Ingediend | 30 juli 2024 |
---|---|
Beantwoord | 8 augustus 2024 (na 9 dagen) |
Indiener | Joost Eerdmans (EénNL) |
Beantwoord door | van Weel |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z12236.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2263.html |
Ja.
Nee, zoals aangegeven in de antwoorden op vragen van de Kamerleden Lahlah en Chakor aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Justitie en Veiligheid van 16 mei 20242 worden de mogelijkheden voor het vastleggen van de neutraliteit momenteel uitgewerkt. Nu het vastleggen van de neutraliteit ook in het Hoofdlijnenakkoord is opgenomen, wordt voor het verdere proces daarop aangesloten. Dit is in lijn met hetgeen mijn voorganger tijdens het Commissiedebat Politie van 21 december 20233 als tijdpad aan uw Kamer heeft meegegeven.
Zoals bij de vorige vraag vermeld is in communicatie met uw Kamer naar mijn weten geen sprake geweest van een regeling voor de zomer. Omdat het verbieden van religieuze uitingen een goede grondslag vereist wordt dit traject zorgvuldig voorbereid. Met de overgang naar het nieuwe kabinet en de opname van het onderwerp in het Hoofdlijnenakkoord heb ik besloten het aan de uitwerking van dit akkoord te koppelen. Uw Kamer wordt zo spoedig mogelijk door mij geïnformeerd over het verdere traject.
Zie antwoord vraag 3.
Ja dat klopt, uw Kamer wordt zo spoedig mogelijk door mij geïnformeerd over het verdere traject.
Net als mijn voorganger hecht ik waarde aan de neutraliteit van opsporingsambtenaren bij hun taakuitvoering en in contact met het publiek. De legitimiteit en neutraliteit van het handelen van politie en de boa worden onder meer benadrukt door bij hun taakuitoefening geen uitdrukking te geven aan geloofs- of levensovertuigingen. Personen die zijn aangesteld in een functie waarbij de overheid zich in de samenleving manifesteert met behulp van de sterke arm en gebruik maakt van dwangmiddelen, oefenen een bijzondere overheidstaak uit. Politieambtenaren en boa’s dienen daarom, in contact met het publiek, in ieder geval afstand te nemen van zichtbare uitingen die afbreuk (kunnen) doen aan de gezagsuitstraling, neutraliteit en veiligheid van de functie. Dit geldt voor alle boa’s en niet alleen voor boa’s in dienst van gemeenten.
Ten aanzien van de boa’s is in eerste instantie deze wens van uw Kamer uitgevoerd door middel van het opstellen van de Richtlijn lifestyle-neutraliteit boa4. Deze richtlijn is niet bindend en boa-werkgevers kunnen hier dus van afwijken. Een aantal gemeenten heeft dat reeds gedaan, hetgeen aanleiding was om, conform de toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Politie van 21 december 2023, met de VNG in gesprek te gaan over de neutraliteit van het boa-uniform. Uit dit gesprek is naar voren gekomen dat de VNG geen tegenstander is van een neutraal boa-uniform.
Het feit dat enkele gemeenten de afgelopen periode hebben aangegeven de richtlijn niet meer te zullen handhaven, heeft mijn voorgangster doen besluiten nader te bezien waar en op welke wijze de bepalingen uit de richtlijn vastgelegd zullen worden in wet- en regelgeving. Dat wordt momenteel uitgewerkt en moet gelet op de impact zorgvuldig gebeuren. Tot die tijd geldt de Richtlijn lifestyle-neutraliteit boa en bestaat de mogelijkheid om daarvan af te wijken.
Zoals eerder aangegeven in het antwoord op vraag 2, 3 en 4 heb ik wegens de overgang naar een nieuwe kabinet en de opname van het onderwerp in het Hoofdlijnenakkoord besloten dit aan de uitwerking van het akkoord te koppelen.
Momenteel geldt de Richtlijn lifestyle-neutraliteit boa. Ik roep boa-werkgevers op zich aan deze richtlijn te houden. De richtlijn is echter niet bindend waardoor werkgevers er van kunnen afwijken.
Nee, het uitgangspunt is dat ik deze vragen binnen de termijn van drie weken beantwoord, en in het zomerreces binnen zes weken. In sommige gevallen, waarbij afstemming tussen veel betrokkenen plaatsvindt, kan dit helaas langer duren.