Kamervraag 2024Z03116

Het bericht ‘Nederlandse geheime dienst maakte decennia gebruik van naziapparaat’

Ingediend 28 februari 2024
Beantwoord 21 maart 2024 (na 22 dagen)
Indiener Michiel van Nispen
Beantwoord door Hugo de Jonge (minister zonder portefeuille binnenlandse zaken en koninkrijksrelaties) (CDA)
Onderwerpen bestuur organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z03116.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1296.html
1. Parool, 24 februari 2024, «Nederlandse geheime dienst maakte decennia gebruik van naziapparaat».
2. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2023–2024, nr. 869. …
3. Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2022–2023, nr. 3066. …
  • Vraag 1
    Was u ervan op de hoogte dat de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) gebruik maakte van dossiers verzameld door de Gestapo en Sicherheitsdienst, waar onder andere martelbekentenissen tussen zitten en verzetsstrijders worden weggezet als terroristen, om voormalige verzetsstrijders en activisten uit de Tweede Wereldoorlog te bespioneren?1 Deelt u de mening dat het gebruik van nazidocumenten door de BVD absoluut moet worden veroordeeld? Gaat u dat ook doen?

    De aanwezigheid van documenten van de Duitse bezetter in BVD dossiers is midden jaren negentig beschreven in het proefschrift van Dick Engelen, die bij de BVD werkzaam was. Diens boek werd geschreven en uitgegeven in opdracht van toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken mevrouw Dales, zoals ook in de door u aangehaalde berichtgeving staat vermeld.2
    De nazidocumenten, waaronder die van de Sicherheitsdienst, kwamen op diverse manieren bij de BVD en diens voorlopers terecht. Dossiers waarin dergelijke documenten werden vastgelegd hadden betrekking op verschillende soorten onderzoek, zoals het onderkennen van mogelijk direct na de oorlog in Nederland achtergebleven Duitse spionagenetwerken, het in kaart brengen van vaak al voor de oorlog bestaande door de Sovjet-Unie aangestuurde spionagenetwerken, en het in kaart brengen van leden van de Communistische Partij van Nederland (CPN) in de naoorlogse periode.
    Er bestaat geen overzicht van de nazidocumenten die in het bezit waren van de BVD en diens voorlopers. Evenmin is er een overzicht van hoe dergelijke documenten daar terecht zijn gekomen, of van de dossiers waarin deze zijn vastgelegd. Tenslotte is er geen overzicht van de ethische, juridische en operationele overwegingen van toentertijd met betrekking tot het gebruik van informatie uit nazidocumenten. Derhalve kan ik op een aantal van uw vragen slechts in algemene zin antwoord geven.
    Artikel 7 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en het VN-Verdrag tegen foltering bevatten een absoluut verbod op marteling. Foltering voor het verkrijgen van informatie maakt hiervan deel uit. Het spreekt voor zich dat ik folteringen verwerp. Het is ontoelaatbaar dat langs deze weg informatie wordt verkregen, en ook dat via foltering verkregen informatie wordt gebruikt.
    Tevens kan ik in algemene zin stellen dat de BVD onderzoeken die in de berichtgeving worden beschreven plaatsvonden binnen andere wettelijke kaders dan het huidige. Zoals mijn ambtsvoorganger en ik op uw eerdere vragen hebben geantwoord waren de bevoegdheden van de BVD en diens voorgangers slechts summier wettelijk vastgelegd en geldt dat deze onderzoeken in de context van toenmalige bedreigingen van de nationale veiligheid moeten worden gezien.3 4
    Overigens staat in de door u aangehaalde berichtgeving onder andere dat de BVD «informatie verzamelde via het naziapparaat» en dat «de Nederlandse staat na de oorlog de methoden van de bezetter heeft gebruikt.»5 Deze wijze van formuleren wekt de indruk dat de BVD organisaties als de Sicherheitsdienst zou hebben ingezet en zich bediende van hun werkwijzen waaronder foltering. Ik weerspreek deze suggesties met kracht. De BVD dateert van 1949 en bediende zich op geen enkele wijze van martelingen of soortgelijke methoden van de nazi’s.

  • Vraag 2
    Deelt u de mening dat het gebruik van nazidossiers van geëxecuteerde verzetsstrijders en de Erelijst van Gevallenen om hun netwerken en activiteiten in kaart te brengen complete misbruik van deze informatie is?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 3
    Hoe beoordeelt u het gebruik van martelbekentenissen van verzetsstrijders en gevangenen door de BVD om verzetsstrijders en hun netwerken verder te bespioneren?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 4
    Worden documenten van de Gestapo en Sicherheitsdienst nog steeds gebruikt door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD?)

    Nee.

  • Vraag 5
    Kunt u reageren op de uitspraak van hoogleraar Kees Ribbens, die vindt dat het wetenschappelijk neutraliteit van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies (NIOD) en voorganger Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD) zijn aangetast doordat de BVD nazidocumenten voor spionage gebruikte? Mocht RIOD de BVD weigeren om documenten mee te geven? Waarom is er niet bekend hoe de BVD toegang had tot deze dossiers? Kunnen we hieruit de conclusie trekken dat het gebruik van nazidocumenten door de BVD onrechtmatig en onrechtvaardig was?

    Zie antwoord vraag 1.

  • Vraag 6
    Geeft de AIVD het NIOD toegang tot alle archieven van de BVD om onderzoek te doen naar de relatie tussen de instellingen tijdens de Koude Oorlog? Zo nee, waarom niet?

    Ik hecht grote waarde aan onafhankelijk en wetenschappelijk onderzoek, ook naar de geschiedenis van de BVD en diens voorlopers. Dit is dan ook een belangrijke reden om in de afgelopen jaren een groot aantal dossiers over te brengen naar het Nationaal Archief. Dit maakt grondig en gericht onderzoek mogelijk, en stelt onderzoekers in staat de in de archiefstukken vervatte informatie in hun historische context te plaatsen en hierover te publiceren. Als het NIOD voornemens is om onderzoek te doen dan zal de AIVD zijn medewerking verlenen, zoals de AIVD dat ook in eerdere onderzoeken door het NIOD heeft gedaan.

  • Vraag 7
    Hoe kijkt u naar het voorstel van Martijn Eickhoff, directeur van het NIOD, om onderzoek te doen naar de relatie tussen de BVD en het RIOD?

    Zie antwoord vraag 6.

  • Vraag 8
    Bent u het ermee eens dat onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek kan bijdragen aan het herstel van vertrouwen in de veiligheidsdiensten dat, waaronder door deze onthullingen, een knauw heeft gekregen?

    Ik ben niet van mening dat «het vertrouwen in de veiligheidsdiensten» is geschaad. Evenmin acht ik een «grootschalig onderzoek» naar «de handelwijze» van de BVD nodig. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 6 en 7 aangaf maakt de AIVD onderzoek mogelijk naar de geschiedenis van de BVD en diens voorlopers, niet alleen door dossiers uit het archief over te brengen naar het Nationaal Archief maar onder meer ook door medewerking te verlenen aan onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek, zoals door het NIOD.

  • Vraag 9
    Met een terugblik op eerder gestelde schriftelijke vragen over de BVD2 3, deelt u de mening dat grootschalig onderzoek naar de handelwijze van de BVD nodig is?

    Zie antwoord vraag 8.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2024Z03116
Volledige titel: Het bericht ‘Nederlandse geheime dienst maakte decennia gebruik van naziapparaat’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-1296
Volledige titel: Antwoord op vragen van lid Van Nispen over het bericht ‘Nederlandse geheime dienst maakte decennia gebruik van naziapparaat’