Ingediend | 5 december 2024 |
---|---|
Beantwoord | 20 januari 2025 (na 46 dagen) |
Indiener | Jimmy Dijk |
Beantwoord door | Eelco Heinen (VVD) |
Onderwerpen | bouwnijverheid economie organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z20370.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1059.html |
Ja, ik heb kennis genomen van het artikel. In het artikel wordt ingegaan op enkele private equity bedrijven die investeren in onderhouds- en renovatiebedrijven. In een open economie is het gebruikelijk dat bedrijven en partijen investeren in andere bedrijven, waaronder onderhouds- en renovatiebedrijven- die voor woningcorporaties opdrachten uitvoeren.
De markt voor het onderhouden van huurwoningen van woningcorporaties is tot nu toe erg versnipperd en is in handen van veelal lokale en relatief kleine onderhouds- en renovatiebedrijven. De laatste jaren zijn er ook private equity bedrijven actief op deze markt door te investeren in deze onderhouds- en renovatiebedrijven. Zij proberen de winstgevendheid van bedrijven waarin zij investeren te vergroten. Veelal gebeurt dat door verschillende bedrijven samen te voegen en op die manier efficiënter te werken. Daarnaast kunnen de samengevoegde onderhoudsbedrijven door de schaalgrootte grote opdrachten aannemen. Deze ontwikkeling past binnen een open economie en ik zie vooralsnog geen signalen die mij zorgen baren.
De toezichthouder Autoriteit woningcorporaties (hierna Aw) constateert in de Staat van de corporatiesector 20234 dat de uitgaven aan onderhoud en verbetering, gecorrigeerd voor de algemene bouwkostenstijging, in de periode 2018 t/m 2022 een bescheiden toename laten zien. De Aw constateert dat deze bescheiden toename wijst op extra onderhoud en verbetering door woningcorporaties, maar dat niet precies is vast te stellen hoeveel omdat niet bekend is waar het geld precies aan uit is gegeven. Op basis van deze informatie deel ik de stelling dan ook niet dat de kosten voor woningcorporaties enorm omhoog zijn gegaan als gevolg van private equity overnames bij onderhouds- en renovatiebedrijven.
De Aw geeft wel aan te zien dat er een toename is van private equity overnames bij onderhoudsbedrijven die voor woningcorporaties werken. Volgens de Aw is dit een ontwikkeling om kritisch te volgen, aangezien dit bij andere sectoren tot prijsstijgingen heeft geleid. De Aw trekt echter niet de conclusie dat de bescheiden toename in de uitgaven aan onderhoud en verbetering is toe te schrijven aan private equity overnames. De toezichthouder adviseert woningcorporaties wel om zoveel mogelijk de regie in eigen handen te houden. Deze aanbeveling van de Aw onderschrijf ik.
De genoemde uitgaven zijn afkomstig uit de Aedes benchmark van 2023 en hebben enkel betrekking op planmatig onderhoud. Voor de beoordeling van de toename van de totale onderhoudsuitgaven dient ook rekening te worden gehouden met de uitgaven aan mutatie- en reparatieonderhoud. Het een heeft namelijk invloed op het ander. Zo zal het reparatieonderhoud doorgaans afnemen nadat er planmatig onderhoud is uitgevoerd. Voor de beoordeling van de toename van de totale onderhoudslasten in de periode 2018 t/m 2022 verwijs ik naar het antwoord op vraag 3.
Woningcorporaties hebben een grote volkshuisvestelijke taak in het onderhouden en verduurzamen van hun huurwoningen. Daarnaast hebben woningcorporaties een grote opgave in het toevoegen van nieuwbouwwoningen en in het voorzien van betaalbare huurwoningen en leefbare wijken. Gezien deze grote opgave is het een goede ontwikkeling dat woningcorporaties zich verder blijven professionaliseren en daarbij ook kritisch kijken naar de partners aan wie zij hun onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uitbesteden. Ook is het goed dat woningcorporaties continue kijken naar mogelijkheden om de manier waarop zij zaken met bedrijven doen te verbeteren. Woningcorporaties kunnen daarbij mogelijk kosten besparen door via schaalvergroting efficiënter te werken. Dat vereist ook dat er onderhouds- en renovatiebedrijven beschikbaar zijn die grote(re) opdrachten kunnen uitvoeren. Schaalvergroting aan de kant van deze onderhoudsbedrijven kan vanuit dat perspectief bijdragen aan bij de behoefte van woningcorporaties. Daarbij dient de corporatie uiteraard de kwaliteit van het geleverde werk in de gaten te houden.
Zoals hiervoor aangegeven worden de onderhouds- en renovatiewerkzaamheden veelal uitgevoerd door lokale aannemers. Dat private equity bedrijven overnames doen in deze sector is op zichzelf geen zorgwekkende ontwikkeling en er zijn mij geen signalen bekend dat deze overnames momenteel leiden tot een overmatige marktconcentratie en bovenmatige prijsstijgingen. Het kan ook juist een positieve ontwikkeling zijn als deze onderhoudsbedrijven door samenvoeging efficiënter en effectiever te werk gaan. Bij voldoende aanbieders op de markt leidt dit tot gezonde marktwerking en kan schaalvergroting juist leiden tot lagere inkoopprijzen voor woningcorporaties. Juist in een sector waarin er krapte is op de arbeidsmarkt is efficiency en innovatie nodig om de noodzakelijke onderhouds- en renovatiewerkzaamheden uitgevoerd te krijgen. Corporaties kunnen er daarnaast ook voor kiezen om een groot deel van het onderhoudswerk door een eigen interne onderhoudsdienst te laten uitvoeren. Niettemin deel ik de mening van de Aw dat we de ontwikkelingen rondom private equity en schaalvergroting in de sector voor onderhoudsbedrijven goed moeten blijven volgen. Tot slot wordt door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) toezicht gehouden op overnames en fusies. De ACM toetst of fusies en overnames die moeten worden gemeld een negatief effect hebben op de mededinging en voorkomt daarmee dat er een machtspositie kan ontstaan of dat deze wordt versterkt.
Hierbij deel ik u mede dat de aan de Minister van Financiën gestelde vragen van het lid Dijk (SP) over over private equity die jaagt op corporatiemiljarden (ingezonden op 5 december 2024, met kenmerk 2024Z20370) aan mij zijn overgedragen en niet binnen de termijn van drie weken kunnen worden beantwoord. Voor de beantwoording van de vragen is meer tijd nodig. Het streven is om de beantwoording zo spoedig mogelijk te versturen.