Ingediend | 19 maart 2024 |
---|---|
Beantwoord | 18 april 2024 (na 30 dagen) |
Indiener | Joost Eerdmans (EénNL) |
Beantwoord door | Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z04545.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1547.html |
Ja.
In het Burgerlijk Wetboek worden geen eisen gesteld aan een schriftelijke handtekening. Dit kan een «gewone» handtekening zijn, maar ook een stempelhandtekening leidt dus tot een rechtsgeldige handeling. Voor akten geldt hetzelfde. Het Wetboek van Rechtsvordering stelt geen eisen aan de wijze van schriftelijke ondertekening van een akte. Ook akten kunnen dus met een stempel worden ondertekend.
Op het moment van de aanvraag van een (nieuw) identiteitsdocument dient de aanvrager in het kader van diens identiteitsvaststelling (onder meer) een schriftelijke handtekening te plaatsen op een daartoe bestemd formulier. Dit gebeurt bij elke nieuwe aanvraag van een document. Indien de aanvrager door leeftijd of handicap niet in staat is zijn handtekening te plaatsen, wordt dit door de medewerker die de aanvraag in ontvangst neemt, vastgesteld en daarvan in de aanvraag een melding gemaakt. Op het document komt dan een standaardclausule te staan op de plaats van de handtekening: «Niet in staat tot ondertekening». Deze aantekening kan een bewijsfunctie hebben voor mensen die geen schriftelijke handtekening kunnen plaatsen. Met hun paspoort of identiteitskaart kunnen ze immers aantonen geen schriftelijke handtekening te kunnen plaatsen, wanneer dat aan hen wordt gevraagd. Het staat hen uiteraard vrij om in die gevallen een handtekeningstempel te gebruiken.
Een identiteitsdocument met de in het antwoord op vraag 3 beschreven aantekening is rechtsgeldig. Over tekortkomingen die zouden leiden tot ongeldige identiteitsdocumenten zijn bij mij geen signalen bekend. Het gebruik van een handtekeningstempel past niet bij de doelen van een identiteitsdocument (kenmerken vastleggen op basis waarvan een identiteit gecontroleerd kan worden). Daarom wordt de optie geboden om de aantekening «niet in staat tot ondertekening» op het document te plaatsen. Zoals in het antwoord op vraag 4 beschreven, is een document met deze aantekening nog steeds rechtsgeldig.
Zoals in het antwoord op vraag 2 beschreven, zijn er geen voorschriften nodig om een stempelhandtekening te erkennen voor akten en contracten, aangezien de wet nu geen eisen stelt aan de ondertekening van deze documenten. Er hoeven hiervoor dus geen aanvullende maatregelen te worden genomen.
Voor identiteitsdocumenten geldt dat de handtekening een van de controlemiddelen is om de identiteit van de aanvrager van een document vast te stellen. Een stempel is makkelijk over te dragen of te dupliceren en daarom niet geschikt voor deze identiteitscontrole. Daarom is het niet wenselijk – mede uit het oogpunt van het voorkomen van fraude – om het gebruik van handtekeningstempels vast onderdeel te maken van het aanvraag- en uitgifteproces van identiteitsdocumenten.
Zie het antwoord op vraag 2. Een contract dat getekend is met een handtekeningstempel is wel beschermd door een wettelijk geldige handtekening.