Ingediend | 4 december 2024 |
---|---|
Beantwoord | 24 januari 2025 (na 51 dagen) |
Indiener | Queeny Rajkowski (VVD) |
Beantwoord door | Schoof , Judith Uitermark (NSC), Ruben Brekelmans (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid staatsveiligheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z20206.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-1115.html |
De Tijdelijke Wet wordt, zoals eerder aan de Kamer gemeld, thans in overleg met de CTIVD gedeeltelijk toegepast. In overleg tussen de diensten en de CTIVD zijn afspraken gemaakt over de bevoegdhedendie, ondanks de huisvestingsproblematiek en het daarmee samenhangende personeelstekort bij de CTIVD, inmiddels al ingezet kunnen worden onder de Tijdelijke Wet. Per brief is 4 september jl. met de Kamer gedeeld dat voor een aantal bestaande bevoegdheden de Tijdelijke wet voorziet in een accentverschuiving in het stelsel van toetsing en toezicht: van toetsing voorafgaand aan de operatie door de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) naar toezicht tijdens en achteraf door de CTIVD, met bindende bevoegdheden (Kenmerk: Kamerstukken II, 2023–2024, 36 263, nr. 44). Een aantal van deze bevoegdheden wordt nu nog toegepast onder het toezichtsregime van de huidige Wiv 2017 en nog niet onder het regime van de Tijdelijke Wet, maar over de toepassing van deze bevoegdheden en het benodigde toezicht daarop voeren de Commissie en de diensten continu overleg.
In november vorig jaar is de Kamer gemeld dat de planning erop was gericht de verhuizing van de CTIVD in januari mogelijk te maken. Inmiddels is de planning van de volledige werkzaamheden uitgewerkt en aanbesteed en is duidelijk dat de verhuizing eind maart zijn beslag zal krijgen.
In november is de Kamer tevens gemeld dat dat de CTIVD de werving van extra personeel ter hand nam. Met de aanstaande verhuizing in het vooruitzicht heeft de CTIVD gemeld de lopende personeelswerving te intensiveren. De toezichthouder en de diensten zullen, ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid, in overleg de instroom van personeel van de CTIVD gelijke tred laten houden met de toepassing van de hiervoor genoemde bevoegdheden. Daarmee wordt maximaal voortvarend toegegroeid naar volledige toepassing van de Tijdelijke Wet. Uitgangspunt is en blijft volledige toepassing van de Tijdelijke wet onder het noodzakelijke onafhankelijke toezicht, op de kortst mogelijke en voor alle partijen uitvoerbare termijn.
Op 4 december stelde het lid Rajkowski vragen (kenmerk: 2024Z20206) naar aanleiding van de brief «stand van zaken huisvesting CTIVD». De vragen zien op de timing van het inzetten van taken en bevoegdheden door de inlichtingen- en veiligheidsdiensten als gevolg van de invoering van de Tijdelijke Wet, nu de grootste facilitaire vragen rond de tijdelijke huisvesting van de CTIVD opgelost zijn. De benodigde afstemming met de diverse betrokken partijen vergt meer tijd waardoor het niet mogelijk is gebleken deze vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.