Ingediend | 28 februari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 28 oktober 2024 (na 243 dagen) |
Indiener | Sandra Beckerman |
Beantwoord door | Hans Vijlbrief (staatssecretaris economische zaken) (D66), Marnix van Rij (staatssecretaris financiën) (CDA) |
Onderwerpen | financiën organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z03120.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20242025-409.html |
Ja, de immateriële schadevergoeding van het IMG wordt aangemerkt als vermogen. Gemeenten en waterschappen hebben de mogelijkheid – als iemand niet in aanmerking komt voor kwijtschelding − om niet over te gaan tot innen als voortzetting van de invordering van de openstaande lokale heffing niet gewenst is. Deze afweging wordt op gemeentelijk niveau of op niveau van het waterschap gemaakt. Hoewel dit raakt aan de autonomie van gemeenten en waterschappen waar ik niet in kan treden, is uit contacten met de desbetreffende gemeenten en het desbetreffende waterschap gebleken dat ze deze mogelijkheid in het geval van schadevergoeding door het IMG en de NCG welwillend toepassen. Gemeenten en het waterschap benaderen bewoners actief om na te gaan of het teveel aan vermogen samenhangt met de schadeafhandeling door het IMG en/of de versterkingsoperatie door de NCG. Als dit onverhoopt niet gebeurt, kunnen gedupeerden waarvan de aanvraag voor kwijtschelding van lokale heffingen is afgewezen, dit kenbaar maken bij het Noordelijk Belastingkantoor. Het Noordelijk Belastingkantoor, voert de inning van de lokale heffingen namens de desbetreffende gemeenten en het desbetreffende waterschap uit. Zie de beantwoording op de vraag van het Eerste Kamerlid Kluit (GroenLinks).
Zie het antwoord op vragen 1 en 3.
Zie ook het antwoord op vraag 1.
De systematiek achter de energietoeslag is niet gelijk aan die van kwijtschelding van lokale heffingen, waardoor eenzelfde oplossing niet mogelijk is. Zie verder het antwoord op vraag 1.
Bij het aanvragen van kwijtschelding van waterschaps- en gemeentebelastingen vinden geen terugvorderingen plaats, het gaat immers om een heffing en geen uitbetaling aan de burger. Als wordt gevraagd naar hoe negatieve effecten voor burgers worden voorkomen, zie de antwoorden op vragen 1 en 3.
De NCG en het IMG zetten zich in om te voorkomen dat deze problemen zullen ontstaan. Zo houdt de NCG in haar besluitvorming al rekening met het peilmoment voor het bepalen van de hoogte van het bank- en spaartegoed in het kader van kwijtschelding van lokale heffingen en toeslagen. De NCG en het IMG hebben geen aanvragen voor compensatie van het verlies van kwijtschelding van lokale heffingen ontvangen. Deze aanvragen worden rechtstreeks bij het Noordelijk Belastingkantoor ingediend.
De NCG heeft drie aanvragen ontvangen voor de compensatie van huurtoeslag. De NCG verwacht dat het aantal aanvragen voor compensatie zal blijven toenemen, omdat de NCG vanaf 1 juli 2023 veel meer en hogere vergoedingen rechtstreeks aan de gedupeerde betaalt. Het IMG ontvangt jaarlijks een klein aantal aanvragen voor het vergoeden van fiscale gevolgschade. Het IMG schat in dat het de afgelopen tweeëneenhalf jaar nog geen tien aanvragen van (fiscale) gevolgschade heeft behandeld. Het gaat om toegekende vergoedingen tussen de € 20 en € 400. Het IMG heeft een aanvraag ontvangen voor compensatie van het verlies van kindgebonden budget. De geleden fiscale gevolgschade is door het IMG en de NCG vergoed. Zie ook de beantwoording op de vraag van het Eerste Kamerlid Kluit (GroenLinks).
De vragen van het lid Beckerman (SP) over Groningers die door immateriële schadevergoeding buitengesloten worden voor kwijtschelding van waterschaps- en gemeentebelasting (2024Z03120), ingezonden op 28 februari 2024 kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De vragen zijn gesteld aan de Staatssecretaris van Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat (EZK). De vragen raken echter ook aan het beleidsterrein van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Daarom wordt de beantwoording van de vragen met deze ministeries afgestemd. Vanwege de benodigde afstemming lukt het niet om de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn te beantwoorden. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.