Ingediend | 7 augustus 2024 |
---|---|
Beantwoord | 4 oktober 2024 (na 58 dagen) |
Indiener | Sarah Dobbe |
Beantwoord door | Reinette Klever (PVV) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z12314.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-172.html |
Ja.
De Famine Review Committee van het IPC heeft op 1 augustus jl. gerapporteerd over een vastgestelde hongersnood in Zamzam vluchtelingenkamp in Noord Darfoer in Soedan. Deze feitelijke vaststelling is schokkend maar niet onverwacht gegeven eerdere prognoses en analyses van de situatie in Soedan, bijvoorbeeld van het Clingendael instituut van mei 2024 en het IPC rapport van 27 juni jl.
Het belemmeren van toegang van onpartijdige humanitaire hulp tot bevolking in nood is in strijd met het humanitair oorlogsrecht en niet acceptabel.
Reeds voor het uitbreken van het conflict in april 2023 was er geen directe samenwerking met de de facto overheid van Soedan, die aan de macht kwam na een staatsgreep in oktober 2021. De vaststelling van hongersnood heeft dan ook geen effecten op de diplomatieke betrekkingen tussen de Nederlandse en Soedanese regeringen. Waar mogelijk, geeft Nederland wel de politieke boodschap af dat het verlenen van humanitaire toegang cruciaal is, zoals ook tijdens de humanitaire conferentie in Parijs in april jl.
Ja, volgens het humanitair oorlogsrecht moeten partijen in een conflict snelle en ongehinderde doorgang van humanitaire hulp voor mensen in nood, die een onpartijdig karakter heeft en waarbij geen onderscheid gemaakt wordt, toestaan en faciliteren.
Nederland blijft op verschillende momenten en in diverse fora, al dan niet in EU verband, oproepen tot het respecteren van het humanitair oorlogsrecht (IHL) en het naleven van de Jeddah-agreement, die beide partijen hebben ondertekend en waarin het naleven van IHL en ongehinderde toegang voor humanitaire organisaties zijn afgesproken.
Tijdens de humanitaire conferentie in Parijs van 15 april jl., georganiseerd door Frankrijk en de EU met deelname van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, is een declaration of principles ondertekend waarin o.a. wordt opgeroepen humanitaire toegang te verbeteren. De EU zet zich in voor verbetering van humanitaire toegang via diplomatieke inzet van met name de EU Speciaal Gezant voor de Hoorn van Afrika. Daarnaast is Nederland in gesprek met verschillende VN organisaties, waaronder World Food Programme en de Food and Agriculture Organization, in New York, Geneve en Rome om de urgentie van de situatie te bespreken, inspanningen waar mogelijk te vergroten, en mogelijke acties te identificeren en coördineren. En Nederland is in contact met andere landen (inclusief leden van de VN-veiligheidsraad) om te bezien welk instrumentarium de VN kan inzetten, bijvoorbeeld via resoluties, om hulp in gebieden te krijgen die niet toegankelijk zijn. De diplomatieke inzet wordt versterkt door het EU sanctieregime. De EU bereidt momenteel additionele sancties voor om de druk op beide strijdende partijen verder op te voeren.
Nederland droeg EUR 10 miljoen extra aan WFP bij voor Soedan en Soedanese vluchtelingen in Tsjaad. Een groot deel van de Nederlandse bijdrage aan de humanitaire hulp verloopt via flexibele financiering aan vaste partners zoals VN-organisaties, het Nederlandse Rode Kruis (NRK), de Dutch Relief Alliance en het Sudan Humanitarian Fund van de VN bij aan de humanitaire crisis in Soedan. Deze middelen kunnen zij direct inzetten daar waar de nood het hoogste is. In aanvulling daarop zijn er sinds april via vaste partners enkele specifieke allocaties gedaan voor de respons in en rond Soedan. Zo heeft de Dutch Relief Alliance (DRA) met een bedrag van EUR 3 miljoen een acute response opgezet in Tsjaad ter ondersteuning van de opvang van Soedanese vluchtelingen, en een allocatie gedaan van EUR 3 miljoen voor een acute response in Darfoer. Via het Nederlandse Rode Kruis (NRK) is recent bijna EUR 1,2 miljoen toegekend aan de Soedanese Rode Halve Maan voor inzet op water en sanitatie (WASH).
Het Central Emergency Response Fund (CERF) van de VN, waarvan Nederland met EUR 55 miljoen in 2024 een van de grootste donoren is, heeft dit jaar al USD 41 miljoen beschikbaar gesteld aan humanitaire actoren in Soedan.
Op dit moment is het vooral belangrijk de toegangsbelemmeringen weg te nemen die hulpverlening naar de meest kwetsbare gemeenschappen tegenhouden en onze humanitair-diplomatieke inspanningen zijn met name hierop gericht.
Het merendeel van de humanitaire bijdragen is meerjarig vastgelegd. Dat geldt voor de bijdragen aan verschillende VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis (ICRC) en ook voor de subsidieovereenkomsten met de Dutch Relief Alliance en het Nederlandse Rode Kruis. Voor 2024 bedraagt het totale budget voor humanitaire hulp EUR 535 miljoen. Over de effecten van de bezuinigingen uit het Hoofdlijnenakkoord in 2025 wordt u bij de ontwerpbegroting 2025 geïnformeerd.
Effectieve hulp kan bijdragen aan ontwikkeling en stabiliteit. De Nederlandse ontwikkelingshulp zal mede daarop worden ingezet. In het Hoofdlijnenakkoord kiest het kabinet ervoor te bezuinigen op ODA-middelen in de jaren 2025 en daarna. Over de effecten van deze bezuinigingen in 2025 wordt u bij de ontwerpbegroting 2025 geïnformeerd.
Het vergroten van toegang over land is verreweg de meest effectieve wijze om hulp bij de bevolking van Soedan te krijgen op de schaal die onmiddellijk nodig is. Daar zijn de afgelopen maanden de inspanningen rond het verbeteren van humanitaire toegang op gericht geweest. De de facto autoriteiten laten inmiddels weer humanitaire transporten door via de Adré-grensovergang met Tsjaad. Deze grensovergang is cruciaal voor bevoorrading van Darfoer en andere delen van het door RSF bezette gebied.
Nederland bespreekt de zorgwekkende situatie in Soedan onder andere met de regionale partners en benadrukt daarbij de noodzaak tot een einde aan het geweld en het belang van naleving van het VN wapenembargo. Voorts is Nederland voornemens tijdens de eerst volgende bijeenkomst van EU raadswerkgroep Export van Conventionele Wapens (COARM) in september aandacht te vragen voor het risico op omleiding van wapens naar de strijdende partijen in Soedan.
Ja.