Ingediend | 15 februari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 5 maart 2024 (na 19 dagen) |
Indieners | Sandra Beckerman , Julian Bushoff (PvdA) |
Beantwoord door | Hans Vijlbrief (staatssecretaris economische zaken) (D66) |
Onderwerpen | burgerlijk recht economie overige economische sectoren recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z02579.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1152.html |
Ja.
In 2018 hebben Shell en ExxonMobil een akkoord gesloten met de Staat over het sluiten van het Groningenveld, de afhandeling van schade en versterken en de financiële afwikkeling van het gasgebouw (het Akkoord op Hoofdlijnen, hierna: AoH). In 2019 is het Interim Akkoord (hierna: IA) gesloten om de gaswinning sneller af te kunnen bouwen. In de Kamerbrief van 17 mei 2022 over de openbaarmaking van achterliggende nota’s inzake het Norg Akkoord ben ik uitgebreid ingegaan op de gesloten overeenkomsten en de lopende discussies.2
In 2022 en 2023 zijn verkennende gesprekken gevoerd met Shell en ExxonMobil over een mogelijke totaalafspraak. Gedurende de overleggen is gebleken dat er aanzienlijke verschillen in positie bestaan tussen de Staat en beide bedrijven. Shell en ExxonMobil hebben in hun brief van 4 december 2023 de voorkeur uitgesproken om de gesprekken voort te zetten ondanks de juridische procedure over hetzelfde onderwerp die zij in december gestart zijn.3 Het kabinet beziet momenteel nog wat deze nieuwe arbitrage betekent voor de gesprekken met Shell en ExxonMobil over een totaalafspraak.
Ik kan u verzekeren dat de discussies tussen de NAM of Shell en ExxonMobil over de kosten geen enkel effect hebben op de uitvoering van de schadeafhandeling en versterkingsoperatie. Na de afspraken die in 2018 zijn gemaakt is de NAM volledig uit de schadeafhandeling en versterkingsoperatie gehaald.
Ik vind het zeer belangrijk dat Shell en ExxonMobil zich houden aan de gemaakte afspraken en hun verantwoordelijkheid nemen. Shell en ExxonMobil hebben immers een belangrijke rol gespeeld bij de gaswinning in Groningen en de afspraken die de Staat met deze bedrijven heeft gemaakt vanaf 2018 weerspiegelen deze rol.
Voor schade heeft NAM alle facturen en heffingen voldaan; er zijn geen opstaande rekeningen voor schade. Tegelijkertijd lopen er wel juridische procedures over het doorbelasten van de kosten voor de schadeafhandeling.
Er is voor de versterkingsoperatie aan NAM een bedrag van in totaal circa € 1,1 miljard in rekening gebracht. Daarvan is bijna de helft nog niet voldaan door NAM.4 Ook lopen er juridische procedures over het doorbelasten van de kosten voor de versterkingsoperatie.
Ik wil nogmaals benadrukken dat het niet volledig betalen van de facturen voor de versterking in Groningen en de juridische procedures die zijn aangespannen door de NAM geen gevolgen hebben voor de schadeafhandeling en versterking.
De uitvoeringskosten van de schade- en versterkingsoperatie worden op grond van de Tijdelijke wet Groningen betrokken bij de heffingen aan NAM en zijn gebaseerd op de jaarverslagen van het IMG en de NCG.
De kosten die de Staat, het IMG en de NCG zelf maken om de heffingen te kunnen verantwoorden, zijn een noodzakelijk gevolg van het publiek afhandelen van schade en de afspraken die hierover met de NAM zijn gemaakt.
Ik heb geen overzicht van de precieze kosten die mijn ministerie maakt in verband met de doorbelasting, mede omdat de betreffende ambtenaren zich ook bezig houden met andere dossiers die gerelateerd zijn aan de schadeafhandeling en versterkingsopgave.
Zoals aangegeven bij het antwoord op vraag 2 beziet het kabinet momenteel nog wat deze nieuwe arbitrage betekent voor de gesprekken met Shell en ExxonMobil.
In het Akkoord op Hoofdlijnen is afgesproken dat geschillen tussen partijen beslecht worden door arbitrage bij het Nederlands Arbitrage Instituut (NAI). Hier is voor gekozen omdat dit in het verleden ook zo afgesproken was binnen het gasgebouw. Daarbij zijn partijen overeengekomen dat het vonnis openbaar kan worden gemaakt (behoudens bedrijfsgevoelige informatie).6
Tijdens het commissiedebat van 22 juni 2023, heb ik naar aanleiding van de motie Nijboer over «een belastingheffing op de olies als een extra bijdrage van deze bedrijven» toegezegd om de opties voor een brede heffing te onderzoeken. Deze opties worden nu in kaart gebracht. Ik kom hier binnenkort bij uw Kamer op terug.
In het Akkoord op Hoofdlijnen is afgesproken dat geschillen tussen partijen beslecht worden door arbitrage volgens het arbitragereglement van het Nederlands Arbitrage Instituut («NAI regelement»).7 Volgens artikel 53 van dit regelement is een arbitraal vonnis bindend.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 8 kom ik hier binnenkort op terug.
Ja.