Ingediend | 31 oktober 2024 |
---|---|
Beantwoord | 16 december 2024 (na 46 dagen) |
Indiener | Doğukan Ergin (DENK) |
Beantwoord door | van Weel |
Onderwerpen | recht strafrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z17208.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-823.html |
Ja, daar ben ik mee bekend.
Mishandeling (van een hoogbejaarde vrouw) is afschuwelijk en keur ik te allen tijde af.
Het college van B&W van Den Haag heeft in antwoorden op raadsvragen laten weten dat de verdachte strafrechtelijk wordt vervolgd door het Openbaar Ministerie.2 Daarnaast staat slachtofferhulp Nederland in nauw contact met het slachtoffer en heeft de politie extra maatregelen getroffen, waaronder verscherpt toezicht in de straat waar het slachtoffer woonachtig is. Tenslotte is de gemeente in contact met de woningcorporatie om een passende en duurzame oplossing te vinden.
Het college van B&W van Den Haag heeft laten weten dat er bij de politie twee meldingen van overlast bekend zijn. Op 27 juni 2024 is de eerste melding binnengekomen, gevolgd door een melding op 4 juli 2024. Ten aanzien van beide meldingen is door de politie inzet gepleegd om de overlast te doen stoppen. De politie tracht, waar mogelijk, bemiddelend op te treden bij dit soort incidenten en/of verwijst door naar relevante instanties, zoals woningcorporaties.
Vanwege de privacy van de beide partijen kan ik verder niet inhoudelijk op deze casus ingaan.
Zie antwoord vraag 4.
Ik vertrouw net als het college van Den Haag op het professioneel handelen van de politie en het Openbaar Ministerie in deze zaak.
Een wethouder van Den Haag is namens het college van Den Haag bij het slachtoffer en de familie geweest om medeleven te betuigen. Daarnaast is er vanuit de gemeente Den Haag contact met het slachtoffer en de familie van het slachtoffer.
Ik vind dat verschrikkelijk en keur dat ten zeerste af. Iedereen moet zich veilig kunnen voelen.
Het college van B&W van Den Haag heeft in antwoorden op raadsvragen laten weten dat een woningcorporatie als beleid heeft dat iedere bewoner zich volgens de wet als goed huurder moet gedragen en geen overlast of onenigheid voor omwonenden mag (laten) veroorzaken. Een bewoner heeft in eerste instantie een eigen verantwoordelijkheid om overlast of onenigheid zelf op te lossen en/of te melden bij de woningbouw en/of de politie. Iedere melding neemt de woningcorporatie serieus. Er vindt onderzoek plaats en zij proberen dit samen met bewoners op te lossen. Als er een strafbaar feit is gepleegd met betrekking tot intimidatie of geweld wordt er doorverwezen naar de politie voor het doen van aangifte.
Het college van B&W van Den Haag heeft laten weten dat de vraag naar een eventueel motief onderdeel uitmaakt van het onderzoek onder leiding van het Openbaar Ministerie. Zoals hierboven aangegeven kan hier niet op worden vooruitgelopen.
In algemene zin is er veel aandacht voor de aanpak van discriminatie. De politie zet stevig in op de aanpak van incidenten waarbij mogelijk sprake is van discriminatie. Elke melding wordt uiterst serieus genomen. In de gesprekken met aangevers streeft de politie ernaar hen zo goed mogelijk verder te helpen. Daarbij hoort ook het doorverwijzen naar het antidiscriminatie meldpunt. Dit gebeurt ook als mensen telefonisch contact opnemen met de politie via 0900-8844.
De politie heeft binnen haar organisatie aandacht voor het vergroten van het kennisniveau en de bewustwording ten aanzien van het thema discriminatie. Zo zijn en worden politiemensen van onder meer het Regionaal Service Centrum, Intake en Service en politiemensen die werkzaam zijn in de basispolitiezorg voorgelicht via interne sessies. Binnen de politie-eenheid Den Haag zijn meerdere medewerkers voor discriminatiefeiten werkzaam. Iedere twee weken wordt door de politie een overzicht van discriminatie-incidenten gegenereerd dat met het OM en de antidiscriminatie voorzieningen wordt gedeeld en besproken.
Het is zeer zorgwekkend dat burgers discriminatie ervaren. Dat dit veelvoorkomend is blijkt uit verschillende onderzoeken.3 Jaarlijks wordt er een rapport over registraties van discriminatie-incidenten door de politie, en meldingen bij anti-discriminatievoorzieningen en andere organisaties in Nederland naar de Kamer gestuurd.4 In deze rapportages worden ook de cijfers ten opzichte van vorige jaren weergegeven. Daarnaast wordt er context aan de cijfers meegegeven. Het Openbaar Ministerie publiceert jaarlijks een rapport «Stafbare Discriminatie in Beeld».5
Ja, ik ben bekend met het rapport. Om te bezien waar aanvullende maatregelen voor de aanpak van moslimdiscriminatie nodig zijn, wordt een Nationaal Onderzoek naar Moslimdiscriminatie uitgevoerd. In het eerste kwartaal van 2025 zal de Staatssecretaris Participatie en Integratie aan de Tweede Kamer de uitkomsten van dit Nationale onderzoek naar Moslimdiscriminatie toesturen. Onderdeel van dit onderzoek is een literatuuronderzoek, waarbij relevante rapporten zoals van het bureau van de EU voor de grondrechten meegenomen worden.
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 11.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Ergin (DENK), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de mishandeling van een bejaarde vrouw in Den Haag (ingezonden 31 oktober 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.