Kamervraag 2024Z17533

Het bericht “Evangelist op station Maastricht met machtsvertoon staande gehouden: 'Intimiderende en dreigende sfeer'

Ingediend 6 november 2024
Beantwoord 8 januari 2025 (na 63 dagen)
Indieners Mirjam Bikker (CU), Don Ceder (CU), Pieter Grinwis (CU)
Beantwoord door van Weel , Judith Uitermark (NSC), Chris Jansen (PVV)
Onderwerpen openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z17533.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-979.html
  • Vraag 1
    Hoe luidt uw reactie op het bericht «Evangelist op station Maastricht met machtsvertoon staande gehouden: «Intimiderende en dreigende sfeer»»?1

    Voor de regering staat voorop dat iedereen in Nederland de vrijheid heeft om zijn of haar geloof te belijden. Dat grondrecht staat niet ter discussie.
    De politie is ter plaatse geweest naar aanleiding van een melding van overlast door de Nederlandse Spoorwegen (NS). Het optreden van de politie is op basis van de kennis van de lokale situatie en onder de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Een melding van overlast kan in het algemeen worden gezien als handhaving van de openbare orde wat onderdeel is van de politietaak.
    Het is niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid om in te gaan op individuele zaken. De inzet van politie is een lokale aangelegenheid. Ik verwijs uw Kamer dan ook naar de beantwoording van vragen van de gemeenteraad van Maastricht door de burgemeester2.

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat de politie ter plaatse is geweest? Op welke manier heeft de politie vervolgens opgetreden? Kunt u aangeven om welke reden de politie op deze wijze ingegrepen heeft?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Bent u het eens met de stelling dat het zingen van christelijke liederen bij een stationspiano een geheel onschuldige activiteit betreft, wat de verbazing over handhavend ingrijpen door de politie voedt?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Bent u het eens met de stelling dat het handhavend optreden van de politie bij het zingen van liederen bij stationspiano’s zich slecht verhoudt tot de schaars beschikbare handhavingscapaciteit? Deelt u de mening dat de politie haar tijd beter kan besteden?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 5
    Kunt u aangeven op welke manier het ingrijpen van de politie bij het zingen van christelijke liederen zich verhoudt tot de vrijheid van godsdienst?

    Zonder diep in te gaan op deze individuele zaak kan ik uw Kamer laten weten dat ik van de burgemeester heb begrepen dat er door de politie geen beperkingen zijn opgelegd aan het samenkomen van de groep. De groep is vrijwillig vertrokken en er is geen sprake geweest van het aantasten van de vrijheid van godsdienst.

  • Vraag 6
    Herinnert u zich de antwoorden op de vragen van de leden Ceder, Grinwis en Bikker?2 Deelt u nog steeds de mening dat het uitdelen van folders met een christelijke boodschap op stations verboden kan worden met een beroep op huisregels? Erkent u dat dit voorbijgaat aan de vrijheid van godsdienst?

    Ja, deze antwoorden zijn mij bekend. Ten aanzien van de huisregels op stations kan het uitdelen van folders onder omstandigheden worden verboden. Dit gaat niet per definitie voorbij aan de vrijheid van godsdienst, maar bij het opstellen en het toepassen van de huisregels dient er wel rekening gehouden te worden met de bescherming van de grondrechten. Een verbod op het uitdelen van folders dient bijvoorbeeld af te worden gewogen tegen de bescherming van de godsdienstvrijheid en de vrijheid van meningsuiting.
    In ieder geval mag de inhoud van een folder in geen geval een rol spelen bij een verbod op het uitdelen daarvan en mag een verbod het uitoefenen van een grondrecht niet illusoir maken. Het is in voorkomend geval aan de rechter om te beoordelen of een verbod proportioneel is.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat de Nederlandse Spoorwegen (NS) te strikt handelen bij evangeliserende activiteiten op stations, waardoor de vrijheid van godsdienst zelfs in het gedrang zou kunnen komen? Deelt u de mening dat de NS hier meer ontspannen mee zouden moeten omspringen?

    Zowel de gebeurtenissen op het station Maastricht als die in 2023 op het station Utrecht Centraal, waar in de vraagstelling op wordt gedoeld, zijn in goede orde verlopen en in beide gevallen hebben betrokkenen vrijwillig ervoor gekozen om te stoppen met hun activiteiten. Daarbij is wel een beroep gedaan op de inzet van de politie.
    Binnen de stations zijn de NS en ProRail als beheerder bevoegd om huisregels op te stellen. Deze regels dragen bij aan schone, prettige en veilige stationsgebouwen. Een van deze huisregels is dat er schriftelijk toestemming nodig is voor het maken van reclame en het verspreiden van teksten bij het organiseren van een evenement op het station. Voor de activiteiten op station Maastricht op 1 november jl. was voorafgaand geen toestemming gevraagd.
    Daarnaast verbiedt artikel 72 van de Wet Personenvervoer 2000 (WP2000) een ieder die zich zodanig gedraagt dat de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord en is een ieder op basis van artikel 73 verplicht de aanwijzingen van de vervoerder op te volgen. De huisregels voor stations en de daaropvolgende handhaving komen daarmee voort uit de wettelijke verplichtingen. Bij een orde verstorende gebeurtenis speelt het onderwerp van de verstoring geen rol en gelden de algemene regels voor alle gebruikers van een station.
    De NS handelt bij iedere ordeverstoring op gelijke wijze op basis van de geldende huisregels. Op dit moment zie ik daarom geen reden om met de NS in gesprek te gaan over de huisregels of de handhaving hiervan op stations.
    Meer in zijn algemeenheid kan ik uw Kamer meegeven dat de Taskforce Bestrijding Antisemitisme ook gaat kijken naar veiligheidsconsequenties bij sit ins op NS-stations, zoals aangekondigd in de Strategie Bestrijding Antisemitisme 2024–2030.4

  • Vraag 8
    Bent u bereid om in gesprek te treden met de NS over het harde ingrijpen bij evangelisatieactiviteiten, zoals we vorige week en vorig jaar hebben kunnen zien? Bent u bereid de NS te wijzen op het grote belang van de vrijheid van godsdienst en de zorgvuldigheid waarmee de vrijheid van godsdienst benaderd moet worden? Bent u bereid afspraken met de NS te maken over hoe (niet) op te treden bij evangelisatieactiviteiten op stations, teneinde hier meer ontspannen mee om te gaan? Kunt u de Kamer inlichten over de uitkomsten van dit gesprek? Zo nee, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Mededeling - 29 november 2024

    Hierbij deel ik u, mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Bikker, Ceder en Grinwis (allen ChristenUnie), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Evangelist op station Maastricht met machtsvertoon staande gehouden: «Intimiderende en dreigende sfeer»« (ingezonden 6 november 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z17533
Volledige titel: Het bericht “Evangelist op station Maastricht met machtsvertoon staande gehouden: 'Intimiderende en dreigende sfeer'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20242025-979
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Bikker, Ceder en Grinwis over het bericht 'Evangelist op station Maastricht met machtsvertoon staande gehouden: 'Intimiderende en dreigende sfeer''