Ingediend | 29 december 2023 |
---|---|
Beantwoord | 22 januari 2024 (na 24 dagen) |
Indieners | Isa Kahraman (NSC), Tjebbe van Oostenbruggen (NSC) |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66), Christophe van der Maat (staatssecretaris defensie) (VVD) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z21046.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-840.html |
Ja.
Ja. Het dienjaar heeft, zoals aangegeven in de Kamerbrief Dienjaar Defensie van 1 november 2022 (Kamerstuk, 36 200 X, nr. 16, de volgende doelstellingen:
Defensie kiest voor het geleidelijk opschalen van het aantal deelnemers aan het Dienjaar Defensie, rekening houdend met het absorptievermogen van de krijgsmacht. In 2023 is het dienjaar van start gegaan met 132 dienjaarmilitairen, verdeeld over de vier krijgsmachtdelen. In 2024 zijn drie lichtingen gepland met in totaal circa 625 deelnemers. In 2025 staat een opschaling naar 1.000 deelnemers per jaar gepland.
Voor het op sterkte krijgen van de krijgsmacht is vanaf 2028 een instroom van 3.000 à 4.000 dienjaarmilitairen per jaar nodig, naast de reguliere instroom van 4.500 beroepsmilitairen per jaar. Daarnaast zet Defensie actief in op meer samenwerking met overheden en het bedrijfsleven om te kunnen beschikken over noodzakelijke capaciteiten bij dreigingssituaties. Onze veiligheid is niet alleen een verantwoordelijkheid van Defensie, maar van de gehele samenleving. Ten slotte wordt de reservisten-capaciteit verder versterkt. Het resultaat van deze inspanningen is een schaalbare krijgsmacht waarbij Defensie in crisistijd kan beschikken over capaciteiten die buiten crisistijd niet voortdurend benodigd zijn.
Zie antwoord vraag 4.
Defensie zal aanvullende maatregelen moeten nemen om de personele gereedheid te verbeteren. Er wordt geïnvesteerd in verantwoorde opschaling van het dienjaar. We schalen het dienjaar zo snel als mogelijk op naar 1.000 deelnemers in 2025. Ook bij de verdere uitbreiding na 2025 wordt rekening gehouden met het absorptievermogen van de organisatie, de belangstelling vanuit de doelgroep, de financiering en de borging van de kwaliteit. Het vergroten van de ambitie met betrekking tot het dienjaar betekent overigens niet automatisch een verhoging van het aantal lichtingen.
De forse uitbreiding van de formatie van Defensie vraagt ook andere maatregelen om de vulling te verbeteren. Daarom onderzoekt Defensie initiatieven om invulling te geven aan een schaalbare krijgsmacht.
Zie antwoord vraag 6.
Zie antwoord vraag 6.
Ja. Onze weerbaarheid is niet alleen een verantwoordelijkheid van Defensie, maar van de gehele samenleving. Daarom zet Defensie actief in op meer samenwerking met het bedrijfsleven om te kunnen beschikken over noodzakelijke capaciteiten bij dreigingssituaties. Zo heeft Defensie recentelijk twee overeenkomsten gesloten met Thales en Jan de Rijk Logistics over de uitwisseling van HR-ecoreservisten met het Vuursteun Commando (Vustco) respectievelijk het Bevoorrading- en transportcommando (B&Tco) van de Landmacht. De HR-ecoreservist heeft niet langer twee werkgevers, maar alleen een dienstverband bij de civiele werkgever. Defensie vergoedt het bedrijf voor het aantal uren inzet van de reservist. Over die inzet worden goede afspraken gemaakt tussen het bedrijf en Defensie. Thales gaat een aantal reservisten leveren die gaan werken met producten die zij zelf ontwikkelen. Jan de Rijk levert een chauffeur aan Defensie en naar verwachting zullen andere chauffeurs volgen, die als reservist worden ingezet.
Defensie versterkt met deze nieuwe constructie de positie van de reservist en verwacht ook met andere civiele werkgevers vergelijkbare overeenkomsten te kunnen sluiten.
Nee, de stappen die Defensie de afgelopen periode heeft gezet om de instroom te verhogen, de uitstroom te beperken en schaalbaarheid te introduceren om zo te groeien en te transformeren naar een toekomstbestendige krijgsmacht zijn vooralsnog onvoldoende. In de Kamerbrief stand van zaken BBI (Kamerstuk 36 410 X, nr. 7) en de Stand van Defensie najaar 2023 (Kamerstuk 36 410 X, nr. 5 is gesteld dat de BBI-maatregelen de kans moet krijgen om effect te sorteren, maar dat er tegelijkertijd meer nodig is om de personele gereedheid te verbeteren. Mede als gevolg van mijn werkbezoek aan Zweden heb ik opdracht gegeven in kaart te brengen hoe een verplichte enquête voor alle 17-jarigen in Nederland vorm zou kunnen krijgen. Met zo’n enquête wordt jongeren gevraagd na te denken over de vraag of ze een vrijwillige bijdrage willen leveren aan de krijgsmacht. Hoewel het aan een nieuw Kabinet is om hierin verdere keuzes te maken, worden verschillende mogelijkheden hiervoor alvast verkend.