Kamervraag 2024Z03814

Het artikel “Dit is de extreem-conservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks”

Ingediend 8 maart 2024
Beantwoord 26 april 2024 (na 49 dagen)
Indieners Bente Becker (VVD), Daan de Kort (VVD)
Beantwoord door Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA), Mariëlle Paul (VVD)
Onderwerpen basisonderwijs onderwijs en wetenschap
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z03814.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1610.html
  • Vraag 1
    Heeft u kennisgenomen van het artikel «Dit is de extreemconservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u met klem uitspreken dat de pogingen van Civitas Christiana om het curriculum van Nederlandse scholen te beïnvloeden onwenselijk zijn?

    Ja, deze pogingen zijn onwenselijk. Het staat ieder individu of iedere organisatie uiteraard vrij om binnen de grenzen van de wet kritisch te zijn. Ook op het onderwijs. Scholen zijn echter vrij om te bepalen hoe en met welk lesmateriaal zij invulling geven aan de kerndoelen. Leerkrachten en andere onderwijsprofessionals verdienen ons vertrouwen. Zij maken de vertaalslag van de kerndoelen en de daarbij gekozen lesmethodes naar lessen in de klas. Ze doen dat met deskundig oog voor hun leerlingpopulatie en de leeftijd van kinderen.
    Als ouders of maatschappelijke organisaties daar kritiek op hebben, kunnen zij daarover in gesprek gaan met scholen. De wijze waarop Civitas Christiana met onder andere de verzonden brief en flyer het lesmateriaal van expertisecentrum Rutgers «immoreel» noemt, scholen oproept het lesmateriaal niet te gebruiken en ten onrechte de indruk wekt dat lessen over relaties en seksualiteit kinderen seksualiseert, kwalificeer ik inderdaad als onwenselijk.

  • Vraag 3
    Kunt u bevestigen dat het bijbrengen van respect voor verschillen in geslacht en seksuele gerichtheid een verplichte opdracht is aan scholen?

    Ja. In de kerndoelen voor het funderend onderwijs staat wat leerlingen moeten kennen en kunnen. Respectvol leren omgaan met seksualiteit en (seksuele) diversiteit is opgenomen in kerndoel 38. Scholen zijn verplicht aandacht te besteden aan de kerndoelen maar mogen zelf bepalen hoe zij aandacht besteden aan de kerndoelen. Tevens is het bijbrengen van respect over en kennis van verschillen in seksuele gerichtheid onderdeel van de burgerschapsopdracht aan scholen.

  • Vraag 4
    Deelt u de mening dat de inhoud van hetgeen door Civitas Christiana verspreid wordt strijdig is met de burgerschapsopdracht?

    De burgerschapsopdracht vraagt van scholen bevordering van kennis van en respect voor de basiswaarden van de democratische rechtsstaat en verbiedt scholen uitingen die daarmee in strijd zijn. Ook moet de school ervoor zorgdragen dat het klimaat van een school in overeenstemming is met de basiswaarden van de democratische rechtsstaat. De basiswaarden van de democratische rechtsstaat zijn, zoals de wet aangeeft, vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Deze waarden beschermen zowel de ruimte om voor bepaalde levensbeschouwelijke principes te kiezen als de ruimte om dat niet te doen.
    Scholen die overnemen wat door Civitas Christiana in haar brief en flyer wordt verkondigd, handelen in strijd met de burgerschapsopdracht. Zo wordt door Civitas Christiana onder andere verkondigd dat deelname aan de Week van de Lentekriebels en het gebruik van het lesmateriaal van expertisecentrum Rutgers homoseksualiteit normaliseert. De stichting suggereert daarmee dat homoseksualiteit niet normaal is en ook niet als zodanig mag worden gepresenteerd. Dit gaat lijnrecht in tegen belangrijke doelen die de burgerschapsopdracht heeft, bijvoorbeeld om ervoor te zorgen dat alle kinderen zich geaccepteerd weten ongeacht hun seksuele gerichtheid.
    Scholen hoeven geen gebruik te maken van het lesmateriaal van expertisecentrum Rutgers. Scholen hebben de vrijheid om hun eigen lesmateriaal te kiezen. Dit past bij de autonomie die scholen onder artikel 23 van de Grondwet hebben. Maar de brief en flyer die Civitas Christiana aan scholen heeft verstuurd is misleidend; onder andere omdat de brief en flyer niet voorzien zijn van context en feitelijkheden en daarom onjuiste en onvolledige informatie bevatten. Zoals ik al eens eerder heb verklaard vind ik dat onacceptabel.2 Expertisecentrum Rutgers, scholen en leerkrachten werden in de brief en flyer ten onrechte beschuldigd van ondeskundigheid en seksualisering van kinderen.

  • Vraag 5
    Kunt u bevestigen dat seksuele vorming een verplicht onderdeel is van het curriculum op scholen?

    Een aantal kerndoelen sluiten aan bij de onderwijsinhoud zoals die bij relationele en seksuele vorming wordt behandeld:
    Daarnaast kent relationele en seksuele vorming ook raakvlakken met de burgerschapsopdracht, de thematiek van sociale veiligheid en het versterken van weerbaarheid bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.

  • Vraag 6
    Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat Civitas Christiana scholen ertoe aanzet om lesmateriaal over seksuele vorming niet te gebruiken?

    Ja, die mening deel ik. Zoals in het antwoord op vraag 4 al is benoemd is de brief en flyer die Civitas Christiana aan scholen heeft verstuurd misleidend. De brief en flyer zijn niet voorzien van context en feitelijkheden en bevatten daarom onjuiste en onvolledige informatie. Daarnaast wordt ook de deskundigheid en zorgvuldigheid van ontwikkelaars van lespakketten in twijfel getrokken.
    Organisaties als expertisecentrum seksualiteit Rutgers ontwikkelen lesmateriaal ter ondersteuning van de leerkracht. Dit doen zij zorgvuldig met oog voor de ontwikkeling en leeftijd van het kind. Seksuele vorming gaat namelijk niet alleen over seksualiteit maar ook over thema’s vriendschap, verliefdheid en het bespreekbaar maken van grenzen en wensen. Zo geven we kinderen kennis en vaardigheden mee in de ontwikkeling naar zelfstandige en zelfverzekerde jongeren en volwassenen. Scholen kunnen kiezen welk lesmateriaal ze daarbij willen gebruiken. Dat kan een lespakket zijn van expertisecentrum Rutgers maar, dat hoeft niet.

  • Vraag 7
    Deelt u de mening dat de door Civitas Christiana verzonden brieven een intimiderend effect kunnen hebben op scholen, schoolleiders en leraren?

    Ja, ik deel die mening. Ik heb berichten ontvangen van scholen en leerkrachten waarin zij aangaven zich aangevallen en veroordeeld te voelen terwijl zij met veel deskundigheid en zorg uitvoering geven aan de wettelijk vastgestelde kerndoelen.
    Mij zijn geen gevallen bekend van scholen die naar aanleiding van deze brief hebben besloten om het lesmateriaal niet langer te gebruiken. Wel heb ik vernomen dat scholen en leerkrachten naar aanleiding van de brief meer onrust op hun school hebben ervaren vanwege de verspreiding van onjuiste of onvolledige informatie. Daarnaast zijn er enkele scholen geweest die na gesprekken met ouders hebben besloten de lessen relationele en seksuele vorming dit jaar op een andere manier vorm te geven.
    Er is geen meldpunt voor leraren, schoolleiders en scholen om ongewenste beïnvloeding van het curriculum aan te kaarten. Leerkrachten of ander onderwijspersoneel die zich bedreigd of geïntimideerd voelen kunnen dat in eerste instantie met hun schoolleiding of bestuur bespreken. Mochten ze nog verdere vragen hebben, kunnen ze op www.jouwveiligeschool.nl vinden waar ze terecht kunnen. Indien scholen of leerkrachten te maken krijgen met partijen die opzettelijk onrust veroorzaken of indien zij te maken krijgen met dreiging kunnen zij hiervan melding maken bij de politie.

  • Vraag 8
    Zijn er gevallen bekend van scholen die door deze druk het lesmateriaal niet langer gebruiken? Bent u bereid dit verder te onderzoeken en te monitoren?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 9
    Waar kunnen leraren, schoolleiders en scholen zich melden als zij door Civitas Christiana of door andere belangengroepen met een dwingende ideologische agenda misleidende of incorrecte informatie ontvangen?

    Zie antwoord vraag 7.

  • Vraag 10
    Is Civitas Christiana de enige organisatie waarvan bekend is dat op grote schaal gepoogd wordt om het curriculum te beïnvloeden?

    Voor zover bekend is het niet eerder voorgekomen dat een organisatie scholen een brief heeft gestuurd met daarin de oproep om de invulling van het curriculum te wijzigen of bepaald lesmateriaal niet te gebruiken. Wel zijn er enkele andere (politieke) partijen geweest die zich vorig jaar en dit jaar hebben uitgesproken, bijvoorbeeld op sociale media, over de wijze waarop scholen invulling geven aan relationele en seksuele vorming.

  • Vraag 11
    Komt het voor dat scholen hun curriculum onder ideologische/maatschappelijke druk wijzigen? Bent u bereid dit nader te onderzoeken?

    Mij zijn enkele signalen bekend dat scholen onder ideologische of maatschappelijke druk voor andere lesmethodes hebben gekozen om aandacht te besteden aan seksuele vorming. Enkele scholen hebben bijvoorbeeld besloten om, na gesprekken met ouders, dit jaar niet mee te doen aan de Week van de Lentekriebels.
    De vrijheid van onderwijs zorgt ervoor dat alle scholen, ook met een duidelijke levensbeschouwelijke of onderwijskundige visie, de invulling van hun curriculum zelf kunnen vormgeven. Zij kunnen dan met voortschrijdende inzichten besluiten andere of nieuwe onderwerpen toe te voegen aan het curriculum of onderwerpen op een andere manier te behandelen. De wettelijke opdracht die zij hebben om de kerndoelen aan te bieden is altijd het uitgangspunt.
    Scholen en leerkrachten verdienen onze steun en vertrouwen in hun keuze voor het lesmateriaal en de vertaalslag van het lesmateriaal naar de klas. Die steun zal ik blijven uitspreken en waar nodig verstevigen. Juist in een periode waarin scholen onder ideologische of maatschappelijke druk hun curriculum zouden moeten wijzigen vind ik het extra belangrijk hen te wijzen op fake news, door hier in een nieuwsbrief aandacht voor te vragen.

  • Vraag 12
    Wat doet u proactief om leraren, schoolleiders en scholen te ondersteunen tegen onwenselijke inmenging in het curriculum? Welke stappen bent u voornemens extra te zetten?

    Zie antwoord vraag 11.

  • Vraag 13
    Wat is u bekend over de omvang, rechtsvorm en activiteiten van Civitas Christiana in Nederland?

    Bij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) is bekend dat Stichting Civitas Christiana een katholieke organisatie is die met campagnes als Cultuur onder Vuur en Gezin in Gevaar pleit voor het behoud van christelijke tradities in de maatschappij. Zij geven daar hun eigen invulling en interpretatie aan. Voor zover we kunnen nagaan is er zowel vanuit Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) is geen contact geweest met Civitas Christiana.
    Tevens beschikken zowel het Ministerie van OCW als het Ministerie van SZW (waaronder de Expertise-unit Sociale Stabiliteit valt) niet over een juridische grondslag of taak om onderzoek te doen naar deze of andere organisaties of om handhavend op te treden.

  • Vraag 14
    Heeft de overheid contact met deze organisatie? Zo ja, op welke wijze en waarover?

    Zie antwoord vraag 13.

  • Vraag 15
    Is er in het kader van de Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zicht op deze organisatie dan wel contact erover met gemeenten en/of organisaties? Zo ja, op welke wijze? Zo niet, waarom niet?

    Zie antwoord vraag 13.

  • Vraag 16
    Bent u bereid als er weinig zicht is op de activiteiten van de organisatie hier alsnog onderzoek naar te doen?

    Zie antwoord vraag 13.

  • Vraag 17
    Is u bekend dat de Franse overheid de organisatie Civitas Christiana inmiddels verboden heeft? Is u bekend op welke gronden de organisatie verboden is? Maakt de organisatie zich in Nederland schuldig aan dezelfde feiten?

    Ja, het is het Ministerie van OCW bekend dat de Franse overheid de Franse organisatie Civitas verboden heeft. Het is echter niet bekend in hoeverre de organisaties in Frankrijk en Nederland aan elkaar gelieerd zijn en dezelfde activiteiten ondernemen.
    Zoals in de beantwoording van vraag 13 t/m 16 wordt genoemd, hebben beide ministeries geen juridische grondslag voor het instellen van onderzoeken naar personen en organisaties. Evenmin is het mogelijk om die organisaties te verbieden.
    In Nederland kan het Openbaar Ministerie de rechtbank op grond van artikel 2:20 BW verzoeken een rechtspersoon verboden te verklaren of te ontbinden indien het doel of de werkzaamheid van deze rechtspersoon in strijd is met de openbare orde. Wel vind ik het belangrijk om in een periode waarin scholen onder druk worden gezet om hun curriculum te veranderen, hen extra te ondersteunen en te wijzen op fake news.

  • Vraag 18
    Bent u bereid een verbod in Nederland ook te onderzoeken? Indien er momenteel onvoldoende gronden zijn wordt er onderzoek gedaan naar Civitas Christiana en soortgelijke organisaties? Zo nee, bent u alsnog bereid dat te doen?

    Zie antwoord vraag 17.

  • Mededeling - 29 maart 2024

    Op 8 maart 2024 hebben de leden Becker en De Kort (beiden VVD) schriftelijke vragen gesteld over het artikel «Dit is de extreemconservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks». Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk omdat de beantwoording afgestemd moet worden met meerdere departementen. Ik zal de vragen binnen drie weken beantwoorden, mede namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z03814
Volledige titel: Het artikel “Dit is de extreem-conservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks”
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-1610
Volledige titel: Antwoord op vragen van de leden Becker en De Kort over het artikel “Dit is de extreem-conservatieve club die zich ook dit jaar verzet tegen lessen over seks”