Ingediend | 25 april 2024 |
---|---|
Beantwoord | 28 juni 2024 (na 64 dagen) |
Indiener | Christine Teunissen (PvdD) |
Beantwoord door | Steven van Weyenberg (D66) |
Onderwerpen | europese zaken internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z07496.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-2119.html |
Ja.
Ja, deze uitspraak onderschrijf ik.
In Nederland hebben we de afgelopen jaren steeds vaker te maken met weersextremen, waaronder ook de waterschade in Limburg en delen van Noord-Brabant in juli 2021. Het is de verantwoordelijkheid van particulieren en bedrijven om zich te verzekeren tegen het risico van schade door weersextremen. Indien er sprake is van een ramp in de zin van artikel 1 van de Wet veiligheidsregio’s kan het kabinet de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts) toepassen voor schade die niet verhaalbaar, niet vermijdbaar en niet redelijkerwijs verzekerbaar is. Voor de Wts is geen structureel budget gereserveerd.
De Wts is toegepast vanwege de wateroverlast in Limburg en delen van Noord-Brabant in juli 2021. Toen is er incidenteel budget gereserveerd. Voor de afwikkeling van deze regeling resteert nog 5 miljoen euro op de begroting. Bij de Voorjaarsnota 2024 is daarnaast in totaal 21,8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de beleidsregel financiële nood als gevolg van de wateroverlast juli 2021. Op grond van deze beleidsregel kan door de Minister van Justitie en Veiligheid een financiële verstrekking worden gedaan aan particulieren die de herstelkosten van de woning of de noodzakelijke dubbele woonlasten die zijn ontstaan door de wateroverlast in juli 2021, niet kunnen betalen dan wel hiervoor een schuld zijn aangegaan en daardoor in financiële nood zijn.
Momenteel wordt, in opdracht van de Minister van Justitie en Veiligheid, de Wts geëvalueerd. Dit moet inzicht bieden of de Wts voldoende toekomstbestendig is, mede gelet op de verzekeringsmogelijkheden met betrekking tot de gevolgen van klimaatverandering.
Er is geen geoormerkt budget beschikbaar voor indirecte effecten van klimaatveranderingen. Eventuele gezondheidsschade door klimaatverandering is wel onderdeel van de reguliere zorgkosten. Vanuit het Ministerie van VWS wordt de komende drie jaar 2,1 miljoen euro beschikbaar gesteld voor onderzoek naar de gezondheidseffecten van klimaatverandering. Zo gaat het RIVM de effecten van klimaatverandering op de gezondheid beter in kaart brengen.
Ja, ik deel de mening dat investeren in klimaat en natuur de voorkeur heeft boven het repareren van de schade door weersextremen. Fysieke klimaatrisico’s kunnen nu en in de toekomst leiden tot forse maatschappelijke en economische schade. De economische schade van de overstromingen in de zomer van 2021 bedroeg 44 miljard euro voor Nederland, België en Duitsland gezamenlijk.3 Ook afgelopen jaar zagen we in Europa dat de weercondities extreem kunnen zijn met de hittegolven, overstromingen, bosbranden en droogte. Het Copernicus-rapport geeft ook aan dat, naast de gezamenlijke kosten van 13,4 miljard, ongeveer 1,6 miljoen mensen in Europa hier gevolgen aan ondervonden. Het IMF verwacht dat de klimaatschade tussen 2018 en 2050, zonder aanvullend adaptief klimaatbeleid, tussen de 0,2 en 0,5 procent van het bbp is.4 Bij het investeren in klimaat en natuur is het van belang om subsidiërende, normerende en beprijzende maatregelen tegen elkaar af te wegen, om een zo efficiënt mogelijk klimaatbeleid te voeren.
Ik ben het met u eens dat de kosten van niets doen hoger zijn dan de uitgaven aan het klimaatbeleid, zoals genoemd in het antwoord op vraag 5. Het demissionaire kabinet heeft een ambitieus klimaatbeleid opgesteld met een evenwichtige beleidsmix om daarmee invulling te geven aan het 2030-klimaatdoel. Aanvullend klimaatbeleid is op dit moment aan het volgende kabinet.
Hierbij informeer ik u dat de aan mij gestelde Kamervragen van het lid Teunissen (PvdD) over het bericht dat de schade van weersextremen in 2023 in Europa 13,4 miljard euro bedroeg (ingezonden 25 april jl.) vanwege interdepartementale afstemming niet binnen de reguliere termijn beantwoord zijn. Uw Kamer ontvangt de antwoorden voor het einde van deze maand.