoerde Kwetsbaarheidsanalyse Spionage (KWAS) onderzoek? (De nota van dit onderzoek bevatte concrete en bruikbare aanbevelingen, volgens de ADR.)

    De ADR heeft geconcludeerd dat binnen de NCTV meer aandacht nodig was voor informatiebeveiliging. Sinds de aanhouding zijn veel maatregelen getroffen om dit te verbeteren. Zo is binnen elke afdeling opnieuw bepaald welke functionaris welke rechten heeft en zijn de meest verstrekkende rechten, zoals printen, beperkt tot enkele medewerkers. Daarbij wordt scherp gecontroleerd, aan de hand van een PDCA (Plan, Do, Check, Act)-cyclus die wordt ingericht, of gestelde regels worden gevolgd en of dit ordentelijk gebeurt. Hiervoor is onder meer een afdeling in oprichting die moet gaan toezien op Risicomanagement en Compliance binnen de NCTV. Ook wordt het beveiligingscoördinator (BVC)-cluster versterkt. Tot slot is een toezichtsplan opgesteld en zal dit jaarlijks worden geüpdatet. De taken in het toezicht worden daarin meegenomen. Voor een uitgebreide toelichting hierop verwijs ik naar de kabinetsreactie van 13 december 2024 en de bijbehorende bijlage.

  • Vraag 15
    Waarom heeft de NCTV geen zichtbare opvolging gegeven aan de actiepunten die uit het in 2022 uitgevoerde IB-quickscans (dit is een toets voor het bepalen van het beveiligingsniveau van een informatiesysteem; belang, dreigingsprofiel en betrouwbaarheidseisen worden meegenomen) volgden? (De nota’s die zijn opgesteld a.d.h.v. dit onderzoek bevatten concrete actiepunten en risico-overzichten.)

    Zie antwoord vraag 14.

  • Vraag 16
    Wat heeft de CTER (politie) met de signalering (2023) van het Concern Audit gedaan dat stelde dat «de organisatie langzaam vastloopt door de huidige inrichting en stelselkeuze, de werking van de governance, het ontbreken van integraal risicomanagement en intern toezicht»? Welke concrete maatregelen heeft de Politie genomen?

    In het rapport komt naar voren dat er door de concern audit wel aanbevelingen werden gedaan, maar dat deze niet altijd werden opgevolgd. Zo constateert de ADR dat de concern audit van de politie weliswaar aan de bel heeft getrokken over het ontbreken van integraal risicomanagement en intern toezicht, maar dat er niet is geacteerd op de aanbevelingen. De politie zal de doorwerking van interne audits versterken. De korpsleiding zal toezien op de opvolging en borging van aanbevelingen die door concernaudit worden gedaan. Tevens zal de politie bezien of de expertise van concern audit kan worden versterkt door politiemensen uit de operationele werkpraktijk toe te voegen aan audits op informatiebeveiliging.

  • Vraag 17
    Waarom heeft de NCTV, zonder het aan de BVA (Bureau van de Beveiligingsautoriteit van J&V) voor te leggen, gekozen om de herhaalonderzoeken van de Verklaring Omtrent Geen Bezwaar uit te stellen?

    De NCTV heeft besloten om onderzoeken van nieuwe medewerkers te prioriteren over herhaalonderzoeken van medewerkers die (dus) reeds in bezit waren van een verklaring van geen bezwaar. Dit om de capaciteit van de AIVD in het doen van veiligheidsonderzoeken niet verder te belasten, daar waar destijds de AIVD te maken had met lange doorlooptijden. Dit sloot overigens aan bij de departementale lijn van dat moment om herhaalonderzoeken uit te stellen, tenzij er dringende omstandigheden waren die noodzaakten tot een snel herhaalonderzoek. Ik wil daarbij benadrukken dat het uitvoeren van herhaalonderzoeken van groot belang is. Zoals geschetst in de kabinetsreactie op het ADR-rapport van 13 december jl. zijn – waar nodig – herhaalonderzoeken met spoed aangevraagd en mitigerende maatregelen getroffen op het gebied van toegang tot informatie. Daarnaast heeft de NCTV maatregelen genomen om het beleid ten aanzien van het tijdig aanvragen van herhaalonderzoeken en het melden van gewijzigde omstandigheden bij vertrouwensfunctionarissen aan de BVA aangescherpt na te leven. Hiermee is het beleid ten aanzien van het aanvragen van herhaalonderzoeken op orde.

  • Vraag 18
    Hoe kan het zo zijn dat de mannelijke verdachte (de analist) al sinds 2019 niet over een rechtsgeldige

    Ik kan niet ingaan op individuele gevallen. In algemene zin kan ik u informeren dat in 2019 in intern beleid van de NCTV de hoogte van het veiligheidsonderzoek per functie opnieuw is bepaald. Zo moesten analisten van de afdeling Analyse vanaf dat moment een VGB-A hebben. Het klopt dat voor analisten die op dat moment een VGB-B hadden niet direct een VGB-A is aangevraagd daar waar dat gezien de nieuwe functie wel had gemoeten. Er is voor gekozen om deze mee te nemen bij de aanvraag voor een herhaalonderzoek. Zoals ook is benoemd in de kabinetsreactie die uw Kamer op 13 december 2024 met de daarbij behorende bijlage ontving, zijn hiervoor inmiddels maatregelen getroffen zodat ervoor is zorggedragen dat alle medewerkers van de NCTV in het bezit van een geldige VGB. In het verlengde hiervan wijs ik erop dat een veiligheidsonderzoek nooit de enige mitigerende maatregel kan zijn om informatiebeveiliging te versterken, maar dat een samenspel van maatregelen noodzakelijk is.

  • Vraag 19
    Verklaring van geen bezwaar (VGB) beschikt bij de AIVD? Waarom had meneer in die periode nog wel altijd toegang tot staatsgeheime informatie? Hoe is dit in lijn met het beleid van de NCTV dat iedere NCTV-medewerker in het bezit moet zijn van een actuele VGB om werkzaamheden uit te mogen voeren?

    Voor het uitoefenen van tolk- en vertaalwerkzaamheden bij de politie zijn bepaalde eisen vastgelegd. Naast inschrijving in het landelijke tolkenregister, waarbij onder andere het overleggen van een verklaring omtrent gedrag vereist is, screent de politie ook zelf tolken en vertalers. De benodigde screening is afhankelijk van het type inzet. De verdachte heeft wel een screening gehad bij aanvang van zijn werkzaamheden bij de politie. Een herscreening heeft niet meer plaatsgevonden. De politie is hier destijds te laat achter gekomen. Dit vergt dat de politie richting de toekomst scherper moet zijn op naleving van geldende procedures en voorschriften die als waarborg dienen voor het beveiligen van bijzondere informatie.
    Met de implementatie van het Besluit screening ambtenaren van politie en politie-externen is de herhaalscreening bij wet geregeld. Ook is de continucontrole in deze wet opgenomen waarbij registraties bij JustiID automatisch worden gemeld bij de politie. Daarnaast is na dit onderzoek het sceeningsniveau van de tolk/vertalers verhoogd.
    Volledigheidshalve merk ik op dat er voor werkzaamheden bij de politie in beginsel sprake is van een politiescreening en niet van een verklaring van geen bezwaar. De politie heeft reeds verduidelijkt voor welke functies binnen het CTER-cluster een AIVD-A VGB nodig is. De politie zal concretiseren in welke gevallen tolken die bij het CTER-cluster werken bovenop hun politie screening (op een hoger niveau dan voorheen) een AIVD-A VGB nodig hebben.

  • Vraag 20
    Hoe kan het zo zijn dat, de herscreening zou op 11-10-2016 plaatsvinden, de mannelijke verdachte (de analist) al sinds 2016 over geen rechtsgeldige VGB beschikt bij de CTER (politie)?

    Het is niet mogelijk om alle potentiële veiligheidsrisico’s uit te sluiten. Beveiligingsmaatregelen zoals een VGB (voor werkzaamheden bij de NCTV) of een politiescreening (voor werkzaamheden bij politie) dragen bij aan het verlagen van deze risico’s. Een veiligheidsonderzoek is het sluitstuk van al die beveiligingsmaatregelen. Het is niet te voorspellen of de verdachte destijds eerder in beeld zou zijn gekomen bij dergelijke screenings.

  • Vraag 21
    Schat de NCTV en de CTER in dat de verdachte met deze herscreening beter in beeld was gekomen bij de dienst?

    Ten aanzien van alle NCTV medewerkers voor wie dat relevant is geldt dat een (herhaal)veiligheidsonderzoek bij de AIVD is aangevraagd, loopt of inmiddels is afgerond. Ten aanzien van een aantal medewerkers zijn vervolgens mitigerende maatregelen getroffen in afwachting van de uitkomst van een hernieuwd veiligheidsonderzoek van de AIVD.
    Ook is de NCTV, met advies van de Beveiligingsautoriteit van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: BVA), gestart met de 5-jaarlijkse actualisatie van de lijst vertrouwensfuncties, zodat deze aansluit bij de laatste inzichten. Tot slot heeft de NCTV maatregelen genomen om het beleid t.a.v. het tijdig aanvragen van herhaalonderzoeken en het melden van gewijzigde omstandigheden bij vertrouwensfunctionarissen aan de BVA aangescherpt na te leven.
    De politie heeft mij laten weten dat medewerkers van het CTER-cluster beschikken over het juiste screeningsniveau. Daarnaast worden alle tolken en vertalers die werkzaam zijn bij of ingehuurd worden door de politie (dus niet alleen specifiek bij het CTER cluster) momenteel opnieuw gescreend. Hierbij zal de politie deze groep functionarissen op een hoger niveau dan voorheen screenen. De politie heeft reeds verduidelijkt voor welke functies binnen het CTER-cluster een AIVD-A screening nodig is. De politie zal concretiseren in welke gevallen tolken die bij het CTER-cluster werken bovenop hun politie screening (op een hoger niveau dan voorheen) een AIVD-A screening nodig hebben.

  • Vraag 22
    Hoeveel medewerkers hadden op de peildatum van 1 oktober 2023 geen rechtsgeldige VGB en hoeveel medewerkers lopen op dit moment bij de NCTV of CTER zonder rechtsgeldige VGB terwijl die voor hun werkzaamheden (ongeacht feitelijke functie) wel nodig zou zijn?

    Zie antwoord vraag 21.

  • Vraag 23
    Uit waarneming blijkt dat op 1 oktober 2023 en 18 maart 2024 respectievelijk 41 (7,7% van de 533 medewerkers) en 48 (9 procent van de medewerkers) medewerkers van de NCTV een verouderde VGB hadden. Wat gaat de NCTV concreet doen om een inhaalslag te maken en al deze mensen direct te screenen?

    Zie antwoord vraag 21.

  • Vraag 24
    Het Ministerie van Justitie heeft beslist dat elke vijf jaar een herhaalonderzoek moet plaatsvinden van medewerkers. Erkent de NCTV het belang hiervan? Wat gaat de NCTV eraan doen om dit beleid nog voor eind 2025 on track te krijgen?

    Zoals reeds aangegeven kan ik niet ingaan op de individuele casus.

  • Vraag 25
    Bij de politie was er behoefte aan een vaste tolk, en de mannelijke verdachte kreeg «het daarbij passende vertrouwen» stelt het onderzoek. Wat is er gepast aan het toegang geven tot staatsgeheime informatie aan een persoon zonder de juiste security clearances?

    De ADR is ook verzocht om specifiek aandacht te hebben voor de berichtgeving over eerdere signalen en de (wenselijkheid van de) samenloop van functies. Uit het ADR rapport komt niet naar voren dat er principiële bezwaren tegen de samenloop van functies waren of zijn. De ADR komt dan ook niet tot aanbevelingen op dit punt.
    Zoals aangegeven in de kabinetsreactie is de casus aanleiding geweest om te concluderen dat de combinatie van functies en vooral ook de bijbehorende informatiepositie per functie gewogen moeten worden bij verzoeken tot eventuele samenloop, omdat een grotere informatiepositie kan leiden tot grotere risico’s bij schending van de geheimhoudingsplicht. Dat zal nadrukkelijker gewogen worden, waarbij vooropstaat dat dit altijd per geval en op basis van de omstandigheden van dat geval moet worden beoordeeld. Ook vraagt zo’n eventuele samenloop om een kritische periodieke evaluatie naar de houdbaarheid daarvan, waarbij actief eventuele signalen ten aanzien van de samenloop en informatiepositie worden meegenomen.
    Ik kan geen uitspraken doen over de functies van individuele werknemers.

  • Vraag 26
    In hoeverre is het wenselijk dat mensen binnen deze diensten (politie/NCTV) een dubbelfunctie hebben? Hoe vaak komt dit voor? (graag specifiëren per functie)

    Het is niet mogelijk een verband te duiden tussen zijn vermeende status en hetgeen waarvan hij wordt verdacht.

  • Vraag 27
    De mannelijke verdachte (de analist) werd langdurig ingezet als tolk en kreeg vertrouwen van medewerkers van de CTER waardoor informatie werd gedeeld. Ook bij de NCTV noemt men dat de analist «een aparte status» had. Hoe beoordelen beide de CTER als de NCTV de positie die deze man had en zijn uiteindelijk blijkende onbetrouwbaarheid?

    Over de signalen over de analist/tol en de opvolging daarvan verwijs ik naar hetgeen opgenomen in het ADR rapport. Voor het overige acht ik het niet zinvol om te speculeren.

  • Vraag 28
    Waarom zijn de alarmbellen bij de diensten niet gaan rinkelen over de meerdere meldingen en bezwaren over de dubbelfunctie toen de mannelijke verdachte in 2015, 2017, 2018 en 2021 slordig en verdacht omging met de data die hij in beide rollen ontving?

    De ADR constateert dat signalen niet altijd als zodanig werden herkend of doorgegeven. Daardoor kwamen mogelijke signalen niet op de plek waar het mogelijk tot maatregelen had geleid. Om dit te verbeteren zijn per organisatie maatregelen getroffen, zoals ook in de kabinetsreactie toegelicht. Bij nevenfuncties is het van belang dat bij signalen ook aandacht is voor de mogelijke noodzaak tot het leggen van contact met de counterpart bij de andere organisatie om te toetsen of daar ook signalen zijn. Dat moet onderdeel zijn van het maatwerk dat nodig is in de opvolging van signalen en moet op het juiste niveau worden gewogen. Ten aanzien van samenloop van functies verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 25.

  • Vraag 29
    Waarom is er niets gedaan met de melding van de drie medewerkers van de CTER. Die aangaven dat de tolk zijn rol binnen de NCTV en binnen de politie niet goed kan scheiden?

    Zie antwoord vraag 28.

  • Vraag 30
    Waarom is er in 2015 niets gedaan met de melding van drie medewerkers van de CTER over het feit dat de tolk zijn rol binnen de NCTV en de politie niet goed kon scheiden?

    Het is niet toegestaan om vertrouwelijke informatie te delen met personen die daartoe niet bevoegd zijn en waarvoor geldt dat de informatie niet nodig is voor een goede uitoefening van de taak. Er zijn veel maatregelen getroffen om de uitwisseling van vertrouwelijke informatie beter te borgen. Voor een uitgebreide toelichting daarop verwijs ik naar de Kabinetsreactie en bijbehorende bijlage die op 13 december jl. aan uw kamer is toegestuurd.

  • Vraag 31
    Hoe beoordeelt u het delen van vertrouwelijke politie-informatie door de analist/tolk buiten het politiedomein richting een ambtenaar van SZW in 2017? Welke maatregelen zijn hierop genomen?

    Het ADR rapport verwijst naar een feitenrelaas van de politie waaruit naar voren komt dat de tolk in 2018 buiten kantoortijd wordt aangetroffen in een werkruimte terwijl hij ogenschijnlijk een kast doorzoekt. De medewerker van CTER heeft dit naar eigen zeggen mondeling gemeld aan zijn leidinggevende maar deze herinnert zich de melding niet. Dit voorval heeft niet geleid tot een vervolgactie.
    Ik merk op dat niet duidelijk is of er is gemeld dat de tolk buiten kantoortijd aanwezig was of ogenschijnlijk een kast doorzocht. Ik acht het niet opportuun om met de kennis van nu informatie uit het verleden te herwaarderen.
    Voor de reactie t.a.v. de constatering van de ADR dat voorvallen niet altijd als signaal zijn opgevat, verwijs ik naar het antwoord op vragen 27 en 28 en de Kabinetsreactie en bijbehorende bijlage die op 13 december jl. aan uw Kamer is toegestuurd.

  • Vraag 32
    Waarom is er geen actie ondernomen na de melding uit 2018 waarin de tolk buiten kantoortijd in een werkruimte werd aangetroffen terwijl hij ogenschijnlijk een kast doorzocht?

    In zijn algemeenheid geldt dat als iemand ook werkzaam is (geweest) bij bijvoorbeeld de politie of de AIVD, dat diegene dan gebonden is aan de geheimhoudingsverklaring die hij of zij bij die organisatie heeft getekend. Het is niet toegestaan om deze informatie te delen binnen de NCTV.
    Zoals uit het ADR-rapport valt op te maken is er in de loop van 2021 contact geweest tussen de Nationaal Coördinator en de politie naar aanleiding van een publicatie in NRC. In 2022 is besloten om in samenspraak met de analist over te gaan tot een overplaatsing van de analyse-afdeling naar de NCTV Academie.

  • Vraag 33
    Welke stappen heeft de NCTV genomen na de melding in 2021 over het delen van operationele politie-informatie tijdens analyses door de analist?

    Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar de Kabinetsreactie die op 13 december jl. aan uw Kamer is toegestuurd. De bewuste medewerker had toestemming voor het gebruik van een beperkt aantal specifieke datadragers die vanuit de werkgever waren verstrekt. De journalist in kwestie stelde tijdens het interview echter dat er sprake zou zijn van het gebruik van een eigen harde schijf. Het gebruik van een privéschijf zou een veiligheidsincident zijn. Dit is, op basis van de toen beschikbare informatie, zorgvuldig uitgelopen door de NCTV. Geconcludeerd is dat er geen sprake was van het gebruik van een privéschijf. Dat misbruik van datadragers in zijn algemeenheid nadere aandacht had verdiend, onderschrijf ik. Om deze reden worden datadragers alleen nog beperkt in noodzakelijke gevallen, voor een specifiek doel en na voorafgaande instemming van een leidinggevende uitgegeven.

  • Vraag 34
    Waarom heeft de Nationaal Coördinator in 2021 het meenemen van een harde schijf naar huis door de analist niet opgevat als aanleiding voor verdere actie, ondanks latere publicatie in NRC in 2023?

    Ik acht het niet opportuun om uitspraken of gevoelens van individuele medewerkers in samenwerkingen met andere medewerkers te waarderen. Ten aanzien van een samenloop van functies verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 25.

  • Vraag 35
    Hoe verklaart u dat medewerkers van de CTER de analist als een «verlengstuk» van de NCTV bestempelen? Welke risico's worden hierin onderkend?

    Ik herken mij niet in het beeld dat de melding niet verder is onderzocht ondanks het advies van het Openbaar Ministerie. Voor de afhandeling van de specifieke melding verwijs ik naar het ADR rapport.

  • Vraag 36
    Waarom werd de melding van integriteitsschendingen door de tolk op 15 april 2021 niet verder onderzocht, ondanks het advies van het Openbaar Ministerie om de werkzaamheden tegen het licht te houden?

    De mededeling van de inspecteur-generaal van de Inspectie JenV dat er uit onderzoek van de inspectie JenV bij CTER signalen kwamen dat er spanningen waren rondom de analist/tolk zijn toentertijd geplaatst in de context dat er binnen de politie altijd veel discussie is over tolken vanwege o.a. het verschil in financiële vergoeding tussen tolken en politiepersoneel. De Nationaal Coördinator heeft aan de inspecteur-generaal aangegeven het signaal bij de politie te melden omdat het betrekking had op het werk van de analist/tolk bij de politie en niet op de werkzaamheden van betrokkene bij de NCTV.

  • Vraag 37
    Waarom heeft de NCTV na een telefoontje van de inspecteur-generaal van de Inspectie JenV besloten geen verdere actie te ondernemen?
  • Vraag 38
    Hoe kan een van binnenlands meest geheime en belangrijke dienst al een aantal jaren niet meer beschikken over een actuele set beveiligingsmaatregelen, terwijl ieder overheidsapparaat dient de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) te hanteren?
  • Vraag 39
    Waarom werden er al sinds 2020 geen rapportages meer gemaakt over de beveiligingsmaatregelen en sinds 2021 geen monitoring meer van de werking van de maatregelingen?
  • Vraag 40
    Waarom hebben beide de NCTV en de CTER geen geïmplementeerde baseline van informatiebeveiligingsmaatregelen, terwijl de Politie dit wel heeft?
  • Vraag 41
    Het onderzoek noemt dat «de capaciteit bij de NCTV voor de implementatie van informatiebeveiligingsmaatregelen beperkt was.» Waarom was dit beperkt? Welke factoren spelen hierbij een rol? Speelde de behoefte er wel binnen de NCTV om de maatregelen te implementeren? Hoe kwam dit tot uiting?

    Nee, dit is niet wenselijk en niet toegestaan.

  • Vraag 42
    Is het wenselijk dat een medewerker van de NCTV of CTER staatsgeheime stukken kan downloaden en printen en «eenvoudig» meenemen naar huis, zelfs als dit volledig buiten zijn/haar werkzaamheden valt?

    Ik herken mij niet in het beeld dat er geen moeite is gedaan om informatie en dossiers af te schermen voor hen die hier niet bij hoeven vanwege hun werkzaamheden. Wel onderschrijf ik de boodschap van de ADR dat de informatiebeveiliging en het toezicht daarop beter kan en moet, volledig en worden de aanbevelingen omarmd. Sinds de aanhoudingen zijn er binnen de NCTV en politie direct maatregelen getroffen. Het gaat dan om zowel noodmaatregelen als gelijktijdig ingezette maatregelen gericht op de lange(re) termijn. Voor een overzicht de maatregelen die zijn getroffen verwijs ik u naar de kabinetsreactie op het rapport van de ADR van 13 december jl. en de bijlage daarbij.

  • Vraag 43
    Waarom is er zowel bij de NCTV als CTER geen moeite gedaan om informatie en dossiers af te schermen voor hen die hier niet bij hoeven vanwege hun werkzaamheden?

    Het is nooit met zekerheid uit te sluiten dat er misbruik wordt gemaakt van bevoegdheden en toegang tot informatie. Er zijn aanvullende maatregelen getroffen om deze toegang te beperken en mogelijk misbruik te identificeren. Daarvoor verwijs ik naar de Kabinetsreactie van 13 december jl. en bijbehorende bijlage.

  • Vraag 44
    Hoe weet de NCTV zeker dat niet meer medewerkers staatsgeheime documenten in bezit hebben of doorgespeeld hebben naar vreemde mogendheden?

    De politie zal onderzoeken of het nodig is om het aantal personen te beperken dat in Summ-IT gemachtigd is om andere toegang te geven. Het feit alleen dat een relatief groot aantal personele hiertoe gemachtigd is hoeft niet in strijd te zijn met het need to know principe. In de operationele werkpraktijk van de politie bestaat dikwijls de noodzaak nieuwe personen bij een zaak te betrekken, bijvoorbeeld omdat een (grootschalig) onderzoek 24/7 doorgaat en/of bij een onderzoek verschillende specialismes moeten worden betrokken.
    De politie had reeds ingeregeld dat Summ-IT accounts na verloop van tijd automatisch op niet actief worden gezet, waardoor het account niet langer bruikbaar is en er geen toegang meer kan worden verkregen tot zaken in Summ-IT. Daarmee is er sprake van een geautomatiseerde periodieke controle. De politie zal onderzoeken of een meer fijnmazige aanpak nodig is, bijvoorbeeld het mogelijk maken van variatie in de periode waarna een account op non-actief wordt gesteld.

  • Vraag 45
    Hoeveel personen hebben toegang tot de onderzoeken van de CTER (Politie) en is dit aantal noodzakelijk en wenselijk?

    Toegang tot bijzondere informatie, waaronder in het bijzonder staatsgeheime informatie, op «need to know»-basis was binnen de NCTV altijd een uitgangspunt. Tegelijkertijd heeft het genoemde incident aangetoond dat een aanscherping van de getroffen maatregelen nodig was en dat de toegang tot het documentatiesysteem te ruim was ingericht. Dit is nu steviger ingericht conform het «need to know» principe. Alleen die personen die dit ook echt nodig hebben voor hun werk mogen documenten inzien. Ook het staatsgeheime digitale archiefsysteem is nog maar beperkt toegankelijk, en inzage kan alleen na toestemming van een directeur op een specifieke vraag.
    Bij de politie zijn de bestaande regels voor het raadplegen van politiesystemen ook reeds gebaseerd op het need to know principe. Het eerstelijns toezicht op het naleven hiervan wordt verscherpt.

  • Vraag 46
    Waarom is er nooit een «need to know»-systeem ingericht, terwijl het onderzoek aangeeft dat de systemen hier de ruimte voor bieden?

    Dit is de verantwoordelijkheid van de leidinggevende. Deze vraagt de autorisatie ook aan voor de medewerker.
    De politie had reeds ingeregeld dat Summ-IT accounts na verloop van tijd automatisch op nietactief worden gezet, waardoor het account niet langer bruikbaar is en er geen toegang meer kan worden verkregen tot zaken in Summ-IT. Daarmee is er sprake van een geautomatiseerde periodieke controle. De politie zal onderzoeken of een meer fijnmazige aanpak nodig is, bijvoorbeeld het mogelijk maken van variatie in de periode waarna een account op non-actief wordt gesteld.

  • Vraag 47
    Wie controleert momenteel de autorisaties op de systemen binnen de CTER?

    Autorisaties voor systemen worden toegekend naar gelang het nodig is voor de functie en werkzaamheden. Hierbij wordt ook gekeken naar het screeningsniveau. Bij wijziging of beëindiging van de werkzaamheden en/of functie worden de autorisaties ingetrokken of gewijzigd.

  • Vraag 48
    Hoe vaak worden autorisaties binnen de CTER-systemen ingetrokken?

    Of het noodzakelijk is om autorisaties te beperken en wat gevolgen zijn voor de organisatie hangt af van de omstandigheden van het geval. Zoals toegezegd in de Kabinetsreactie wordt onderzocht of het bij de politie nodig is om het aantal personen te beperken dat in Summ-IT gemachtigd is om andere toegang te geven. Het feit alleen dat een relatief groot aantal personele hiertoe gemachtigd is hoeft niet in strijd te zijn met het need to know principe. In de operationele werkpraktijk van de politie bestaat dikwijls de noodzaak nieuwe personen bij een zaak te betrekken, bijvoorbeeld omdat een (grootschalig) onderzoek 24/7 doorgaat en/of bij een onderzoek verschillende specialismes moeten worden betrokken.

  • Vraag 49
    In hoeverre is het noodzakelijk om autorisaties te beperken en welke gevolgen heeft dit voor de organisatie?

    Zie antwoord vraag 48.

  • Vraag 50
    In hoeverre is het wenselijk dat geautoriseerde personen anderen toegang kunnen verlenen tot dossiers? Moet het verlenen van toegang tot deze systemen gecentraliseerd worden?

    De politie heeft maatregelen getroffen om te verzekeren dat tolken zelf passende faciliteiten hebben om hun werk te doen. Tolken hebben een eigen basispolitieaccount met zeer beperkte toegangsrechten. Er zijn faciliteiten om veilig te werken op politielocaties en er zijn veilige digitale middelen beschikbaar om bij hoge uitzondering werkzaamheden vanaf afstand uit te voeren. Volgens geldend beleid voert een tolk zijn/haar werkzaamheden altijd uit in de nabijheid van een politiemedewerker.

  • Vraag 51
    In hoeverre moet de rechercheur fysiek aanwezig zijn wanneer de tolk gebruikmaakt van de laptop met autorisaties?

    Aan tolken worden geen autorisaties verleend door rechercheurs. Tolken hebben een eigen basispolitieaccount met zeer beperkte toegangsrechten. De autorisatie voor een tolk wordt toegekend door de leiding van het onderzoek.

  • Vraag 52
    Wie bepaalt welke rechercheur zijn autorisaties aan de tolk verleent?

    De situatie dat een tolk autorisaties krijgt van een rechercheur is niet toegestaan, dus van een toezicht daarop is geen sprake.

  • Vraag 53
    Wordt er toezicht gehouden op de activiteiten van de tolk in deze situaties?

    Dit is niet wenselijk en niet toegestaan.

  • Vraag 54
    In hoeverre is het wenselijk dat een tolk met geleende autorisatie toegang heeft tot vertrouwelijke informatie, inclusief de mogelijkheid deze in te zien en op te slaan?

    Medewerkers van de politie hebben toegang tot vertrouwelijke informatie als dit nodig is voor de uitoefening van hun werkzaamheden. Op deze toegang is autorisatiebeleid van toepassing.

  • Vraag 55
    Welke andere personen naast tolken hebben eveneens onbedoelde of bedoelde toegang tot de politiesystemen en daarmee vertrouwelijke gegevens?

    Het is van belang dat wordt voldaan aan de algemene verordening gegevensbescherming. Om die reden wordt er regelmatig en met klem op gewezen dat persoonsgegevens moeten worden verwijderd van schijven, mailboxen en informatiesystemen.

  • Vraag 56
    Waarom is de schoningsactie bij de NCTV in 2021 om persoonsgegevens te verwijderen van schijven, mailboxen en informatiesystemen nooit afgerond, en blijven haken op 30% voltooiing?

    Zoals ook in de kabinetsreactie is geschetst had de mannelijke verdachte een beperkt aantal specifieke USB-sticks tot zijn beschikking.
    Zoals ook gemeld in de beantwoording van vraag 18 van de leden Six Dijkstra (Nieuw Sociaal Contract) en Mutluer (Groen Links-PvdA) van 31 januari jl. geeft het ADR rapport aan dat volgens de administratie circa 200 USB sticks in omloop zijn die mogelijk staatsgeheime informatie bevatten. In het ADR Rapport is tevens opgenomen dat de NCTV heeft aangegeven dat het aantal lager is dan 200. Ter nadere context geef ik nog het volgende mee. Het gaat om USB-sticks die tot september 2021 bij de NCTV werden gebruikt om bijvoorbeeld presentaties op te slaan die ergens anders gegeven moesten worden. Het ging hierbij veelal om presentaties voor gemeenten en lokale partners om de dreiging te duiden, waarbij geen staatsgeheime informatie werd gebruikt. Een zeer beperkt aantal werd daadwerkelijk gebruikt voor staatsgeheime informatie, bijvoorbeeld om informatie over te zetten van het interdepartementale staatsgeheime netwerk dat in beheer is bij de AIVD, op het netwerk voor de staatsgeheime informatie binnen de NCTV. Dit zijn twee stand alone netwerken die niet op elkaar aangesloten zijn. Verder is het van belang om te melden dat het om USB’s gaat die beveiligd waren met een wachtwoord. Mocht een USB vermist raken, dan is de informatie dus niet zomaar voor een ieder toegankelijk. Ook passen deze USB-sticks sinds september 2021 niet meer op het staatsgeheime netwerk. De informatie die erop staat is dus niet zomaar voor een ieder toegankelijk en ze kunnen niet meer gebruikt worden om informatie van de huidige systemen af te halen.
    In het verlengde hiervan beschikt de NCTV over een loggingssysteem van de meest relevante handelingen die medewerkers op het netwerk voor de verspreiding van staatsgeheime informatie verrichten. Hierbij kan gedacht worden aan het opslaan, openen en printen van bestanden op het staatsgeheime netwerk. De ADR heeft geconstateerd, dat hoewel dit systeem er al was, er onvoldoende monitoring en controle op de daadwerkelijke handelingen van medewerkers plaatsvond. Dit moet beter. Daarom wordt meer toegezien op handelingen van medewerkers rond het verwerken van staatsgeheime informatie en is de aandacht voor misbruik onder andere verstevigd door veel duidelijkere kaders te stellen voor de individuele medewerkers waar zij op aangesproken worden.

  • Vraag 57
    Hoe kan het zo zijn dat niet één systeem aangeslagen is op een hoeveelheid van 11,5 miljard A4’tjes stond op de 200 USB-sticks van de mannelijke verdachte?

    Zie antwoord vraag 56.

  • Vraag 58
    Waarom wordt er door de monitoring van het loggingssysteem wel een «signaal geregistreerd als er 5 verkeerde inlogpogingen zijn in 5 minuten», maar de NCTV verder «nog niet bepaald heeft welk gedrag van medewerkers en welke gebeurtenissen moeten worden geregistreerd en gedetecteerd?»

    Er is bij de politie reeds een pilot gedraaid met protective monitoring waarmee gebruikershandelingen proactief en geautomatiseerd worden geanalyseerd op atypische signalen om onrechtmatig gebruik van systemen te detecteren. Per 1 januari 2025 is protective monitoring ingevoerd in de gehele politieorganisatie. Deze informatie is tevens opgenomen in de kabinetsreactie die op 13 december jl. aan uw Kamer is toegezonden.

  • Vraag 59
    Waarom vindt er ook bij de CTER geen structurele logging plaats van gebruikshandelingen? Acht de Politie het in het licht van deze casus wel noodzakelijk om over te gaan tot deze log? Zo ja, per wanneer is dit voltooid?

    Het toezicht op de beveiliging van staatsgeheime informatie was aanwezig. Wel is uit het ADR-rapport gebleken dat dit toezicht moest worden versterkt. Hiervoor is onder meer een afdeling in oprichting die moet gaan toezien op Risicomanagement en Compliance binnen de NCTV. Ook wordt het beveiligingscoördinator (BVC)-cluster versterkt. Tot slot is een toezichtsplan opgesteld en zal dit jaarlijks worden geüpdatet. De taken in het toezicht worden daarin meegenomen. Voor een uitgebreide toelichting hierop verwijs ik naar de kabinetsreactie van 13 december 2024 en de bijbehorende bijlage.

  • Vraag 60
    Waarom was er geen enkele duidelijkheid of aandacht bij de NCTV om toezicht te installeren op de beveiliging van staatsgeheime informatie?

    Ja, dat is van belang. Voor maatregelen die op dit vlak getroffen zijn verwijs ik naar de kabinetsreactie op het ADR-rapport en de daarbij horende bijlage van 13 december jl.

  • Vraag 61
    Is het voor de NCTV niet van groot belang dat er een overzicht is van de hoeveelheid exemplaren in omloop van staatsgeheime documenten?

    Het beleid bij de NCTV t.a.v. informatiebeveiliging is geactualiseerd. In dit beleid zijn de vereisten van het VIR, de BIO en het VIR-BI opgenomen. De uitwerking van dit beleid in concrete maatregelen is een doorlopend proces. Dat houdt in dat wordt getoetst of de praktijk aansluit bij het beleid of dat aanpassingen in de werking of de praktijk nodig zijn. Waar nodig worden aanvullende maatregelen getroffen. Hier vindt ook scherpe controle op plaats. Voor een nadere toelichting verwijs ik naar de beantwoording van de vragen 14, 15, 59 en de kabinetsreactie van 13 december 2024 en de bijbehorende bijlage.
    De politie heeft begin 2025 haar Rubriceringsregeling geactualiseerd. De nieuwe rubriceringsregeling sluit nu beter aan bij de rubriceringsregeling van de Rijksoverheid: het VIR-BI. De politie is weliswaar geen onderdeel van de Rijksoverheid, maar op het gebied van informatiebeveiliging is nu gekozen om zoveel mogelijk aan te sluiten bij het beleid van de Rijksoverheid. De ADR heeft geconstateerd dat er veel bruikbaars op papier is bij de politie (beleid, werkinstructies), maar dat implementatie in de praktijk aandacht vergt. Hiertoe worden verschillende stappen gezet om de implementatie daarvan in de praktijk te verbeteren en de PDCA-cyclus sluitend te maken.

  • Vraag 62
    Welke beleid en werkinstructies kennen de NCTV en de CTER over hoe om te gaan met staatsgeheimen? In hoeverre zijn deze geïmplementeerd in de werkzaamheden? Zijn deze up-to-date?

    De procedure rond gegevensdragers is aangepast, waardoor toestemming is vereist voor het verkrijgen – en het kunnen gebruiken – van de gegevensdragers. De administratie is verbeterd waarbij ontvangst, inname en vernietiging worden geregistreerd. Zo kan er geen twijfel meer over bestaan dat dit niet zomaar de bedoeling is en dat dit gecontroleerd wordt op mogelijk misbruik.

  • Vraag 63
    Hoe wordt het gebruik van USB-sticks door de NCTV «beperkt»? Hoe ziet deze beperking er in de praktijk uit, aangezien de mannelijke verdachte beschikking had over drie USB-sticks en een harde schijf?

    Zoals aangegeven in de kabinetsreactie is, zoals ook gemeld in de Kamerbrief van 8 december 2023, goed bezien welke informatie – met het oog op de zorgvuldigheid en de veiligheid die moet worden betracht – niet openbaar gemaakt kan worden. Dat heeft ertoe geleid te besluiten om enkele passages, waaronder passages waar deze vraag aan refereert, uit het rapport niet openbaar te maken, omdat deze ofwel2 de belangen van de Staat kunnen schaden dan wel3 veiligheidsrisico’s opleveren omdat concreet inzicht wordt gegeven in de operationele werkwijze van de politie. Ik kan derhalve op dit punt geen nadere informatie verstrekken dan de informatie die reeds aan uw Kamer is toegekomen.

  • Vraag 64
    Wat zijn de onveilige kanalen, waarvan het onderzoek stelt dat informatie tussen tolken en rechercheurs bij de Politie onveilig met elkaar wordt gedeeld? Hoe wenselijk zijn deze kanalen? Breiden deze kanalen de mogelijkheden uit om over te gaan tot ongewenste verspreiding? Vallen whatsapp, Signal of Telegram bijvoorbeeld onder deze kanalen? Zo ja, graag een uitsplitsing per kanaal welke hoeveelheden data er zijn gedeeld per kanaal.

    Zie antwoord vraag 63.

  • Vraag 65
    Kunt u aangeven bij welke andere partijen de data die via onveilige kanalen is gedeeld, terecht is gekomen? Wat zijn de gevolgen hiervan voor de staatsveiligheid?

    De opvolging van de aanbevelingen van de ADR is niet met een enkele toegespitste maatregel te bereiken.
    Voor de maatregelen die zijn getroffen om ongewenste verspreiding van bijzondere informatie te voorkomen verwijs ik naar de Kabinetsreactie en bijbehorende bijlage die op 13 december jl. aan uw Kamer is toegezonden. Voorbeelden van concrete maatregelen die door de NCTV zijn getroffen zijn:
    De omvangrijke stappen die reeds sinds de aanhoudingen en naar aanleiding van het ADR rapport zijn gezet illustreren dat de aanbevelingen met de nodige urgentie en zorgvuldigheid zijn opgepakt en zullen blijven worden opgepakt. Er zal in het verdere proces continu getoetst worden waar nog verdere verbeteringen doorgevoerd kunnen worden.

  • Vraag 66
    Welke maatregelen gaat de NCTV nemenom ongewenste verspreiding te voorkomen?

    De NCTV houdt rekening met het feit dat alle typen gerubriceerde informatie in meer of mindere mate zijn gecompromitteerd.

  • Vraag 67
    Is er duidelijk voor de diensten van welke classificatie documenten zijn gelekt door de verdachte in kwestie?

    Ik kan niet ingaan op het individuele geval.

  • Vraag 68
    Waaruit bleek dat de verdachte «de rollen van analist/tolk niet goed kon scheiden en soms informatie van de ene organisatie gebruikte binnen een andere organisatie»?

    Omwille van de vertrouwelijkheid kan ik geen uitspraken doen over aantallen en functies van individuele werknemers. Wel kan ik uw Kamer in algemene zin meegeven dat het gaat om een zeer beperkt aantal. Ten aanzien van het bekleden van dubbelfuncties verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 25.

  • Vraag 69
    Hoeveel mensen hebben bij de NCTV een dubbelfunctie vergelijkbaar met de mannelijke verdachte?

    De ADR heeft geen persoonsgericht onderzoek gedaan, zoals reeds meermaals aan uw Kamer gemeld. Ik kan niet ingaan op zaken die raken aan het strafrechtelijk onderzoek, waar deze vraag op ziet.

  • Vraag 70
    Waarom lees ik in het onderzoek weinig over de tweede persoon (de vrouw)? Waaruit bestonden haar handelingen?

    Voor het staatsgeheime digitale archiefsysteem waren reeds maatregelen ingericht in lijn met het «need to know» principe. Deze procedures voor dit archiefsysteem zijn aangescherpt naar aanleiding van deze casus. Dit betekent dat alleen die medewerkers de documenten te zien krijgen die dit ook echt nodig hebben voor hun werk. Ook het archief is nog maar beperkt toegankelijk, en inzage kan alleen na toestemming van een directeur op een specifieke vraag. De politie werkt niet met het staatsgeheime digitale archiefsysteem.

  • Vraag 71
    Is de beperkte toegang van de politie en NCTV tot het staatsgeheime digitale archiefsysteem vanuit het «need to know» principe? Van hoeveel personen is de toegang ingetrokken?

    Ten aanzien van het loggingsysteem van de NCTV verwijs ik u naar de beantwoording van vraag 56. De politie stelt zelf geen staatsgeheime documenten op, maar kan deze wel ontvangen van partners. Er vindt logging plaats binnen het systeem van de politie waarin dit type informatie wordt ontvangen.

  • Vraag 72
    Gaat er nu ook een log bijgehouden worden hoe medewerkers omgaan met staatsgeheime documenten?

    Er is geen sprake van een open autorisatie. Autorisaties worden door de leiding toegekend aan de hand van werkzaamheden en screeningsniveau. Het is dan ook niet toegestaan elkaar toegang te verlenen.

  • Vraag 73
    Hoe gaat het «capaciteitsprobleem» opgelost worden dat beide diensten zeggen te hebben?

    Sinds de aanhoudingen zijn er binnen de NCTV en politie direct maatregelen getroffen. Het gaat dan om zowel noodmaatregelen als gelijktijdig ingezette maatregelen gericht op de lange(re) termijn. Voor een overzicht van deze maatregelen verwijs ik u naar de kabinetsreactie op het ADR-rapport van 13 december en de bijlage daarbij.

  • Vraag 74
    In hoeverre wordt de open autorisatie ingeperkt, en het elkaar toegang verlenen?

    Zoals ook aangegeven in de bijlage bij de kabinetsreactie heeft de politie reeds maatregelen getroffen om te verzekeren dat tolken passende faciliteiten hebben om hun werk te doen. Tolken hebben een eigen basispolitieaccount met zeer beperkte toegangsrechten. Er zijn faciliteiten om veilig te werken op politielocaties en er zijn veilige digitale middelen beschikbaar om bij hoge uitzondering werkzaamheden vanaf afstand uit te voeren. De politie inventariseert momenteel of er voldoende veilige faciliteiten zijn voor tolken op politielocaties. Zo niet, dan zal het aantal faciliteiten worden uitgebreid.
    Verder is de politie reeds gestart met het opstellen van een gedetailleerd werkproces op basis van het geldende beleid, zodat relevante teams en personen eenvoudig praktische informatie voorhanden hebben inzake het veilig werken met tolken

  • Vraag 75
    Wat zijn de maatregelen omtrent de toegang van de tolken of vergelijkbare functies tot de systemen die nu nog de autorisatie van de rechercheur nodig hebben?
  • Mededeling - 5 februari 2025

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Emiel van Dijk (PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht inzake het Rapport dat de beveiliging staatsgeheimen NCTV en politie niet op orde is (ingezonden 15 januari 2025) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2025Z00386
Volledige titel: Het bericht inzake het Rapport dat de beveiliging staatsgeheimen NCTV en politie niet op orde is.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-1495
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Emiel van Dijk over het antwoord op vragen over over het antwoord op vragen over het bericht ‘inzake het Rapport dat de beveiliging staatsgeheimen NCTV en politie niet op orde is’