Ingediend | 16 januari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 26 januari 2024 (na 10 dagen) |
Indiener | Marijke Synhaeve (D66) |
Beantwoord door | Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | jongeren zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z00331.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-877.html |
Ja.
Laat ik voorop stellen dat in de jeugdzorg geen plaats is voor niet integer handelen van jeugdhulpaanbieders. Mede daarom heb ik het onderzoek laten uitvoeren naar niet integere bedrijfsvoering in de jeugdhulp om zo tot een meer geobjectiveerd beeld te komen van de verschijningsvormen en oorzaken van niet integere bedrijfsvoering in de jeugdhulp.
Er worden, mede in navolging van afspraken uit de Hervormingsagenda Jeugd, ook reeds verschillende maatregelen genomen om niet integere bedrijfsvoering bij jeugdhulpaanbieders te voorkomen. Daarvoor is ook wetgeving in voorbereiding.
In het wetsvoorstel «Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg (Wvbjz)» zijn verplichtingen opgenomen ten aanzien van o.a. de bestuursstructuur en de financiële bedrijfsvoering van jeugdhulpaanbieders. Ook krijgt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) met het wetsvoorstel, naast een taak tot vroegsignalering en stelselonderzoek, een wettelijke toezichtstaak voor wat betreft de naleving van de verplichtingen ten aanzien van een transparante financiële bedrijfsvoering en de openbare jaarverantwoording.
Met het wetsvoorstel «Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdhulpaanbieders (Wibz)» worden vervolgens normen over een integere bedrijfsvoering en het hanteren van voorwaarden voor het kunnen uitkeren van winst geïntroduceerd. Ook op de naleving van deze normen zal de NZa toezicht houden.
Ik vind het belangrijk dat de kwaliteit van de jeugdhulp maximaal is geborgd. Er wordt ook reeds op verschillende manieren bevorderd dat jeugdhulpaanbieders voldoen aan de kwaliteitseisen die zijn opgenomen in de Jeugdwet. Vooralsnog kent de Jeugdhulp geen vergunningsplicht. In de Hervormingsagenda Jeugd is opgenomen dat samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en jeugdhulpaanbieders zal worden onderzocht of het in de rede ligt aan te sluiten bij de vergunningplicht zoals opgenomen in de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza). Bij deze verkenning zal ook de aanbeveling uit het rapport worden betrokken. Deze verkenning zal ik snel starten.
Zie antwoord vraag 3.
Het wetsvoorstel voor de «Wvbjz» bevordert een overkoepelende structuur voor toezicht door de introductie van een wettelijke toezichtstaak bij de NZa.
Hiernaast zal ik de aanbevelingen uit het rapport «Niet integere bedrijfsvoering jeugdhulpaanbieders» en mogelijke aanvullende oplossingen, daar waar van toepassing, ook bespreken met betrokken partijen zoals gemeenten/VNG en aanbieders/branche organisaties.
Voor een deel wordt reeds opvolging gegeven aan de aanbevelingen uit het rapport vanuit de uitvoering van de Hervormingsagenda Jeugd. Zo wordt met de Amvb reële prijzen tariefdifferentiatie bevorderd dat een te hoge prijs aan jeugdhulpaanbieders wordt betaald voor (goedkopere) lichte jeugdhulp. Met het wetsvoorstel voor de «Wibz» wordt een norm geïntroduceerd voor integere bedrijfsvoering. Ook bevestigt het onderzoek de noodzaak tot nadere regulering rondom winstuitkeringen in de jeugdhulp. Hier gaan we verder mee aan de slag. De aanbevelingen zullen nog worden besproken met betrokken partijen, zoals gemeenten/VNG, aanbieders/brancheorganisaties en de JA/NZa.
Alle wetstrajecten, dus ook het wetsvoorstel voor de «Wibz», moeten zorgvuldig, via een vaststaand aantal stappen tot stand komen. Dat vergt tijd.
Het streven is om het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van dit jaar voor advies aan de Raad van State voor te leggen. Als dat advies gereed is kan beter ingeschat worden wanneer het wetsvoorstel aan Uw Kamer aangeboden kan worden.
Ja.