Ingediend | 9 december 2024 |
---|---|
Beantwoord | 7 januari 2025 (na 29 dagen) |
Indiener | Chris Stoffer (SGP) |
Beantwoord door | Caspar Veldkamp (NSC) |
Onderwerpen | bestuur internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z20575.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-975.html |
Ja, daar ben ik mee bekend.
Nee het raadplegen van de handreiking gebeurt op vrijwillige basis.
Nee, het is geen verplichting maar een streven.
Er is niet in FBB-trainers geïnvesteerd.
De rol van een gender focal point is geen voltijdstaak. Gender focal points fungeren als eerste vraagbaak binnen een afdeling, directie of ambassade. Deze rol wordt vervuld als onderdeel van het takenpakket.
Nee, er zijn en worden geen extra ambtenaren aangenomen om de rol van gender focal point te vervullen.
Er bestaat geen verplicht minimum aantal uren dat een gender focal point aan zijn/haar rol moet besteden. De tijdsbesteding varieert afhankelijk van de lokale context en de in het jaarplan van de post geformuleerde doelstellingen.
De bezuinigingen op het ambtelijk apparaat worden momenteel in kaart gebracht en zullen vanaf 2026 hun beslag krijgen.
Gedoeld wordt op het feit dat homoseksualiteit in meer dan 60 landen strafbaar is. In een aantal landen staat op homoseksualiteit de doodstraf.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken streeft naar het voldoen aan de rijksbrede ambities t.a.v. diversiteit en inclusie, door het beleid systematisch en blijvend te versterken met als doel een gelijke man/vrouw vertegenwoordiging op leidinggevende functies op de werkvloer, in zowel de top leidinggevende functies van het ministerie als in alle schalen daaronder. Dit om gevolg te geven aan zowel de rijksbrede als departementale doelstellingen. Om deze doelstelling te bereiken worden personeelsbeleid-instrumenten ingezet zoals breed werven en inclusief selecteren.2
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken volgt het rijksbrede beleid t.a.v. streefcijfers en quota voor bepaalde groepen.
Conform de Kamerbrief van 8 november 2022 over het feministisch buitenlands beleid3 gaat feminisme over «gelijke rechten en gelijkwaardigheid».
Er zijn wereldwijd veel verschillende intersectional policy analysis tools die door allerlei organisaties en overheden worden gebruikt om de effecten van (beoogd) beleid of programma’s te meten. De genoemde tool is gezamenlijk ontwikkeld door 4 netwerken en 21 organisaties uit het Nederlands maatschappelijk middenveld en het Voice fonds en opgenomen als voorbeeld in de handreiking.4
Het Rijk – en daarmee het Ministerie van Buitenlandse Zaken – ziet de meerwaarde van divers samengestelde teams, zoals met uw Kamer gedeeld in de Kamerbrief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkaangelegenheden «Breed werven en objectief selecteren binnen de Rijksoverheid».5 Voor het goed functioneren van de overheid is het belangrijk dat het personeelsbestand van het Rijk divers is samengesteld. De samenkomst van verschillende perspectieven, achtergronden, oriëntaties en kennis stelt rijksambtenaren in staat om beleid samen en in verbinding met de samenleving te maken, hetzelfde geldt voor de dagelijkse uitvoering en de controle daarop. Dit zijn doelstellingen, die voor Buitenlandse Zaken zowel in Den Haag als op de (kleinere) posten gelden.
Het Rijk – en het Ministerie van Buitenlandse Zaken – gaat ervan uit dat diversiteit (in alle vormen) de kerncompetenties zal versterken. Meer variatie in visies en oplossingen resulteert in meer creativiteit en innovatie, betere resultaten en beter beleid.6
Het ontzeggen van toegang tot seksuele en reproductieve gezondheidsdiensten kost mensenlevens. Per dag sterven er 800 vrouwen en meisjes tijdens de zwangerschap of door een bevalling. Onveilige abortus is daar een van de belangrijkste oorzaken van.7 Als vrouwen niet zelf over hun geboorteplanning kunnen beslissen doordat hun toegang tot deze zorg ontzegd wordt, heeft dat gevolgen op veel andere terreinen van hun leven, zoals onderwijs en arbeid. Dit draagt bij aan discriminatie.
De ambitie dat 85% van de ODA-uitgaven gender «significant» moet zijn, is een ambitie van de EU, waar Nederland en andere EU lidstaten zich aan gecommitteerd hebben middels het Gender Action Plan III. Dit plan III is per 21 november 2023 verlengd tot eind 2027. Gender «significant» betekent dat gender in een gefinancierd programma een belangrijke en weloverwogen doelstelling is, maar niet de belangrijkste reden om het programma uit te voeren. Dit komt ten goede aan de effectiviteit van de programma’s die voor iedereen positieve resultaten moeten opleveren.