Ingediend | 5 juli 2024 |
---|---|
Beantwoord | 20 augustus 2024 (na 46 dagen) |
Indiener | Joost Sneller (D66) |
Beantwoord door | Beljaarts |
Onderwerpen | bestuur economie organisatie en beleid parlement |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z11867.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2305.html |
Ik onderschrijf van harte de doelstelling uit het hoofdlijnenakkoord dat Nederland moet behoren tot de top 5 van de landen met een goede concurrentiepositie. Ik zal mij hier als Minister van Economische Zaken de komende jaren hard voor maken.
Het kabinet deelt deze mening, en zal hier met Prinsjesdag verder op ingaan.
Ik deel deze zorgen. Nederland is de sterkste daler in de top 10. De verslechterde algehele positie is voornamelijk veroorzaakt door dalingen in de scores binnen de pijlers «Business Efficiency» en «Infrastructure». De daling weerspiegelt een minder positieve perceptie van bedrijven over het ondernemingsklimaat in Nederland, bijvoorbeeld op het terrein van netcongestie en arbeidsmarkt. Een goede concurrentiepositie is voor bedrijven essentieel om te kunnen ondernemen.
Het kabinet zal in het regeerprogramma ingaan op wat volgens het kabinet nodig is ter verbetering van het ondernemingsklimaat om terug te keren in de top 5 van deze ranglijst.
De verbetering van ons ondernemingsklimaat is een gedeelde verantwoordelijkheid van het hele kabinet. Ieder lid van het kabinet is verantwoordelijk op het eigen beleidsterrein en dus aanspreekbaar op de effecten daarvan op het ondernemingsklimaat. De Minister van Economische Zaken vervult hierbij een coördinerende, agenderende en aanjagende rol.