Ingediend | 15 januari 2024 |
---|---|
Beantwoord | 5 februari 2024 (na 21 dagen) |
Indiener | Silvio Erkens (VVD) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66), Christophe van der Maat (staatssecretaris defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2024Z00253.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-942.html |
Ja.
Het kabinet zet in op samenwerking met onze NAVO-bondgenoten en Europese partners om de productie van defensiematerieel te stimuleren. Vraagbundeling draagt bij aan het vergroten van deze productiecapaciteit, omdat dit producenten de benodigde zekerheid op afname van grote hoeveelheden biedt. Dit is recent en in lijn met motie-Dassen over meer gezamenlijke Europese inkoop van munitie (Kamerstuk 36 124, nr. 20) gebeurd door Roemenië, Spanje, Duitsland en Nederland, onder coördinatie van de NAVO Supply and Procurement Agency (NSPA) voor de nieuwe productielijn van Patriot luchtverdedigingsraketten in Europa. Een ander voorbeeld is het contract voor levering van deze Very Short Range Anti-Tank (VSRAT) systemen dat midden-2022 namens 13 NAVO-bondgenoten door de NSPA is getekend. Door schaalvoordelen zijn de eerste raketten een jaar eerder dan voorzien aan de eenheden geleverd.2
Nederland heeft sinds begin deze eeuw3 geen nationale munitieproducerende industrie meer. Daarom hanteert Defensie langlopende raamcontracten, bijvoorbeeld voor klein kaliber munitie (KKM) voor geweren en mitrailleurs. Circa 80% van de klein- en middenkaliber munitie wordt door Nederland in Europa besteld. In lijn met de motie-Tuinman en van Campen over het plaatsen van orders voor gangbare munitiesoorten (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1978) treft Defensie voorbereidingen om voor de korte termijn binnen de Defensiebegroting versneld aanvullend munitie te bestellen. Wij zullen uw Kamer door middel van een DMP-brief zo spoedig mogelijk informeren over de invulling hiervan en de daarbij behorende consequenties. Daarnaast speelt Nederland een actieve rol bij mogelijkheden tot vraagbundeling zoals hierboven beschreven. We zoeken samen met het Ministerie van EZK actief naar mogelijkheden om de Nederlandse Defensie industrie te betrekken bij de productie van Battle Decisive Munitions (BDM) en klein kaliber munitie (KKM), onder meer door licentieproductie in Europa, consortiumvorming en afspraken m.b.t. industriële participatie.
Wat het effect zou zijn van een belastingkorting op investering in de wapenindustrie wordt momenteel op Europees en nationaal niveau onderzocht. Anticiperend op een mogelijk voorstel van de Europese Commissie (EC) gaan wij met Financiën in gesprek over de positieve of negatieve gevolgen van zo’n maatregel. In deze analyse worden ook naar alternatieve beleidsopties gekeken ter bevordering van investeringen in de defensie-industrie. De uitkomsten van de studie door de EC van 11 januari naar de financieringsproblemen van MKB in de defensie-industrie zijn hier behulpzaam. Tenslotte wordt gekeken hoe een dergelijke maatregelen samenhangen met bestaande nationale en Europese initiatieven in deze richting, zoals Defence Equity Facility(€ 175 miljoen) specifiek gericht op MKB in de defensie-industrie.4
Tijdens de Bestuursraad van het Europees Defensie Agentschap (EDA) op 14 november 2023 namen de Ministers van Defensie een gezamenlijke verklaring aan. Hierin zijn de financiële instellingen aangespoord om hun investeringsbeleid aan te passen en daarbij meer oog te hebben voor het maatschappelijk belang van de defensie-industrie. Nationaal verkent het Ministerie van EZK samen met Defensie, ook in gesprekken met pensioenfondsen en banken, de mogelijkheden voor verbetering van de financiering voor de defensie-industrie. In 2024 zetten we onze verkennende gesprekken met vermogensbeheerders voort, met als doel om de financieringspositie van de defensie-industrie structureel te verbeteren.
Het gezamenlijk inkopen van defensiematerieel kan worden belemmerd doordat partners elkaar onvoldoende informeren over de nationale planning of te weinig concessies doen aan hun nationale eisen waardoor ze niet goed met elkaar kunnen samenwerken aan geharmoniseerde behoeftestellingen. Ook zijn de leveringsketens in de defensiemarkt vaak nationaal georiënteerd en is dat moeilijk te doorbreken. Samen met onze NAVO-bondgenoten en Europese partners zet Nederland zich er daarom voor in om aanknopingspunten en genoemde sleutelelementen voor samenwerking te verbeteren, bijvoorbeeld via het EDA en de NAVO Defence Industrial Production Board(DIPB). Hiermee willen wij de interoperabiliteit, en daarmee de slagkracht van de Europese landen, vergroten.
Wij verwelkomen de rol van de Europese Vredesfaciliteit bij het ondersteunen van gezamenlijke inkoopinitiatieven voor defensiematerieel. Vorig jaar werd € 1 miljard uit de Europese Vredesfaciliteit ingezet voor de gezamenlijke aanschaf van munitie, als onderdeel van de EU munitie-initiatieven ten behoeve van leveringen aan Oekraïne. In dat kader heeft het kabinet vorig jaar via twee sporen meegedaan aan gezamenlijke aanschaf van 155mm munitie: voor € 130 miljoen aan het inkoopproject van het EDA en voor € 130 miljoen aan het door Duitsland geleide inkoopproject.
De «Defensie Industrie Strategie in een nieuwe geopolitieke context»5 omschrijft welke maatregelen het kabinet hanteert om dat te realiseren. Het kabinet zet daarbij in op de versterking, bescherming en (internationale) positionering van de Nederlandse Defensie Technologische & Industriële Basis (NLDTIB).
In de veranderende veiligheidscontext is er geen enkel Europees land dat geheel zelfstandig voor zijn eigen veiligheid kan zorgen. Nederland wil daarom met vertrouwde partners en in samenspraak met vertegenwoordigers van de NLDTIB en Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB), een voorstrekkersrol spelen in gemeenschappelijke verwerving, waarbij de weerbaarheid en voortzettingsvermogen van de toeleveranciersketens cruciaal is. De inzet is onder andere gericht op het verstevigen van Nederlandse industriële sterktes. Een voorbeeld daarvan is de inzet op de maritieme maakindustrie, waarover de Kamer onlangs is geïnformeerd6.
Voor de leveringszekerheid geldt dat in een markt die door opgelopen geopolitieke spanningen, een snel groeiende vraag en een achterblijvend aanbod meer onder druk komt te staan, Nederland de strategische nationale belangen sterker borgt. Naast product, levertijd en prijs zal Defensie in het vervolg ook, productiezekerheid, leveringszekerheid en strategische autonomie sterker meewegen. Dit kan betekenen dat Defensie een hogere prijs moet betalen voor Defensiematerieel omdat het bijvoorbeeld in Nederland of een ander Europees land wordt geproduceerd in plaats van daar buiten.
Defensie gaat extra investeren in samenwerkingen met de Nederlandse defensie-industrie om zo de innovatiekracht te verhogen zoals gemeld in de «Uitvoeringsagenda onderzoek en innovatie»7. Drones en dronetechnologie maken deel uit van de technologiegebieden in deze uitvoeringsagenda. Hierbij zetten we ook in op samenwerking met Europese ecosystemen en initiatieven zoals het Europees Defensiefonds. Wij informeren de Kamer uiterlijk Q2 2024 met een uitgebreidere brief over de voortgang van deze agenda en de concrete vervolgstappen.
Nederland werkt bij voorkeur samen met NAVO-bondgenoten en Europese partners. Met de Verenigde Staten wordt voor de aanschaf van bijvoorbeeld bepaalde typen BDM samengewerkt via het Amerikaanse Foreign Miltary Sales-proces. Voor specifieke types defensie-materieel werkt Nederland ook samen met gelegenheidspartners. Zo is er bijvoorbeeld in juni 2023 met Zuid-Korea een Memorandum of Understanding afgesloten voor versterkte internationale materieelsamenwerking.
Een ander voorbeeld van internationale industriesamenwerking is de Europese productielijn van F35 jachtvliegtuigen. Defensie heeft recent een zestal F-35’s en een viertal MQ-9’s versneld besteld8. De assemblage van de F-35’s, die door een Amerikaans bedrijf worden geleverd, vindt plaats bij de productielijn in Italië. Uw Kamer ontvangt dit kwartaal een brief over de doorontwikkeling van het F-35 programma.
Het kabinet is in gesprek met de defensie-industrie over hoe we in nauwere samenwerking beter kunnen inspelen op de urgente behoeften van Defensie. Defensie kiest ervoor om de ruimte in de bestaande (raam)contracten maximaal uit te nutten zodat we onze munitievoorraden laten doorgroeien richting de geldende NAVO-normen9. De Kamer zal nader geïnformeerd worden over plannen om de productie- en leveringszekerheid in Nederland en Europa te verhogen, zodat de urgente behoeften snel kunnen worden ingevuld.
De Tweede Kamer is op 14 juli 2023 per brief geïnformeerd over het kabinetsvoornemen van Nederlandse toetreding tot het verdrag inzake exportcontrole in het defensiedomein waar op het moment Duitsland, Frankrijk en Spanje bij zijn aangesloten. Na verzending van deze brief zijn de Ministers van Buitenlandse Zaken van de drie huidige verdragspartijen formeel per brief geïnformeerd over de Nederlandse wens tot toetreding waarbij zij zijn verzocht de Nederlandse wens tot toetreding onderling te bespreken.
De verdragspartijen hebben de ontvangst van deze brief bevestigd en toegezegd de Nederlandse wens tot toetreden te bespreken. Het kabinet is in afwachting van de uitkomst van deze besprekingen. Indien de andere verdragspartijen instemmen met de Nederlandse toetreding zal het kabinet toetreding tot het verdrag ter goedkeuring aan het parlement voorleggen.
Ja.