Ingediend | 13 november 2024 |
---|---|
Beantwoord | 12 december 2024 (na 29 dagen) |
Indiener | Ismail El Abassi (DENK) |
Beantwoord door | van Weel |
Onderwerpen | bestuur rijksoverheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z18292.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-798.html |
Het was een goed debat waarin alle aspecten en zienswijzen op het behandelde vraagstuk aan bod zijn gekomen. In het debat heb ik tot mijn spijt een ongelukkige verspreking gedaan.
Tijdens het vragenuur op 22 oktober jl. heb ik naar aanleiding van een vraag van Kamerlid Ergin een toelichting gegeven op de wijze waarop de politie omgaat met de bewaartermijn voor verwijderde politiegegevens. Om de Kamer een beeld te geven van de waarde van het gebruik van oude gegevens heb ik in mijn opening twee casussen daarvoor als voorbeeld gebruikt. De eerste zaak betreft de zaak van de moord op een Poolse vrouw. Deze zaak is opgelost. De andere zaak die ik tijdens het mondeling vragenuur besprak is die van de moord op Sjaak Gerwig. Per abuis heb ik genoemd dat beide zaken waren opgelost. Voor de zaak Sjaak Gerwig is dat helaas niet het geval.
Wat betreft het einde van de zaak had ik mijn woorden zorgvuldiger moeten kiezen. De zaak is niet afgerond. Dit is anders dan ik in het debat suggereerde.
Deze mening deel ik.
De zaak is tot op heden niet opgelost.
Ja. Overigens kan ik wel bevestigen dat in deze zaak het gebruik van oude gegevens heeft geleid tot nieuwe inzichten, zoals ik uw Kamer heb willen schetsen.
Ik kan mij voorstellen dat mijn verspreking tijdens het debat de nabestaanden van Sjaak Gerwig heeft geraakt en dat betreur ik. Daarom heb ik contact opgenomen met de nabestaanden om mijn excuses aan te bieden en mijn medeleven aan hen te betuigen. Ik kan mij voorstellen dat de jarenlange onzekerheid voor hen moeilijk is en ik hoop op een oplossing van deze zaak.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Ik hecht eraan uw Kamer juist te informeren en zal mij daarvoor blijven inspannen.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid El Abassi (DENK), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Minister begaat enorme flater: hij beweert dat moord op Utrechtse Sjaak in 1995 is opgelost, maar dat is niet zo» (ingezonden 13 november 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.