Kamervraag 2024Z18892

Het bericht 'Een derde van de schoolbestuurders laat zich maximaal belonen'

Ingediend 20 november 2024
Beantwoord 18 december 2024 (na 28 dagen)
Indiener Arend Kisteman (VVD)
Beantwoord door Mariëlle Paul (VVD)
Onderwerpen onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z18892.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-873.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het bericht «Een derde van de schoolbestuurders laat zich maximaal belonen»?1

    Ja, ik ben bekend met het bericht.

  • Vraag 2
    Hoe beoordeelt u het feit dat veel schoolbestuurders worden beloond tot vlak onder het wettelijke maximum van de Wet normering topinkomens en hoe beoordeelt u voorts dat in 51 gevallen de maximale norm werd overgeschreden?

    Ik vind het belangrijk dat er zuinig wordt omgegaan met onderwijsgeld en dat bestuurders niet bovenmatig worden betaald. We hebben daarom ook een wet om dit te regelen. De WNT bevat voor het onderwijs verlaagde maxima die gebaseerd zijn op een uitgebalanceerde systematiek, waarbij een lager maximum geldt als de onderwijsinstelling wat aansturing en besturing betreft minder complex is.2 Onder dit maximum heeft de Raad van Toezicht (RvT) zelf de verantwoordelijkheid om de bezoldiging van de bestuurders vast te stellen. Dit mag vlak onder het toepasselijk maximum zijn. Ik ga ervanuit dat de RvT hierin een zorgvuldige afweging maakt. Consequentie van een bezoldiging op of vlak onder het maximum is echter wel dat de instelling voortdurend alert moet zijn op het niet overschrijden van het maximum.
    Op basis van de gegeven motiveringen voor overschrijdingen zie ik dat er in de genoemde gevallen sprake is van zogenaamde «optische overschrijdingen». Dit zijn bijvoorbeeld nabetalingen van vakantiegeld of andere kosten die aan een eerder kalenderjaar toegerekend kunnen worden. In dat geval is dat volgens de wet, onder voorwaarden, toegestaan. Indien er wel sprake is van een overtreding dan kan de Inspectie van het Onderwijs handhavend optreden.

  • Vraag 3
    Klopt het dat er sinds 2022 een cao voor schoolbestuurders in het funderend onderwijs geldt en is u bekend welk effect dit heeft gehad op de salarissen van schoolbestuurders in het funderend onderwijs?

    Het klopt dat er sinds 2022 een cao voor schoolbestuurders in het funderend onderwijs is. Voor die tijd waren er twee aparte bestuurderscao’s voor het po en het vo. De bestuurderscao vo is in 2011 in werking getreden en de bestuurderscao po in 2013. Omdat de bestuurderscao’s en de WNT in dezelfde periode in werking zijn getreden en er in deze periode ook andere ontwikkelingen zijn geweest, is er geen causale relatie vast te stellen tussen de inwerkingtreding van de bestuurderscao’s en de ontwikkeling van de bezoldiging van bestuurders.
    Sinds invoering van de WNT en cao’s zien we dat het aandeel bestuurders met een bezoldiging boven het individueel toepasselijk maximum van de WNT is afgenomen. Tegelijkertijd is het aandeel bestuurders met een bezoldiging tussen 80–100% van het toepasselijk maximum toegenomen. De bezoldigingen van bestuurders in het funderend onderwijs lopen hierdoor minder uiteen dan daarvoor.

  • Vraag 4
    Trad deze cao, toen deze werd afgesloten, direct in werking voor alle schoolbestuurders in het funderend onderwijs of pas na het afsluiten van nieuwe arbeidscontracten?

    De cao bestuurders funderend onderwijs hanteert een overgangsrecht dat vergelijkbaar is met het overgangsrecht van de WNT. In de meeste gevallen zal de bezoldiging gedurende vier jaar in stand gehouden mogen worden, waarna deze in drie jaar afgebouwd moet worden tot het voor de bestuurder geldende maximum volgens de cao.
    In het geval dat de bestuurder de bezoldiging volgens de WNT al eerder moet verlagen, dan is de WNT leidend ten opzichte van de cao.

  • Vraag 5
    Kunt u aangeven wie bepaalt hoeveel salaris een bestuurder krijgt en wie toeziet of een schoolbestuurder hier ook daadwerkelijk recht op heeft?

    De RvT bepaalt de bezoldiging van een bestuurder en zorgt daarbij voor naleving van de WNT. De RvT houdt daarbij rekening met de zwaarte van de functie en individuele kenmerken van de bestuurder en kan bij de bepaling van de bezoldiging gebruikmaken van de Handreiking Remuneratiebeleid uit de cao voor bestuurders funderend onderwijs. Deze handreiking biedt de RvT handvatten bij het bepalen van een passende bezoldiging.
    De accountant (eerstelijns) en Inspectie van het Onderwijs (tweedelijns) zien toe of de bezoldiging voldoet aan de WNT. Indien de bezoldiging het WNT-maximum overschrijdt kan de Inspectie van het Onderwijs handhavend optreden.

  • Vraag 6
    Klopt het dat het salaris van schoolbestuurders wordt betaald vanuit de lumpsumpvergoeding en klopt het voorts dat hieruit ook leermiddelen, onderhouds- en schoonmaakkosten moeten worden betaald?

    Ja, dat klopt.

  • Vraag 7
    Is het mogelijk dat het uitbetalen van een maximale beloning aan een schoolbestuurder ten koste gaat van investeringen in deze andere middelen en deelt u de mening dat dat onwenselijk is?

    Ik vind het belangrijk dat middelen goed landen in de klas. Ik ga ervanuit dat de RvT een gedegen afweging maakt bij het vaststellen van de bezoldiging van de bestuurder. In het Regeerprogramma is het voornemen aangekondigd om een norm in te voeren voor de hoeveelheid middelen voor het primaire proces. Op deze manier moet het transparanter worden in welke mate middelen in de klas landen en kan daar binnen de schoolorganisatie ook het goede gesprek over worden gevoerd.

  • Vraag 8
    Kunt u aangeven of nevenfuncties inmiddels deel uitmaken van de publieke bezoldigingsnorm van de Wet normering topinkomens en hoe is dat vormgegeven?

    De WNT maximeert de totale bezoldiging als iemand bestuursfuncties bij meerdere WNT-instellingen vervult. Dit is de anticumulatiebepaling, die sinds 2018 van toepassing is. Deze maximering geldt niet als een topfunctionaris een functie als leidinggevende topfunctionaris (in dienstbetrekking) combineert met een functie als toezichthouder bij een andere WNT-instelling of een nevenfunctie bij een instelling die niet onder de WNT valt.
    In antwoord op vragen van leden Westerveld/Bromet3 (GroenLinks/PvdA) heeft voormalig Minister van Binnenlandse Zaken aangegeven de voor- en tegens van het verder aanscherpen van de anticumulatiebepaling naar toezichthoudende topfuncties bij WNT-instellingen uit te laten zoeken4. Deze informatie zal door de Minister van BZK met uw Kamer worden gedeeld als onderdeel van het aangekondigde wetgevingstraject naar aanleiding van de tweede evaluatie van de WNT.

  • Vraag 9
    Bent u het ermee eens dat schoolbestuurders onder de wettelijke norm van het beloningsplafond moeten blijven en hoe voorkomt u dat zij hier door het nemen van zogeheten geitenpaadjes de norm overschrijden?

    De wettelijke norm is er niet voor niets, en ik vind het belangrijk dat de bezoldiging van bestuurders onder het maximum blijft. Uit het artikel blijkt ook dat schoolbestuurders zich aan de WNT houden. Er is hier dus geen sprake van zogeheten geitenpaadjes om de WNT te ontlopen.
    Er wordt gewerkt aan een wetsvoorstel waarin nadere eisen worden gesteld aan het bestuur en intern toezicht dat naar verwachting in de eerste helft van 2025 in internetconsultatie gaat. Daarin stel ik aanvullende eisen aan het bestuur en intern toezicht in het funderend onderwijs. Dit wetsvoorstel strekt ertoe de kwaliteit van onderwijsbesturen en intern toezicht te verhogen. Ook worden hier nadere integriteitseisen in vastgelegd. Deze eisen worden nog nader uitgewerkt. Dit wetsvoorstel ziet echter niet op de bezoldiging van bestuurders, omdat deze al via de WNT wetgeving geregeld is.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z18892
Volledige titel: Het bericht 'Een derde van de schoolbestuurders laat zich maximaal belonen'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-873
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kisteman over het bericht 'Een derde van de schoolbestuurders laat zich maximaal belonen'