Ingediend | 8 februari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 11 maart 2024 (na 32 dagen) |
Indiener | Christine Teunissen (PvdD) |
Beantwoord door | Gerrit van Leeuwen |
Onderwerpen | economie ondernemen |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z02058.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1204.html |
Ja.
Ja.
Alle genoemde exportprojecten zijn door uitvoerder Atradius Dutch State Business (ADSB) onderworpen aan een milieu- en sociale beoordeling voordat een ekv-polis werd verstrekt. Onderdeel van deze beoordeling is dat de projecten worden getoetst aan het Nederlandse dierenwelzijnsbeleid voor exportkredietverzekeringen (ekv). Bij geen van deze projecten is er een ekv afgegeven voor leveringen aan en met betrekking tot stallen waarin onverrijkte kooien voor legkippen worden toegepast of leveringen aan stallen waarin vleeskippen worden gehouden met een grotere dichtheid dan 42 kg/m2.
Ja.
Het klopt niet dat deze projecten niet zijn getoetst op dierenwelzijn. Voor de levering van een mengvoederfabriek aan Canada is geen milieu- en sociale beoordeling uitgevoerd, omdat de levering niet direct raakt aan dierenwelzijn. Alle overige genoemde exportprojecten zijn door uitvoerder ADSB onderworpen aan een milieu- en sociale beoordeling voordat een ekv-polis werd verstrekt. De projecten voldoen aan het mvo-beleid en de dierenwelzijnsverklaring voor de ekv.
Het klopt niet dat projecten in de categorie «M» geen enkele vorm van toetsing ondergaan. Projecten die gecategoriseerd worden als «M» worden altijd aan een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling onderworpen. Hierin wordt de inzet van de exporteur en de afnemer op milieu- en sociaal-vlak, waaronder ook dierenwelzijn, beoordeeld. Daarnaast kan aanvullende informatie over de keten opgevraagd worden.
Alle genoemde exportprojecten zijn door uitvoerder ADSB onderworpen aan milieu- en sociale beoordeling voordat een ekv-polis werd verstrekt. De projecten voldoen aan het mvo-beleid en de dierenwelzijnsverklaring voor de ekv.
Ja.
Het kabinet kan zich niet vinden in de constatering dat de Nederlandse staat bijdraagt aan de levering van producten voor intensieve veehouderij zonder enige controle op dierenwelzijn. Transacties in de intensieve veeteeltsector worden altijd aan een uitgebreide milieu- en sociale beoordeling onderworpen.
Ja.
De principes die bekend staan als de «Vijf Vrijheden», die de (wereldwijde) internationale uitgangspunten voor dierenwelzijn vormen bij onder meer de World Organisation for Animal Health (OIE) en de OECD-FAO, geven aan dat een dier gevrijwaard moet zijn van honger, dorst en onjuiste voeding; fysiek en fysiologisch ongerief; pijn, verwondingen en ziektes; angst en chronische stress en het dier moet zijn natuurlijke gedrag kunnen vertonen. Veehouderijsystemen en -praktijken die hier niet verenigbaar mee worden geacht zijn daarom uitgesloten van de ekv.1
Het kabinet kan zich niet vinden in de stelling dat het kabinet dierenleed faciliteert. Juist door ekv-aanvragen te toetsen aan de hand van internationale kaders en een aanvullende dierenwelzijnsverklaring kan worden geëxporteerd naar landen waar wettelijke dierenwelzijnsstandaarden lager of zelfs afwezig zijn.2 Het hanteren van internationale standaarden is ook belangrijk voor een gelijk speelveld voor Nederlandse exporteurs. Met de dierenwelzijnsverklaring en de daar uit volgende uitsluitingslijst gaat Nederland al verder dan andere landen.
Het kabinet doet momenteel onderzoek naar de reikwijdte en consequenties van de aangenomen motie Teunissen c.s. die oproept om te stoppen met exportkredietverzekeringen voor projecten met een lagere dierenwelzijnsstandaard dan de Nederlandse. De resultaten van dit onderzoek zullen met uw Kamer worden gedeeld.3