Ingediend | 30 oktober 2024 |
---|---|
Beantwoord | 14 november 2024 (na 15 dagen) |
Indieners | Daniëlle Hirsch (GL), Kati Piri (PvdA) |
Beantwoord door | Reinette Klever (PVV), Caspar Veldkamp (NSC) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z17175.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-547.html |
Dit zijn zorgelijke ontwikkelingen. Het is van belang dat zorgen over de neutraliteit van de organisatie geadresseerd worden en dat UNRWA de aanbevelingen uit het Colonna-rapport implementeert. De noden in de regio zijn groot, in het bijzonder in Gaza. Het wegvallen van UNRWA zal de dramatische situatie daar alleen maar erger maken.
Israël behoudt op basis van het bezettingsrecht de plicht de bevolking van de bezette Palestijnse gebieden te voorzien van noodzakelijke levensmiddelen en andere noodzakelijke voorzieningen. Voor zover deze op dit moment door UNRWA worden verzorgd, dient Israël zeker te stellen dat toereikende alternatieven beschikbaar zijn. Ook heeft Israël de plicht de toegang voor humanitaire hulp toe te staan en te faciliteren.
De Minister van Buitenlandse Zaken heeft de dag na de aanname van de wetten contact opgenomen met de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken om de zorgen van het kabinet te uiten. Vervolgens hebben de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp hun zorgen geuit op X. Ook is Nederland betrokken geweest bij de totstandkoming van de EU27 verklaring4 en de conclusies van de Europese Raad5.
Zie antwoord vraag 2.
De humanitaire context in Gaza is zeer zorgelijk, de voedselzekerheidssituatie blijft kritiek en humanitaire organisaties, waaronder VN-organisaties, de Rode Kruis- en Halve Maanbeweging en ngo’s, hebben nog altijd onvoldoende toegang om hulp te bieden op de schaal die nodig is. Het kabinet blijft onverkort bij de Israëlische autoriteiten aandringen op het verbeteren van humanitaire toegang. UNRWA speelt momenteel een cruciale rol in het bieden van hulp in Gaza, onder uiterst moeilijke omstandigheden.
Strenge handhaving van het wettelijk verbod op UNRWA zal nagenoeg alle hulporganisaties in Gaza raken. Hulporganisaties waarschuwen ervoor dat zij de toestroom van hulpbehoevenden bij wegvallen van UNRWA niet kunnen opvangen, nog los van de vraag of hun mandaten dit zouden toelaten. Daarnaast maken de meeste hulporganisaties die actief zijn in Gaza gebruik van het personeel, de expertise en de faciliteiten van UNRWA. Zonder deze structuur zouden zij (delen van) hun hulpactiviteiten niet meer kunnen implementeren. Ook kunnen leraren, dokters of verpleegkundigen die momenteel voor UNRWA werken niet zomaar vervangen worden door gekwalificeerde mensen van andere organisaties.
In dit stadium is het te vroeg om te speculeren over mogelijke consequenties. Samen met andere landen dringt het kabinet er bij de Israëlische regering op aan om internationale verplichtingen te respecteren en de impact van de wetgeving zorgvuldig te overwegen voordat ze verdere actie onderneemt en de wetten in werking treden.
Als UNRWA het mandaat niet (of slechts ten dele) kan uitvoeren, heeft dat een grote impact op de humanitaire situatie, mogelijkheden voor basisdienstverlening als onderwijs en gezondheidszorg en, daarmee, de stabiliteit in de regio. De Commissaris Generaal Lazzarini waarschuwt voor het ontstaan van een vacuüm als dienstverlening door UNRWA wegvalt. Verdere onrust in de regio is in niemands belang, ook niet van Israël.
Deze verantwoordelijkheid is een internationaalrechtelijke verplichting onder het bezettingsrecht. Israël heeft op basis van het bezettingsrecht de plicht de bevolking van de bezette Palestijnse Gebieden te voorzien van noodzakelijke levensmiddelen en andere noodzakelijke voorzieningen. Voor zover deze op een nader moment niet langer door UNRWA verzorgd kunnen worden, dient Israël zeker te stellen dat toereikende alternatieven beschikbaar zijn.
Ja.
Het zekerstellen van humanitaire hulp aan de Gaza is van groot belang. Zoals gesteld is het potentieel onmogelijk maken van het werk van UNRWA op dit moment niet de juiste weg voorwaarts. De noden in de regio en vooral in de Gazastrook zijn daarvoor simpelweg te groot. Het wegvallen van UNRWA zal de dramatische situatie daar alleen maar erger maken.
Het Internationaal Gerechtshof heeft in het advies inzake de bezetting van de Palestijnse Gebieden geoordeeld dat de aanwezigheid van Israël in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, in strijd is met het internationaal recht. Het Hof stelt tevens dat het nederzettingenbeleid van Israël in de Westelijke Jordaanoever, inclusief Oost-Jeruzalem, in strijd is met het internationaal recht. Het voornemen om huizen te bouwen op het terrein waar het hoofdkantoor van UNRWA op gevestigd is in Oost-Jeruzalem is derhalve in strijd met het internationaal recht.
Ja. UNRWA heeft een door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties verleend mandaat voor het leveren van essentiële hulp en basisdiensten aan Palestijnse vluchtelingen, onder meer op gebied van gezondheidszorg en onderwijs in afwachting van een duurzame politieke oplossing.
Alvorens UNRWA diensten kan leveren dient het gastland – of Israël voor de bezette Palestijnse Gebieden – daarmee in te stemmen. Nadat Israël in juni 1967 de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook bezette, heeft Israël UNRWA gevraagd om assistentie te verlenen ten aanzien van Palestijnse vluchtelingen. Dit verzoek en de acceptatie daarvan door UNRWA is neergelegd in de zogeheten Comay-Michelmore Exchange of Letters. De overeenkomst voorziet in de mogelijkheid tot eenzijdige opzegging en dus kan Israël deze overeenkomst opzeggen. Dat er in de Algemene Vergadering van de VN brede steun bestaat voor het mandaat van UNRWA staat buiten kijf.
Zoals gesteld is het te vroeg om te speculeren over mogelijke consequenties. Samen met andere landen dringt het kabinet er bij de Israëlische regering op aan om internationale verplichtingen te respecteren en de impact van de wetgeving zorgvuldig te overwegen voordat ze verdere actie onderneemt en de wetten in werking treden. Dat heeft nu de prioriteit.
Zie ook het antwoord op vraag 14. Samen met andere landen en in bilaterale contacten spreekt het kabinet de huidige zorgen uit. Ook heeft Nederland tijdens de spoedsessie van de Algemene Vergadering van de VN op 6 november jl. een verklaring12 uitgesproken. Nederland zal samen met andere landen blijven optrekken, onder andere in EU-verband.
De humanitaire situatie in de hele Gazastrook is kritiek en met name in Noord-Gaza, waar de bevolking ernstig lijdt onder het oorlogsgeweld en waar al geruime tijd veel te weinig humanitaire hulp geleverd kan worden. In de meest recente versie (medio oktober jl.) van het Integrated Phase Classification (IPC) rapport werd geconcludeerd dat het risico op hongersnood in de hele Gazastrook blijft bestaan.
Dit aantal fluctueert per dag, maar de toevoer van humanitaire hulp en commerciële goederen bereikte in september en oktober nieuwe dieptepunten. Volgens de door Israëlische autoriteiten (CoGAT) gedeelde cijfers gingen in de maand oktober gemiddeld per dag circa 60 vrachtwagens (ongeveer 1.200 ton goederen, of circa 0,6 kilogram per persoon) naar de Gazastrook. Ook de distributie van hulp binnen de Gazastrook verloopt uiterst moeizaam, onder meer door het aanhoudende geweld, kapotte infrastructuur, het gebrek aan veiligheid voor hulpverleners, en plunderingen door criminelen maar ook door de wanhopige burgerbevolking.
Vóór 7 oktober 2023 gingen gemiddeld 500 vrachtwagens per dag de Gazastrook binnen.
Het is niet aan Nederland om vast te stellen of Israël de voorlopige voorzieningen naleeft, dat is aan het Internationaal Gerechtshof zelf. Nederland maakt zich echter zorgen over de humanitaire catastrofe in de Gazastrook en het aanhoudende gebrek aan humanitaire toegang. Het staat voor Nederland buiten kijf dat er veel meer moet gebeuren om de burgerbevolking te helpen en te beschermen. Israël heeft als bezettende macht verplichtingen onder het humanitair oorlogsrecht en de verantwoordelijkheid om duidelijk aan te tonen dat het alles in het werk stelt om humanitaire toegang tot en binnen de Gazastrook te faciliteren, ook in lijn met de bepalingen van het Internationaal Gerechtshof.
De humanitaire hulpverlening in de Gazastrook wordt nog steeds belemmerd. Op basis van het bezettingsrecht heeft Israël de verantwoordelijkheid en de plicht de toegang voor humanitaire hulp toe te staan en te faciliteren. Het is aan de Veiligheidsraad van de VN om te bepalen of Israël zich houdt aan de VN-Veiligheidsraadresolutie 2728. Nederland is momenteel geen lid van de Veiligheidsraad.
Ja.
Israël moet zich houden aan het humanitair oorlogsrecht en er dus bij de uitvoering van militaire operaties voor zorgen dat burgers en burgerobjecten worden ontzien. Daarnaast heeft Israël als bezettende macht een aantal plichten om de burgerbevolking te beschermen en te ontzien, zoals de plicht de bevolking van de bezette Palestijnse gebieden te voorzien van noodzakelijke levensmiddelen en andere noodzakelijke voorzieningen en het toestaan en faciliteren van toegang van humanitaire hulp.
Het kabinet beschikt niet over informatie waaruit blijkt dat (onderdelen) van het zogenoemde Generaalsplan op dit moment daadwerkelijk door het Israëlische leger (IDF) wordt uitgevoerd. Wel ziet het kabinet berichten van zeer zorgelijke ontwikkelingen die lijken op onderdelen van dit plan. Het staat voor het kabinet buiten twijfel dat uitvoering van bepaalde onderdelen hiervan mogelijk schendingen van het humanitair oorlogsrecht met zich meebrengt. Daarom bespreekt het kabinet de catastrofale situatie in Gaza via verschillende wegen met de Israëlische autoriteiten en roept het Israël op zich aan het internationaal recht te houden en de burgerbevolking van Gaza te beschermen, onder meer door meer veel meer humanitaire hulp toe te staan en de toegang daarvan te faciliteren.
Zie antwoord vraag 23.
Nederland ziet het Associatieakkoord en de daarbij horende Associatieraad als een belangrijk instrument om met Israël te spreken over de brede relatie. Het biedt ook de mogelijkheid om serieuze zorgen over schendingen van het internationaal recht onder de aandacht te brengen. Zodra de EU en Israël een akkoord bereiken over de voorgestelde agenda, zal de EU tot een gemeenschappelijke positie moeten komen. Het kabinet zal zich inzetten om de serieuze zorgen op de agenda te krijgen.
Nederland en de EU heeft verschillende drukmiddelen om naleving van het internationaal (humanitair) recht door Israël en Hamas te bevorderen, zoals het EU sanctie instrumentarium of handelsmaatregelen. Welke daarvan het meest effectief zijn, is afhankelijk van tijd en plaats.
Het kabinet maakt continu de afweging welke instrumenten op welk moment het beste kunnen worden ingezet.
Ja.