Ingediend | 23 april 2024 |
---|---|
Beantwoord | 27 mei 2024 (na 34 dagen) |
Indiener | Faith Bruyning (NSC) |
Beantwoord door | Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z07287.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1831.html |
Ja.
De jeugdzorgaanbieders die ZIKOS afdelingen hebben, willen stoppen met de ZIKOS. Zo lang er nog kinderen verblijven op de ZIKOS-afdelingen vindt de inspectie het noodzakelijk om de voortgang van de benodigde verbeteringen bij beide afdelingen te volgen. Door het instellen van verscherpt toezicht bij deze twee jeugdzorgaanbieders wil de inspectie bereiken dat de kinderen die nu nog op de ZIKOS-afdelingen verblijven passende hulp krijgen. De jeugdhulpaanbieders krijgen de kans om binnen zes maanden de tekortkomingen die de inspectie heeft gezien weg te nemen. Inspecteurs houden gedurende deze periode van verscherpt toezicht nauw contact met de instelling, bijvoorbeeld door extra (onverwachte) bezoeken te doen. Ook kan de IGJ op andere wijze onderzoek doen en de voortgang monitoren. Daarnaast is, voor de jeugdigen die nog op de ZIKOS afdelingen verblijven, het ondersteuningsteam Zorg voor Jeugd (OZJ) betrokken om voor deze jeugdigen in samenspraak met naasten en professionals een passend (alternatief) zorgaanbod te organiseren.
De IGJ volgt nauw bij de ZIKOS-afdelingen via het verscherpt toezicht hoe de jeugdhulpaanbieders de benodigde verbeteringen doorvoeren. De inzet van voldoende opgeleid en toegerust personeel is hier onderdeel van. Als blijkt dat er tijdens het verscherpt toezicht onvoldoende verbeteringen zijn, dan kan de inspectie zwaardere (bestuursrechtelijke) maatregelen inzetten. Mocht de IGJ bij een andere jeugdhulpaanbieder constateren dat er sprake is van onvoldoende opgeleid en gekwalificeerd personeel, dan maakt de IGJ op maat een afweging welke interventie hierbij passend is.
De IGJ heeft verscherpt toezicht ingesteld omdat de IGJ wil bereiken dat de jongeren die nu nog op ZIKOS-afdelingen verblijven passende zorg krijgen die voldoet aan wetten en/of veldnormen voor goede zorg aan jeugdigen. Het verscherpt toezicht is tevens ingesteld om te bevorderen dat IHUB en Pactum de benodigde verbeteringen voortvarend doorvoeren en borgen.
De IGJ heeft op eigen initiatief besloten te reflecteren op haar toezicht op de ZIKOS-afdelingen. Daaruit moet blijken welke lessen de IGJ kan trekken uit het toezicht op de ZIKOS. In ieder geval gaat de IGJ bezien hoe zij ervaringsdeskundigen beter kan betrekken bij het toezicht.
Uit de reflectie moet blijken of de IGJ haar toezichthoudende taak beter had kunnen uitvoeren, en zo ja hoe.
De IGJ is voldoende toegerust om toezicht te kunnen houden en passend te handhaven. Ik ben daarom niet voornemens om maatregelen te nemen om het toezicht van de IGJ nog verder te versterken. Wel volg ik met aandacht welke lessen de IGJ trekt uit de reflectie op haar toezicht op de ZIKOS-afdelingen.
De gespreksverslagen die Jason Bhugwandass voorafgaand aan publicatie van zijn rapport deelde, vormden voor de IGJ aanleiding om direct toezichtsbezoeken af te leggen bij de betreffende ZIKOS-afdelingen. Deze informatie van Jason Bhugwandass bevatte voor de IGJ nieuwe signalen, die zij niet heeft kunnen ophalen in haar eigen toezicht naar de gesloten jeugdhulp.2 Op basis van de conclusies naar aanleiding van de meest recente bezoeken heeft de IGJ verscherpt toezicht ingesteld.
De Inspectie reflecteert op dit moment op het eigen toezicht op de ZIKOS-afdelingen en welke lessen hieruit te trekken zijn. Dat geldt ook voor de vraag of de IGJ eerder had kunnen of moeten ingrijpen.
Het klopt dat vooral jongeren werden aangemeld met veelal hoog risico op suïcide en of automutilatie. De grond voor een plaatsing op een ZIKOS-afdeling is altijd gebaseerd op de wet: jeugdhulp is noodzakelijk in verband met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen van de jeugdige die de ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren en die maken dat de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan de hulp die nodig is onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Vaak zijn jongeren een gevaar voor zichzelf i.v.m. genoemde suïcide dan wel automutilatie of voor anderen (vanwege forse agressie) maar niet noodzakelijkerwijs.
Ernstig nadeel kan inderdaad betekenen dat sprake is van levensgevaar. In de Wet verplichte ggz (Wvggz) wordt ernstig nadeel omschreven als het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
Naast dat sprake moet zijn van ernstig nadeel moet aan meer voorwaarden worden voldaan om verplichte zorg op grond van de Wvggz te mogen verlenen. Indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien aan vier cumulatieve voorwaarden wordt voldaan. Er moet dus een verband zijn tussen de stoornis en het gedrag. De vier voorwaarden houden in dat er geen mogelijkheden zijn voor zorg op basis van vrijwilligheid en dat er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn. Daarbij moet het verlenen van verplichte zorg, gelet op het beoogde doel van verplichte zorg evenredig zijn en moet redelijkerwijs te verwachten zijn dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Vervolgens kan verplichte zorg alleen worden opgelegd op basis van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel of een zorgmachtiging, een beslissing tot tijdelijke verplichte zorg voorafgaand aan een crisismaatregel of in geval van een noodsituatie.
In de Jeugdwet is het begrip ernstig nadeel niet opgenomen. Een machtiging voor gesloten jeugdhulp kan worden verleend indien jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Daarnaast moet de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken en moeten er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen. Indien een jeugdige is opgenomen met een machtiging gesloten jeugdhulp kunnen vrijheidsbeperkende maatregelen alleen worden toegepast als is voldaan aan de voorwaarden die zijn opgenomen in hoofdstuk 6 van de Jeugdwet. Die voorwaarden komen overeen met de voorwaarden van de Wvggz.
Bij iedere individuele jeugdige moet worden afgewogen of verplichte zorg op grond van de Wvggz of plaatsing in een gesloten jeugdhulpinstelling noodzakelijk is. Indien ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen voorliggend zijn, dan ligt een machtiging voor gesloten jeugdhulp in de rede.
Als het gaat om plaatsing op beide ZIKOS-afdelingen heeft de IGJ in de rapporten die ten grondslag liggen aan het verscherpt toezicht geconstateerd dat op beide afdelingen een psychiater werkzaam is, zij het voor een beperkt aantal uren. De IGJ vond ook dat de werkwijze die de ZIKOS-Harreveld hanteert onvoldoende aansluit op de problematiek van een deel van de jongeren, waardoor niet alle jongeren passende hulp krijgen. En dat op ZIKOS-Zetten de deskundigheid, kennis en expertise van de (psychische) problematiek van de jongeren over het geheel genomen onvoldoende was.
Ik vind dat aan een gesloten plaatsing een verklarende analyse vooraf moet gaan. De verklarende analyse geeft inzicht in de samenhang van de vragen/situatie van de cliënt in relatie tot zijn of haar omgeving (gezin, maar ook school en hulpverlening), het ontstaan en het voortbestaan ervan en legt verbanden tussen deze factoren. Ingeval van suïcidaliteit dient een psychiater bij het opstellen van een verklarende analyse betrokken te zijn.
Van de veertien jeugdigen (acht meisjes, zes jongens) die op het moment van de opnamestopen op een ZIKOS-afdeling verbleven zijn er zes nog niet geplaatst. De uitgeplaatste jeugdigen zijn vrijwel allemaal uitgestroomd naar andere instellingen/woonvoorzieningen of zijn binnen de eigen organisatie naar een andere afdeling gegaan.
Dat aandeel is zo beperkt dat het om privacyredenen niet nader gespecificeerd kan worden. Volledigheidshalve wijs ik er op dat een schorsing uit een PIJ-maatregel niet bestaat.
Hiervan is geen sprake geweest. Een schorsing kan alleen ongedaan gemaakt worden als een jeugdige zich niet aan gestelde voorwaarden houdt. De jeugdreclasseerder meldt de jeugdige dan terug bij de Officier van Justitie en deze bepaalt of een schorsing opgeheven kan worden.
Dat is niet correct. Er zijn geen jongeren van een ZIKOS-afdeling naar Woodbrookers overgeplaatst.
Er zijn ook het afgelopen jaar geen jongeren van een ZIKOS-afdeling naar Woodbrookers overgeplaatst.
Jeugdhulp Friesland is voornemens de locatie Woodbrookers op 1 juli 2024 te sluiten. Er vinden daarom geen nieuwe plaatsingen plaats. Inmiddels verblijven er geen jeugdigen meer op Woodbrookers.
Er verblijven op dit moment geen jeugdigen meer op Woodbrookers.
Het verblijf van jeugdigen in vrijwel lege gebouwen is niet wenselijk, maar kan soms onvermijdelijk zijn als een aanbieder stopt met het gebruik van een accommodatie. In dit geval streefde Jeugdhulp Friesland ernaar dat voor 1 juli 2024 de jeugdigen een passende vervolgplek krijgen omdat dat de beoogde sluitingsdatum is. Dat is inmiddels gelukt waardoor er nu geen jeugdigen meer verblijven op Woodbrookers.
De vragen van het lid Bruyning (NSC) over het onder verscherpt toezicht stellen van de ZIKOS-afdelingen Harreveld en Zetten (2024Z07287) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.