Ingediend | 19 augustus 2024 |
---|---|
Beantwoord | 27 september 2024 (na 39 dagen) |
Indiener | Ulysse Ellian (VVD) |
Beantwoord door | Coenradie |
Onderwerpen | bestuur openbare orde en veiligheid organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z12435.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-102.html |
Op 1 september jl. is er een voorraad van 3.445 mannelijke nog op te roepen zelfmelders.
Deze cijfers zijn niet op het gevraagde niveau beschikbaar, met name omdat «ernstig» een kwalificatie betreft die onvoldoende gedefinieerd is om in systemen vast te leggen. Het toekennen van deze kwalificatie vergt een individuele beoordeling per zaak. Wat wel kan worden aangegeven is dat voor veel ernstige gewelds- en zedendelicten een harde uitsluitingsgrond geldt: veroordeelden voor dergelijke delicten kunnen niet in aanmerking komen voor de zelfmeldstatus. Veroordeelden voor een strafbaar feit waar een gevangenisstraf van twaalf jaar of meer op staat, zijn uitgesloten van de zelfmeldstatus. Zij kunnen géén zelfmeldstatus krijgen, dus ook niet als diegene tot een kortere straf wordt veroordeeld. Ook voor specifiek genoemde zedenmisdrijven ten aanzien van minderjarigen geldt dat een veroordeelde in ieder geval niet de zelfmeldstatus krijgt.1
Het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) beoordeelt voor iedere zaak zorgvuldig en persoonsgericht of de zelfmeldstatus wordt toegekend. Daarbij worden de uitsluitingsgronden en contra-indicatoren zoals genoemd in de Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (Regeling USB) gehanteerd. Ook betrekt het CJIB slachtofferbelangen in de beoordeling. In een brief van 13 mei jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd over het zelfmeldbeleid.2
In totaal zijn er 44 individuele gedetineerden met capaciteitsverlof gegaan sinds de start van de maatregel op 1 juni 2024 tot begin september. Op peildatum 1 september zaten er 24 gedetineerden hun strafrestant met enkelband thuis uit.
Ik bedoel daarmee dat de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) onderzoekt wat de mogelijkheden zijn om gedetineerden die beperktere risico’s met zich meebrengen te plaatsen in een detentieconcept met een beveiligingsniveau op maat, dat past bij die risico’s.
Er wordt verkend of in eerdergenoemd detentieconcept (zie het antwoord op vraag 4) sprake kan zijn van een sober dagprogramma met beperkte activiteiten.
Ik geef hierop een verdere toelichting in de voortgangsrapportage die ik gelijktijdig met deze beantwoording naar uw Kamer heb gestuurd.
Dit detentieconcept valt onder de categorie beperkt beveiligd. Volgens de penitentiaire beginselenwet is de mate van beveiliging te onderscheiden in vier categorieën: beperkt, normaal, uitgebreid en extra beveiligd. Daarmee is het juridisch mogelijk en is het ook de bedoeling geweest van de wetgever om dit onderscheid te maken.
Zelfmelders zijn veroordeelden waarbij geen sprake is van een voorlopige hechtenis, bevel tot gevangenneming of detentie op een andere titel, waarvan het CJIB namens mij bepaalt of ze de zelfmeldstatus krijgen en dus zichzelf mogen melden bij een penitentiaire inrichting (PI). Er volgt alleen zelfmeldstatus als geen sprake is van een uitsluitingsgrond of contra-indicatie zoals vermeld in artikel 2:1 Regeling tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen (USB). Door deze beoordeling wordt het passend geacht om deze doelgroep te detineren in de speciale zelfmeldlocaties met een beperkter beveiligde omgeving waarbij sprake is van een dagprogramma met een minimum aan rechtactiviteiten.
De verkenning is in volle gang en heeft alvast geleid tot een concreet resultaat. In de PI Veenhuizen komen vanaf het eerste kwartaal van 2025 gefaseerd 40 extra plaatsen beschikbaar voor zelfmelders met straffen tot twee weken. Daarnaast worden er nog een aantal concrete locaties onderzocht. Ik zal uw Kamer over de verdere resultaten van de verkenning geïnformeerd houden via de volgende voortgangsrapportages.
Ik verwijs hiervoor naar de eerste voortgangsrapportage capaciteit van 26 juni jl. Daar is ingegaan op deze vijf alternatieven om het capaciteitstekort bij DJI tegen te gaan3.
Ik heb de afgelopen periode verkend wat de mogelijkheden zijn van het tenuitvoerleggen van gevangenisstraffen van bepaalde groepen in het buitenland. Zoals ik op 23 september jl. aan uw Kamer heb gemeld, heb ik op 26 september jl. een bezoek gebracht aan Estland. Ik heb daar een gevangenis bezocht en met mijn collega gesproken. Er is afgesproken om serieus te onderzoeken of het mogelijk is voor Nederland om Estse cellen te huren. Er zijn financiële, juridische en praktische vragen die beantwoord moeten worden. De categorieën gedetineerden die mogelijk in het buitenland geplaatst zouden kunnen worden is een van de juridische punten die nog verder uitgewerkt moeten worden.
De gesprekken met Estland bevinden zich in een verkennende fase. In die fase zal onder meer gekeken worden naar de financiële consequenties en de dekking daarvan. Ik informeer uw Kamer hierover via de voortgangsbrieven capaciteit.
Nederland heeft eerder buitenlandse gedetineerden ontvangen, omdat in de landen waar de gedetineerden vandaan kwamen sprake was van een tekort aan cellen. Die samenwerking was succesvol. Gesprekken met andere landen hebben laten zien dat er een mogelijkheid bestaat om Nederlandse gedetineerden te plaatsen in een buitenlandse gevangenis. Tegelijk spelen er ook nog onzekerheden, zoals andere landen waarmee Estland in gesprek is.
Deze vragen zijn afzonderlijk beantwoord en tegelijk verzonden met de voortgangsrapportage capaciteit.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Ellian (VVD), van uw Kamer aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de nog uit te werken plannen om het capaciteitstekort in het gevangeniswezen op te lossen (ingezonden 19 augustus 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.