Ingediend | 4 april 2024 |
---|---|
Beantwoord | 17 mei 2024 (na 43 dagen) |
Indiener | Lisa Westerveld (GL) |
Beantwoord door | Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU), Pia Dijkstra (D66) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z05746.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1769.html |
Ja, de misstanden bij Aurora Borealis herinner ik zeer goed.
Ik begrijp dat de situatie bij zorgboerderij Zonnehoeve associaties oproept met de misstanden bij zorgboerderij Aurora Borealis. In beide gevallen gaat het om een zorgboerderij en in beide gevallen financierde de zorgaanbieder de zorg met het persoonsgebonden budget (pgb).
Tegelijkertijd is de aard van de misstanden bij Zonnehoeve uitdrukkelijk anders dan bij Aurora Borealis. Bij Zonnehoeve is, voor zover de IGJ kan overzien, geen sprake van structureel gewelddadig gedrag richting cliënten of van mishandeling. Wel was bij Zonnehoeve sprake van zorgverwaarlozing, met ernstige risico’s tot gevolg. Ik leef mee met de cliënten en hun naasten, vanwege de ontstane situatie.
De misstanden bij Aurora Borealis raakten mij diep. Ik wilde persoonlijk mijn steun betuigen en heel goed begrijpen hoe dit kon gebeuren. Daarom sprak ik met ouders en een broer van voormalige bewoners. Zij deelden hun ervaringen in een open gesprek.
Vervolgens organiseerde ik leersessies met partijen die direct bij Aurora Borealis betrokken waren en/of die een rol hebben bij het voorkomen van misstanden: de IGJ, ZN/zorgkantoren, de NZa en cliëntondersteuners. Met de inzichten uit het gesprek met verwanten en uit de leersessies zet ik nu stappen (zie ook beantwoording vraag2.
Voor het antwoord op het eerste deel van deze vraag verwijs ik naar mijn Kamerbrief over de voortgangsrapportage Toekomstagenda: «Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking» van 20 maart 2024. In deze brief beschrijf ik hoe ik uitvoering geef aan de motie.4
In de bezoekteams van de IGJ-afdeling gehandicaptenzorg werken 23 inspecteurs. Dit is inclusief de coördinatoren die deels ook bezoeken doen. Dit aantal is ook inclusief de zes extra inspecteurs en een coördinator die zijn geworven naar aanleiding van de tijdelijk beschikbare middelen voor de Toekomstagenda «Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking». Verder heeft de afdeling gehandicaptenzorg ook een meldingenteam. Dit team handelt incidentmeldingen af die over de gehandicaptenzorg bij de IGJ binnenkomen. In dit meldingenteam werken negen inspecteurs (inclusief een coördinator); in beperkte mate leggen deze inspecteurs ook bezoeken af. Ten slotte ondersteunen tien medewerkers toezicht van de afdeling gehandicaptenzorg de inspecteurs van de bezoekteams en het meldingenteam.
De IGJ werkt risicogestuurd op basis van de grootste risico’s die zij ziet voor de kwaliteit en veiligheid van zorg. Met de extra capaciteit kan de IGJ meer toezichtsactiviteiten uitvoeren, waaronder het brengen van bezoeken. Het betreft bezoeken aan zowel zorgaanbieders die zorg in natura leveren als aan zorgaanbieders die pgb-gefinancierde zorg leveren.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar mijn Kamerbrief over de voortgangsrapportage Toekomstagenda: «Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking» van 20 maart 2024. In deze brief beschrijf ik hoe ik uitvoering geef aan de motie.6
Over het toezicht op Zonnehoeve was regelmatig contact tussen de GGD en de IGJ. Eind 2020 deelt de GGD de door haar geconstateerde tekortkomingen als signaal met de afdeling Jeugd van de IGJ. Het signaal betreft niet ernstige risico’s in de jeugdhulpverlening. In de periode 2020–2021 doorloopt de GGD een toezichtstraject bij Zonnehoeve, met twee- tot driewekelijks contact. De GGD deelt haar bevindingen met de IGJ. De IGJ ziet op dat moment geen reden om zelf ook ter plaatse toezicht uit te voeren. Wel heeft de IGJ zelf meermaals contact met Zonnehoeve.
De IGJ en GGD blijven nauw contact onderhouden als de GGD in juli 2021 de gemeente adviseert om de komende twee jaar geen cliënten te laten instromen bij Zonnehoeve. De GGD heeft er onvoldoende vertrouwen in dat Zonnehoeve binnen een acceptabel tijdbestek voldoet aan de kwaliteitseisen. De gemeente neemt dit advies over, maar kan niet voorkomen dat cliënten uit andere gemeenten of domeinen alsnog instromen. De IGJ houdt toezicht door meerdere contactmomenten, ook met hoofdaannemer Boer en Zorg. Ook voert de IGJ deskresearch uit. Die leidt dan niet tot acuut zorgwekkende punten.
De situatie bij Zonnehoeve lijkt te verbeteren: in september 2022 meldt de GGD dat Zonnehoeve aan de slag is gegaan met verbeteringen. De GGD laat aan de IGJ weten dat zij de verbeteringen in de loop van 2023 toetst en de IGJ op de hoogte brengt als zij risico’s aantreft.
De toets door de GGD is vervolgens aanleiding voor de IGJ om zelf twee bezoeken af te leggen bij Zonnehoeve en een aanwijzing op te leggen. In juni 2023 meldt de GGD ernstige tekortkomingen en risico’s in de cliëntenzorg bij de IGJ. Bij de IGJ-bezoeken die daarop volgen, constateert de inspectie tekortkomingen en risico’s voor de kwaliteit en veiligheid van de zorg. De inspectie heeft er geen vertrouwen in dat Zonnehoeve zonder haar ingrijpen verbeteringen doorvoert. Op 8 november 2023 geeft de IGJ daarom een aanwijzing.7 Dit is een zware maatregel die de zorgaanbieder dwingt om de benodigde verbeteringen door te voeren. Op dat moment is de situatie niet acuut: een interim-team levert zorg.
Als de IGJ op 4 maart verneemt dat het interim-team is gestopt en dat hierdoor de continuïteit van zorgverlening in het geding is, brengt zij de volgende dag een onaangekondigd bezoek aan Zonnehoeve. De IGJ legt een bevel op, de zwaarst mogelijke sanctie. De inspectie constateert een acuut gevaar voor de zorg van de cliënten: er wordt geen zorg meer verleend en daarmee wordt ook aan geen enkele norm voor goede zorg voldaan.
De GGD ontvangt in 2018 een eerste signaal van één cliënt. Deze cliënt koopt met een pgb (Wmo) beschermd wonen in. Naar aanleiding van dit signaal doet de GGD haar eerste onderzoek. De IGJ ontvangt eind 2020 een eerste signaal over Zonnehoeve, via de GGD.
Het zorgkantoor heeft steeds nauw contact onderhouden met cliënten en hun naasten. Cliënten en hun naasten konden het zorgkantoor bereiken via een direct telefoonnummer. In deze intensieve contacten hebben cliënten en hun naasten geen behoefte geuit aan slachtofferhulp.
Ook mensen met een beperking kunnen een beroep doen op slachtofferhulp bij Slachtofferhulp Nederland. Zij bieden geen gespecialiseerde slachtofferhulp voor mensen met een beperking. Cliënten kunnen, afhankelijk van hun specifieke behoeften, ook een beroep doen op (gespecialiseerde) cliëntondersteuners of hulpverleners.
Op deze vraag gaf ik eerder antwoord bij Kamervragen over Aurora Borealis.8 Ik schreef toen:
Ik deel de mening dat slachtoffers recht hebben op juridische bijstand. Zij hebben altijd recht op een advocaat. Het slachtoffer en/of diens naasten zijn zelf verantwoordelijk voor het vinden van de juiste juridische bijstand. Bij slachtoffers van een geweld- of zedenmisdrijf bepaalt de Raad voor de Rechtsbijstand of iemand in aanmerking komt voor gratis ondersteuning door een advocaat. Ook wordt gratis hulp geboden door Slachtofferhulp Nederland. Zij kunnen slachtoffers helpen om hun rechten uit te oefenen in het strafproces en ondersteunen bij het vinden van een advocaat. Ook bij het Juridisch Loket kunnen slachtoffers voor vragen terecht.
Daarnaast hebben de zorgkantoren mij laten weten dat zij cliënten in dergelijke situaties verwijzen naar de juiste instantie, zoals slachtofferhulp en/of veilig thuis.
In overleg met het zorgkantoor hebben alle cliënten met een Wlz-indicatie, die op het terrein van Zonnehoeve woonden, vervangende zorg gevonden. Één cliënt met Wlz-zorg verblijft nog op het terrein van Zonnehoeve. Deze cliënt verhuist eind april naar een eigen woning met ambulante zorg.
Het zorgkantoor heeft in de gesprekken met cliënten en familie geen signalen ontvangen dat er specifieke behoefte is aan nazorg of slachtofferhulp.
Het zorgkantoor heeft alles in het werk gesteld om ervoor te zorgen dat de nieuwe zorgaanbieders cliënten goed opvangen.
Voor de twee cliënten die met een pgb vanuit de Wmo bij Zonnehoeve woonden is per 1 mei een passende plek elders gevonden. Tot die tijd verblijven zij op Zonnehoeve, onder begeleiding van een interim-zorgteam. De betrokken gemeente kijkt momenteel samen met andere betrokken partijen wat nog nodig is, bijvoorbeeld aan nazorg of tijdelijke intensivering van zorg.
Ik zie goede voorbeelden van wooninitiatieven die werken met het pgb. Zo bezocht ik meerdere ouderinitiatieven die met pgb de eigen regie passend vormgeven in de dagelijkse praktijk. Tegelijkertijd kan de inzet van het pgb in wooninitiatieven ook schuren of tot zeer onwenselijke situaties leiden. Budgethouders hebben eigen taken en verantwoordelijkheden, maar lijken soms onvoldoende pgb-vaardig. De keuze voor het pgb is ook niet altijd een bewuste en positieve keuze. Verstrekkers staan bovendien meer op afstand bij pgb-gefinancierde wooninitiatieven, omdat zij alleen een contract hebben met individuele cliënten en niet het wooninitiatief zelf.
Op grond van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) en de Jeugdwet houdt de IGJ toezicht op zorg- en jeugdhulpaanbieders. Dat geldt dus ook voor pgb-gefinancierde wooninitiatieven. De inspectie ontvangt signalen, onderzoekt meldingen en schat risico’s in. Daarmee bepaalt de IGJ welke zorgaanbieder zij bezoekt en op welke wijze zij toezicht vormgeeft. De IGJ toetst of de zorg aansluit op de behoefte van cliënten, de ingezette zorgverleners voldoende deskundig zijn en of het bestuur stuurt op de kwaliteit en veiligheid van de geleverde zorg. In de risico-prioritering heeft de IGJ bijzondere aandacht voor kwetsbare doelgroepen. Dit betreft onder meer de zorg die geleverd wordt aan bewoners met een hoog zorgprofiel.
Niet alleen toezicht achteraf is van belang; ook de toegang aan de voorkant vraagt waarborgen voor goede zorg. Ik wil de kwaliteitswaarborgen rond pgb-gefinancierde wooninitiatieven verder versterken.
Allereerst is er het amendement Bushoff inzake de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Daarmee wordt de vergunningplicht uitgebreid. De vergunningplicht gaat gelden voor iedere zorginstelling, dus ook voor alle pgb-gefinancierde wooninitiatieven.
Ten tweede werk ik aan een transparantieregister kleinschalige wooninitiatieven, waarin alle kleinschalige wooninitiatieven overzichtelijk vindbaar zijn. Dat helpt de toezichthouders en verstrekkers.
Ten derde lanceerde ik vorige maand de website www.gesprekeigenregie.nl, die zorgt voor bewustwording van eigen regie (met of zonder pgb) in een wooninitiatief. Daarmee wil ik de cliënt en zijn naaste, maar ook wooninitiatieven zelf, bewustmaken van het belang van eigen regie. Ook dat draagt bij aan kwaliteit en kan helpen deze te borgen.
Ten vierde onderzoek ik met ZN/zorgkantoren, IGJ en de NZa wat we in de uitvoering nog kunnen verbeteren, bijvoorbeeld door contractering beter mogelijk te maken voor kleinschalige aanbieders. Bij gecontracteerde wooninitiatieven heeft het zorgkantoor directer zicht op het wooninitiatief. Een ander voorbeeld is de ruimte voor zorgkantoren om het pgb toe te kennen onder voorwaarden.
Ik ben doordrongen van het belang van dit onderwerp. Daarbij staat de kwaliteit van zorg voor cliënten voor mij voorop. Meerdere misstanden laten zien dat die in het geding kan komen. Mishandeling van cliënten en zorgverwaarlozing zijn onaanvaardbaar. De gebeurtenissen bij Aurora Borealis en Zonnehoeve roepen vragen op over de inzet van het pgb in wooninitiatieven. Tegelijkertijd neemt het aantal kleinschalige wooninitiatieven toe, ook met pgb. Daarom is er meer nodig. Voor de zomer deel ik met uw Kamer een pakket maatregelen over de inzet pgb in wooninitiatieven.
Ja, ik ben bekend met deze casus.
Bij de betreffende zorgboerderij is sprake van zorg in natura en zorg bekostigd met pgb.
Deze zorgboerderij is recent in beeld gekomen bij de IGJ. De zorgboerderij kwam in beeld door een aantal meldingen bij de IGJ en naar aanleiding van aandacht vanuit de media. De IGJ onderzoekt op dit moment de inhoud van deze meldingen. Zij zal op basis van haar onderzoek eventuele vervolgacties bepalen. De IGJ heeft niet eerder een bezoek gebracht aan deze zorgboerderij.
De IGJ ontving recent vijf meldingen over de zorgboerderij United Souls. De inspectie neemt de inhoud van de meldingen mee in haar regulier toezicht; zij bepaalt op basis daarvan eventuele vervolgacties.
In de jeugdhulp hoort geen plaats te zijn voor (excessieve) winst(uitkeringen) die ten koste gaan van de kwaliteit, beschikbaarheid of toegankelijkheid van de jeugdhulp. Of er in dit geval sprake is van excessieve winst kan ik niet beoordelen. Dat is van meerdere factoren afhankelijk. Denk aan de juridische vorm van de organisatie en aan hoe het resultaat zich verhoudt tot de jeugdhulpinkomsten en eventuele overige inkomsten en activiteiten. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de rechtmatigheid van de jeugdhulp.
Om de risico’s bij (excessieve) winstuitkeringen voor de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid tegen te gaan, heeft het Ministerie van VWS meerdere maatregelen in voorbereiding. Eén daarvan is het wetsvoorstel «Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (Wvbjz)» dat bepalingen bevat voor onder andere de financiële bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders. Ook krijgt de NZa hiermee een wettelijke toezichtstaak op de naleving van de met het wetsvoorstel geïntroduceerde verplichtingen voor een transparante financiële bedrijfsvoering en de openbare jaarverantwoording. Verder is het wetsvoorstel «Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders» (Wibz) in voorbereiding. Dit wetsvoorstel voorziet onder meer in een norm voor integere bedrijfsvoering en extra handvatten voor het publieke toezicht op de integere bedrijfsvoering en winstuitkering. De opgenomen normen in dit wetsvoorstel zijn een aanvulling op bestaande vormen van zelfregulering en controle door het interne toezicht. Dit wetsvoorstel is onlangs naar de Raad van State verstuurd ter advisering.
Het klopt dat dit een belangrijk signaal kan zijn. Het is primair aan zorginkopende partijen (zorgverzekeraar, zorgkantoor en/of gemeente) om bij de contractering van de zorg en ondersteuning aandacht te hebben voor de financiële positie van zorgaanbieders. Daarnaast is het aan het externe toezicht om met deze en andere factoren rekening te houden in het risicogestuurde toezicht.
In de aangehaalde brief wordt onder andere de Wtza als één van de maatregelen benoemd. Deze wet is per 1 januari 2022 inwerking getreden. De IGJ geeft aan dat zij, conform de doelstelling van de Wtza, door de meldplicht een beter beeld heeft van de nieuwe zorgaanbieders. De verkregen informatie wordt gebruikt voor de invulling van het risicogestuurd toezicht. Daarnaast is de openbare jaarverantwoording per 1 januari 2022 inwerking getreden. Verder heeft het Ministerie van VWS de Wibz in voorbereiding (zie beantwoording vraag14.
Het is van belang dat zorgaanbieders investeren in een integere en professionele bedrijfsvoering en in mechanismen die borgen dat bedrijfsvoering transparant, integer en beheerst is. Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van zorgaanbieders zelf. Voor zorgaanbieders zijn daarom geen eenduidige regels over de transparante financiële bedrijfsvoering gesteld, als bedoeld in artikel 40a van de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG).
De Regeling openbare jaarverantwoording (WMG) schrijft wel eenduidige modellen voor de financiële verantwoording en bijhorende waarderingsgrondslagen voor, met het oog op goed toezicht en meer transparantie in de zorgsector. Meer uniformiteit draagt bij aan beter inzicht in de zinnige, zuinige en zorgvuldige besteding van collectieve middelen. Eenduidige modellen maken het bovendien gemakkelijker om de financiële situatie van verschillende zorgaanbieders te vergelijken.
De vragen van het lid Westerveld (GroenLinks-PvdA) over nieuwe misstanden en toezicht bij zorgboerderijen (2024Z05746) kunnen met het oog op een zorgvuldige en volledige beantwoording niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.