Ingediend | 19 maart 2024 |
---|---|
Beantwoord | 23 mei 2024 (na 65 dagen) |
Indiener | Gideon van Meijeren (FVD) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | organisatie en beleid sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z04544.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1819.html |
Ja.
Uw Kamer is zowel over de beweegredenen om de opdracht aan een onafhankelijke commissie te verstrekken, als over de instelling van de commissie uitvoerig geïnformeerd3. De commissie, haar onderzoeksprotocol4, de werkwijze en de voortgang van het onderzoek zijn sindsdien regelmatig onderwerp van debat met uw Kamer geweest.
Op 15 december 2021 is de tussenrapportage van de commissie aan uw Kamer toegezonden waarin, op verzoek van uw Kamer, nadere werkafspraken zijn vervat5. Op 29 maart 2022 zond ik uw Kamer de beantwoording van de door uw Kamer gestelde vragen in het schriftelijk overleg zeden op 24 februari 20226. Hierin zijn bovenstaande vragen reeds meermalen beantwoord.
Over de samenstelling van de commissie is uw Kamer geïnformeerd in de brief van mijn ambtsvoorganger van 25 maart 20218. Tevens ben ik in de beantwoording van het schriftelijk overleg van 24 februari 2022 hier nader op ingegaan9. Er is bewust gekozen voor een commissie bestaande uit wetenschappers met zijdelingse ervaring met het onderwerp van onderzoek. De uitspraken van prof. Hendriks in Het Parool toentertijd moeten worden geplaatst in het kader van de doelstelling om de kans op recidive van seksueel delictgedrag te verkleinen en zo nieuwe slachtoffers te voorkomen.
Zie antwoord vraag 3.
Ik neem afstand van de in de vraag besloten aanname. Ik kan mij voorstellen dat kwetsbare slachtoffers het moeilijk vinden om over hun ervaringen te vertellen. Daarom vond ik het ook noodzakelijk om het onderzoek door een onafhankelijke commissie te laten uitvoeren die zorgvuldig met slachtoffers en belanghebbenden omgaat.
De commissie heeft ruim geïnvesteerd om overeenkomst te bereiken over de wijze waarop de betrokkenen wilden meewerken, met aandacht voor de kwetsbaarheid, veiligheid en privacy van slachtoffers. In het rapport dat ik met uw Kamer heb besproken in het commissiedebat van 6 maart jl. en het daaropvolgende tweeminutendebat van 13 maart jl. staat dat de commissie een groot aantal slachtoffers heeft kunnen spreken.
Zie antwoord vraag 5.
Dit onderzoek werd gestart naar aanleiding van aanhoudende beweringen over het bestaan van georganiseerd (ritueel) seksueel misbruik in Nederland. Het onderzoek werd gestart in 2021 en afgerond in 2023.
Ik ben in april 2023 geïnformeerd over de uitkomsten van het opsporingsonderzoek.
Uw vraag betreft de door de TBKK-LE onderzochte casuïstiek. Het is niet aan mij om daarop in te gaan of die informatie te delen. Zie voorts het antwoord op vraag 10.
Ik ben niet bereid de uitkomsten van het onderzoek van het TBKK-LE met uw Kamer te delen. Het betreft informatie uit een strafrechtelijk opsporingsonderzoek. Het Openbaar Ministerie heeft mij geïnformeerd over het resultaat van dit onderzoek, mede met het oog op het debat dat ik met uw Kamer heb gevoerd over het rapport van de commissie Hendriks. Het is niet aan mij of aan uw Kamer om strafrechtelijk opsporingsonderzoek te verifiëren.
Daar heb ik geen oordeel over.
Daar heb ik geen oordeel over.
Ja.
Daar heb ik geen oordeel over.
Nee.
De commissie Hendriks heeft veelvuldig contact gehad met de Stichting Misbruikt! en heeft de kennis en informatie waarover deze organisatie beschikt, gebruikt voor haar onderzoek. Informatie die de stichting niet wilde of kon delen, kon door de commissie niet benut worden.
Vanaf de start van haar onderzoek heeft de commissie aangegeven dat zij niet aan waarheidsvinding kan doen, omdat het verifiëren van bewijsmateriaal voorbehouden is aan politie en justitie.
De commissie heeft als opdracht meegekregen om te rapporteren over de beschikbare informatie omtrent het fenomeen van georganiseerd sadistisch misbruik van minderjarigen in Nederland door gebruik te maken van zoveel mogelijk bronnen (inclusief slachtoffers, therapeuten, wetenschappelijke bronnen en deskundigen op dit specifieke terrein) en op basis van de bevindingen aanbevelingen te doen voor de hulpverlening, de opsporing, een eventueel meldpunt en de werking daarvan.
Nee. Het onderzoek is onafhankelijk, uiterst zorgvuldig en gedegen uitgevoerd. Een nieuw onderzoek acht ik op basis van de inzichten verkregen uit de onderzoeken van de commissie Hendriks, het WODC-onderzoek naar de LEBZ, het onderzoek van het TBKK-LE onder leiding van het Landelijk Parket en het WODC-onderzoek over de omvang van verborgen fenomenen, overbodig en zelfs schadelijk.
Het onderzoek van de commissie Hendriks heeft in totaal 245.407,91 euro gekost. De kosten zijn gemaakt voor de posten ICT, de vergoeding aan voorzitter en leden, de vergoeding aan gastdeskundigen en de redactie van het rapport en de deelrapporten16.
Ik verwijs naar het antwoord op vraag 9.
De in de vraag benoemde casus is door de commissie-Hendriks volledig betrokken bij het onderzoek. In het rapport heeft de commissie, juist om de direct betrokkenen te beschermen, daarover in meer abstracte formuleringen gesproken.
Vanuit de wetenschappelijke wereld is, onder meer op besloten symposia voor vakgenoten in binnen- en buitenland, waardering geuit. Er is geen enkele negatieve reactie uit de wetenschappelijke wereld ontvangen op de bevindingen en adviezen. Ook de politie, het OM en betrokken instanties hebben zich positief uitgelaten. Voorts wijs ik uw Kamer naar de reacties die opgenomen zijn in het rapport.
Nee.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Meijeren (FVD), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het onderzoek naar georganiseerd sadistisch misbruik van minderjarigen (ingezonden 19 maart 2024) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.