Ingediend | 5 juni 2024 |
---|---|
Beantwoord | 29 augustus 2024 (na 85 dagen) |
Indieners | Silvio Erkens (VVD), Jan Paternotte (D66), Ruben Brekelmans (VVD), Bente Becker (VVD), Mpanzu Bamenga (D66) |
Beantwoord door | Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA), Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA), Hanke Bruins Slot (minister binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | internationaal organisatie en beleid recht staatsrecht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z09800.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2369.html |
Ja.
Ja.
In algemene zin stelt het kabinet dat sommige landen al dan niet heimelijk de westerse democratische rechtsorde, publieke opinie of politieke besluitvorming proberen te beïnvloeden, zoals beschreven is in het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren 2 en de jaarverslagen van de inlichtingen en veiligheidsdiensten.
Op grond van de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) houdt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) toezicht op de financiering van politieke partijen. De wet is van toepassing op politieke partijen en aan de politieke partij geallieerde neveninstellingen met een zetel in de Staten-Generaal, en politieke partijen, neveninstellingen en kandidaten die deelnemen aan de Tweede Kamerverkiezingen.
De politieke partij «Nederland met een PLAN (S.V.P.)» heeft in september 2023 haar aanduiding geregistreerd bij de Kiesraad.2 Op grond van artikel 29 van de Wfpp moest de partij, omdat zij deelnam aan de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2023 een overzicht van bijdragen en schulden verstrekken aan de Minister van BZK. Het ging daarbij om bijdragen van in totaal € 4.500,– of meer in de periode van 1 januari 2022 tot en met de eenentwintigste dag vóór de dag van de stemming. Ook het verbod op bijdragen van niet-Nederlanders was in deze periode van toepassing op de partij.
NL Plan heeft in november 2023 aangegeven geen bijdragen boven de € 4.500,– te hebben ontvangen. Ook heeft de partij verklaard de regels die volgens de Wfpp van toepassing waren, te hebben nageleefd.
In algemene zin geldt dat beïnvloedings- en inmengingsactiviteiten verschillende openlijke en heimelijke vormen kunnen aannemen, van beïnvloeding via (des)informatiecampagnes, tot intimidatie of bedreiging en zelfs tot het toepassen van geweld en liquidatie. Nederland is helaas evenals vele andere landen een doelwit van (heimelijke) beïnvloedingsactiviteiten van statelijke actoren.
Het kabinet hanteert als uitgangspunt dat het andere landen vrij staat om banden te onderhouden met personen die in Nederland wonen, mits dat gebeurt op basis van vrijwilligheid en zolang dit past binnen de grenzen van onze rechtsstaat en het de participatie van Nederlandse burgers niet belemmert. Om ongewenste buitenlandse inmenging (OBI) tegen te gaan, heeft het kabinet reeds in 2018 een nationale drie sporenaanpak ontwikkeld, bestaande uit het diplomatieke spoor, het weerbaarheidsspoor en het bestuurlijke/strafrechtelijke spoor. Deze aanpak is in april 2023 geïntensiveerd, waarover uw Kamer per brief van 6 april 2023 is geïnformeerd.
Personen in Nederland die te maken krijgen met OBI, kunnen hiervan melding doen bij onderdelen van de rijksoverheid, zowel binnen het sociale, als het veiligheidsdomein. In het geval van mogelijke strafbare feiten, kunnen mensen aangifte of melding doen bij de politie. OBI-signalen die via de zogenoemde centrale meldfunctie binnenkomen worden allereerst geanonimiseerd vastgelegd. Vervolgens worden deze geanonimiseerde signalen op een centraal punt bijeengebracht, waar de betrokken departementen en uitvoeringsorganisaties de ontvangen signalen analytisch kunnen duiden. Dit draagt bij aan een integraal beeld van de mogelijke dreiging. Indien van toepassing worden passende beleidsmaatregelen getroffen. Daarnaast zorgen de betrokken uitvoeringsorganisaties voor opvolging, waar dit noodzakelijk is in het kader van de bestaande taken en bevoegdheden. Uw Kamer wordt binnenkort nader schriftelijk geïnformeerd over de voortgang van deze aanpak en nadere verkenningen.
De Wfpp schrijft voor welke bijdragen politieke partijen moeten melden aan de Minister van BZK. Sinds 1 januari 2024 is de drempel verlaagd van in totaal € 4.500,– of meer naar in totaal € 1.000,– of meer per gever per jaar. Bij Tweede Kamerverkiezingen zijn politieke partijen verplicht aanvullende overzichten van bijdragen bij de Minister van BZK aan te leveren. Deze overzichten worden ook openbaar gemaakt.
Het Australian Strategic Policy Institute(ASPI) beschrijft in haar rapport «the party speaks for you» het Verenigd Front als een systeem en een netwerk.3 Het Verenigd Front is dan ook geen formele organisatie met rechtspersoonlijkheid en/of inschrijving in de Kamer van Koophandel. Omdat onbekend is welke (rechts)personen tot dit netwerk behoren, is geen definitief uitsluitsel te geven over de hoogte van mogelijke bijdragen van rechtspersonen uit dit netwerk aan politieke partijen en politici in Nederland. Daarnaast valt niet uit te sluiten dat Nederlandse politieke partijen wel bijdragen van individuen of organisaties die gelieerd zijn aan het Verenigd Front hebben ontvangen, maar dat deze bijdragen tot op heden onder de grens van de meldplicht (€ 4.500) zijn gebleven.
Het kabinet hanteert, zoals ook aangegeven in het antwoord op vraag 5, als uitgangspunt dat het andere landen vrij staat om banden te onderhouden met personen die in Nederland wonen, mits dat gebeurt op basis van vrijwilligheid en zolang dit past binnen de grenzen van onze rechtsstaat en het de participatie van Nederlandse burgers niet belemmert. Om ongewenste buitenlandse inmenging (OBI) tegen te gaan, heeft het kabinet reeds in 2018 een nationale drie sporenaanpak ontwikkeld, bestaande uit het diplomatieke spoor, het weerbaarheidsspoor en het bestuurlijke/strafrechtelijke spoor. Deze aanpak is in april 2023 geïntensiveerd, waarover uw Kamer per brief van 6 april 2023 is geïnformeerd. Nederland onderhoudt geregeld contact met gelijkgezinde landen over ongewenste buitenlandse inmenging. In deze contacten vindt uitwisseling plaats over de verschillende verschijningsvormen en worden best practices gedeeld over het verhogen van de weerbaarheid en responsmogelijkheden
Zie het antwoord op vraag 4. De politieke partij «Nederland met een PLAN (S.V.P.)» valt alleen in de periode van 1 januari 2022 tot en met 22 november 2023 onder de reikwijdte van de Wet financiering politieke partijen. Verder doe ik als toezichthouder geen uitspraken over een individuele casus. Indien ik als toezichthouder een concrete aanwijzing heb dat in de Wfpp neergelegde verplichtingen niet zijn nagekomen, dan kan dat aanleiding zijn tot het doen van nader onderzoek (art. 36 Wfpp). Dit onderzoek kan ertoe leiden dat er een bestuurlijke boete wordt opgelegd (art. 37 Wfpp). Voorafgaand aan het besluit tot een boete dient de Commissie toezicht financiering politieke partijen (Ctfpp) om advies gevraagd te worden.
Vooralsnog kan ik geen algemene uitspraken doen over de effectiviteit van het toezicht op de naleving van artikel 23a van de Wfpp. Bijdragen van niet-Nederlandse gevers zijn sinds 1 januari 2023 verboden. Bij de financiële verantwoording over 2023, die politieke partijen voor 1 juli 2024 moeten indienen, is het verbod dus voor het eerst van kracht. Of het verbod is nageleefd of niet, wordt gecontroleerd door de accountant, die door middel van een accountantsverklaring moet verklaren of een politieke partij heeft voldaan aan de wettelijke voorschriften. De Auditdienst Rijk (ADR) voert daarnaast jaarlijks nog een review uit over het werk van de accountants van drie tot vier politieke partijen.
Zie het antwoord op vraag 9. Verder doe ik, zoals aangegeven in antwoord op vraag 8, als toezichthouder op de Wfpp geen uitspraken over de individuele casus.
Laat ik vooropstellen dat ik ervan uit ga dat politieke partijen handelen op integere wijze en conform de wettelijke voorschriften. Als blijkt dat de regels uit de Wfpp zijn overtreden, ben ik bereid om een bestuurlijke boete op te leggen. Voorafgaand aan het besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete dient de Commissie toezicht financiering politieke partijen (Ctfpp) daarover om advies gevraagd te worden.
Het giftenverbod voor niet-Nederlanders is een duidelijke wettelijke norm die geldt in de Wfpp vanaf 1 januari 2023. Als toezichthouder op de Wfpp verwacht ik van politieke partijen dat zij handelen naar deze norm. Hierbij houdt het Ministerie van Binnenlandse Zaken continue aandacht voor mogelijke omzeilingsroutes en nieuwe manieren waarop financieel invloed uitgeoefend zou kunnen worden op politieke partijen. Indien hier aanleiding toe is zal het wettelijk kader worden aangepast.
Aangezien artikel 23a met ingang van 1 januari 2023 van toepassing is, zal ik de Commissie toezicht financiën politieke partijen vragen om bij haar advisering over de verantwoording van het jaar 2023 extra aandacht te besteden aan de effectiviteit van het toezicht en de handhaving op het verbod op bijdragen uit het buitenland.
De Wet op de politieke partijen (Wpp) is een volgende stap in het robuuster maken van het Nederlandse partijstelsel. Zodra de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies heeft uitgebracht over het ontwerp wetsvoorstel zal ik een nader rapport opstellen en het wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer. De planning hiervan is afhankelijk van zowel het moment waarop het advies wordt ontvangen als de inhoud daarvan.
De Wpp voorziet in de oprichting van de Nederlandse autoriteit politieke partijen (Napp). Als aangewezen toezichthouder heeft de Napp alle toezichtsbevoegdheden tot zijn beschikking die zijn vastgelegd in titel 5.2 van de algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van artikelen 5:18 en 5:19. Daarbij is van belang dat de Napp alleen toezicht houdt op het naleven van de regels zoals gesteld in de Wpp.
Ik verwijs hier graag naar de uitgebreide berichtgeving in de media over de recent gearresteerde medewerker van de Duitse AfD-lijsttrekker Maximilian Krah die gespioneerd zou hebben voor China en over de Belgische politicus Filip de Winter die jarenlang in opdracht van de Chinese Communistische Partij gewerkt zou hebben. Het kabinet staat zowel bilateraal als in multilateraal verband in nauw contact met bevriende landen over de problematiek van buitenlandse inmenging en Foreign Information Manipulation and Interference (FIMI), ook rond de verkiezingen. Dit betreft o.a. uitwisseling van informatie in EU-verband, in de G7, binnen de NAVO en via het Hybrid Centre of Excellence. Via deze wegen worden campagnes gesignaleerd, vindt uitwisseling plaats over de verschillende verschijningsvormen en worden best practices gedeeld over het verhogen van de weerbaarheid en responsmogelijkheden. In de aanloop naar de verkiezingen zijn deze trajecten geïntensiveerd, waarin ook een evaluatie van het verloop van de verkiezingen zal worden meegenomen.
Ja.
Het kabinet heeft eerder een onderzoek laten uitvoeren door ASPI naar de aard, structuur en internationale inzet van het Verenigd Front.4 Momenteel wordt gewerkt aan een onderzoek naar Chinese inmenging in Nederlandse media, conform motie Brekelmans.5 Publicatie is verwacht eind deze zomer. Het rapport zal (deels) publiek worden en met uw Kamer worden gedeeld.
Het kabinet kan stappen ondernemen indien er sprake is van ongewenste buitenlandse inmenging. Het onderwerp is o.a. opgebracht tijdens het bezoek aan Beijing vorig jaar van toenmalig Minister van Buitenlandse Zaken Hoekstra. Het kabinet zal de Chinese autoriteiten hierop aan blijven spreken.
Ja.