Kamervraag 2024Z10988

Een protest op 19 juni 2024 buiten de Tweede Kamer

Ingediend 20 juni 2024
Beantwoord 25 juli 2024 (na 35 dagen)
Indieners Marco Deen (PVV), Maikel Boon (PVV)
Beantwoord door Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA)
Onderwerpen bestuur openbare orde en veiligheid organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z10988.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2225.html
  • Vraag 1
    Bent u op de hoogte van het protest dat op 19 juni 2024 heeft plaatsgevonden buiten de Tweede Kamer?

    Ja.

  • Vraag 2
    Indien ja, bent u tevens bekend met de oproepen tot geweld1 tegen Joodse burgers die zijn gedaan door het uiten van de leuzen «from the river to the sea» en «intifada, intifada»?

    Ik ben ermee bekend dat er tijdens demonstraties die betrekking hebben op het conflict tussen Israël en de Palestijnse gebieden geregeld bepaalde leuzen worden gescandeerd. Of het in het openbaar uiten van bepaalde bewoordingen te kwalificeren valt als strafbaar feit – bijvoorbeeld als oproep tot haat of geweld of door anderen proberen op te ruien om geweld te plegen – is aan het Openbaar Ministerie en in laatste instantie aan de rechter om te beoordelen. Deze beoordeling hangt altijd af van de feitelijke omstandigheden waaronder ze gedaan worden. Daarom moeten ze van geval tot geval worden bekeken. Het kabinet treedt daar niet in.

  • Vraag 3
    Er waren demonstranten bij de demonstratie gekleed als terroristen van de Al-Qassam Brigades (EQB)2, aangezien deze Al-Qassam Brigades, de militante tak van Hamas, verantwoordelijk zijn voor de pogrom van 7 oktober, deelt u de mening dat dit neerkomt op verheerlijking van terrorisme?

    Uitingen die in het openbaar worden gedaan – zoals het tonen van bepaalde symbolen – kunnen strafbaar zijn. Of er tijdens een demonstratie strafbare feiten zijn gepleegd, is aan het Openbaar Ministerie en in laatste instantie aan de rechter om te beoordelen en niet aan het kabinet. Bij de beoordeling van de strafbaarheid van een uiting speelt onder meer de context waarin de desbetreffende uiting is gedaan een belangrijke rol, evenals de kennelijke bedoeling van de uitlating, de doelgroep waarop de uiting kennelijk was gericht en de plaats of gelegenheid waar de uitlating wordt gedaan. Dit zal per geval door het Openbaar Ministerie worden beoordeeld – en in geval van strafrechtelijke vervolging uiteindelijk door de rechter. Zoals aangekondigd in het hoofdlijnenakkoord is het kabinet voornemens om het verheerlijken van terrorisme als afzonderlijk feit strafbaar te stellen. Op dit moment is dat niet het geval.

  • Vraag 4
    Wat vindt u ervan dat voor de ingang van de Tweede Kamer de leus «We don't want no Zionist here» wordt geuit, samen met oproepen tot geweld?

    Zie antwoord vraag 2.

  • Mededeling - 19 juli 2024

    Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede dat de schriftelijke vragen van de leden Boon en Deen (beiden PVV), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over een protest op 19 juni 2024 buiten de Tweede Kamer (ingezonden 20 juni 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z10988
Volledige titel: Een protest op 19 juni 2024 buiten de Tweede Kamer
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-2225
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Boon en Deen over een protest op 19 juni 2024 buiten de Tweede Kamer