Ingediend | 22 december 2023 |
---|---|
Beantwoord | 13 februari 2024 (na 53 dagen) |
Indiener | Esther Ouwehand (PvdD) |
Beantwoord door | Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z20914.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1013.html |
Laat ik voorop stellen dat de «burgerinspecties» waarover stichting Animal Rights in haar bericht spreekt illegaal zijn, niet kunnen en niet mogen. Ongeacht de doelen of motieven die er aan deze incidenten ten grondslag liggen vind ik iedere vorm van geweld en opzettelijke vernieling van andermans eigendom niet te rechtvaardigen en onacceptabel en veroordeel ik.
De beelden vind ik uiteraard verschrikkelijk om te zien en dat doet mij ook wat. Zoals ik heb aangegeven2, vind ik dat dieren meer zijn dan een object of eigendom, het zijn levende wezens met een eigen waarde, los van de (gebruiks-)waarde die de mens er aan toekent. Deze intrinsieke waarde van dieren is vastgelegd in de Wet dieren en vormt dan ook het uitgangspunt van mijn beleid. We dienen met respect met ze om te gaan, ze goed te behandelen en goede huisvesting en verzorging te bieden, van fok tot slacht.
Ik vind het belangrijk dat wet- en regelgeving wordt nageleefd door de houders van dieren. De welzijnsmatjes en schuilmogelijkheden zijn geen wettelijke vereisten. De sector heeft zelf een plan van aanpak huisvesting opgesteld waarover uw Kamer 14 april 2022 is geïnformeerd4. Via dat plan van aanpak verplichten de houders zich om in de loop naar 2030 te voldoen aan bovenwettelijke huisvestingsvereisten. De welzijnsmatjes en schuilmogelijkheden maken hier ook onderdeel van uit.
Vanaf 2019 tot en met 2023 zijn bij drie inspecties bij konijnenhouderijen overtredingen gevonden op de eisen van huisvesting en afleidingsmateriaal.
Bij een aantal inspecties hebben inspecteurs geconstateerd en vastgelegd dat er sprake was van dierziektes op het geïnspecteerde bedrijf. De aanwezigheid van dierziekte(n) op een locatie is geen overtreding van een voorschrift. Hierbij is het bijvoorbeeld van belang dat een houder tijdig veterinaire hulp inschakelt indien nodig. Daarom kan het zijn dat deze inspecties wel akkoord zijn bevonden.
Ja, deze inspecties zijn, door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA), met een officiële waarschuwing afgedaan.
Voor bovenstaande overtredingen kunnen volgens het Specifiek Interventiebeleid5 meerdere interventies worden toegepast. Indien de overtredingen ernstig en/of structureel van aard zijn kan een bestuurlijke boete en eventuele corrigerende interventies worden opgelegd. Indien deze overtredingen licht en/of incidenteel van aard zijn, kan worden gekozen voor een officiële waarschuwing. Dit is afhankelijk van de feiten en omstandigheden ter plaatse.
Voor het antwoord op deze vraag verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
Ja, dit heb ik gezien.
Voor konijnenhouders is een goede zorg voor dieren het uitgangspunt. Elke houder dient uitval van de konijnen te registeren in de eigen administratie. Bij een uitvalspercentage hoger dan 10% dient de houder de dierenarts te consulteren met als doel het percentage te verlagen. Centrale registratie van uitval is echter niet verplicht en ik heb daarom geen cijfers over de uitval. Momenteel zet de konijnensector zet zich in om deze sterftecijfers centraal vast te leggen, dit doen zij samen met Wageningen Economic Research (WEcR).
Om de zorg voor jonge dieren in beeld te brengen is de Zorgwijzer ontwikkelt, deze geeft houders inzicht in diergezondheid en dierenwelzijn en biedt houders de mogelijkheid om cijfers met elkaar te vergelijken. Ervaring, onder andere uit het antibioticadossier, leert dat een dergelijke vergelijking houders intrinsiek motiveert verder te verbeteren. Vanaf 2025 wordt de deelname aan de Zorgwijzer, via het Integrale Keten Beheersing (IKB) systeem, verplicht voor konijnenhouders.
Zie mijn antwoord op vraag 8. Er is mij geen actueel sterftepercentage van konijnen bekend.
Zie mijn antwoord op vraag 8 en 9.
Ja.
Er is in 2020 één controle op welzijn uitgevoerd bij een bedrijf met konijnen die voor productie gehouden worden naar aanleiding van een melding. Daarnaast zijn er dat jaar nog 4 inspecties uitgevoerd in de konijnenhouderij in het kader van de naleefmeting diergeneesmiddelen, die is uitgevoerd in de periode 2019–2020. Hoewel deze inspecties een andere insteek hebben, zouden eventuele evidente welzijnsovertredingen daarbij zijn opgemerkt.
Ja, de sector zet stappen op verschillende onderwerpen, zoals op antibiotica, huisvesting en de zorg voor jonge dieren.
In de Verzamelbrief Dierenwelzijn van april 2022 (Kamerstuk 28 286, nr. 1255) werd u geïnformeerd over het plan van aanpak huisvesting, opgesteld door de vakgroep konijnenhouderij van LTO Nederland. Dit plan bevat een viertal onderdelen op het gebied van huisvesting die bijdragen aan het verbeteren van dierenwelzijn voor alle konijnen gehouden voor productie. De vier onderdelen betreffen; (stal)klimaat en calamiteiten, omgevingsverrijking, comfort voor opfokvoedsters en leefruimte voor zowel vleeskonijnen als voedsters. In 2030 zal elke konijnenhouder, door middel van een puntensysteem, moeten voldoen aan de vereisten opgenomen in dit plan van aanpak. Eind 2025 dient elke konijnenhouder minimaal de helft van het totaalaantal punten behaald te hebben. Borging verloopt via het private kwaliteitssysteem.
De konijnensector heeft sinds begin 2022 een plan van aanpak antibioticumgebruik en aanpak hoog gebruikende bedrijven. Hiermee is afgelopen jaar een goed resultaat behaald zowel in algemene reductie als in reductie van het aantal hoog gebruikende bedrijven. In de brief Stand van zaken veterinair antibioticumbeleid (Kamerstuk 29 683, nr. 275), die uw Kamer op 24 augustus 2023 heeft ontvangen, kunt u dit terug vinden. Ten opzichte van 2021 is in 2022, het gebruik van antibiotica in de konijnensector gedaald met 32,4%. De konijnensector laat hiermee het laagste gebruik zien, sinds de start van de monitoring door de SDa (2016).
Ja, dit herinner ik mij. Zie mijn antwoord op vraag 8.
Zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd (Kamerstuk 28 286, nr. 1321) werk ik aan een dierwaardige veehouderij waar alle dieren, worden gehouden volgens de 6 leidende principes van de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA). Ik heb uw Kamer geïnformeerd over de stappen die hierop worden ondernomen. De focus ligt nu bij de 4 grote sectoren maar op termijn zullen ook de overige sectoren, waaronder de konijnensector, worden betrokken.
De beelden die ik heb gezien vind ik treurig. Het feit dat deze beelden zijn gemaakt, betekent niet dat deze beelden representatief zijn voor de gehele sector. Hierdoor kan ik geen algemene conclusie trekken over de gehele konijnensector. Daarnaast doen mijn persoonlijke wensen en behoeftes er in deze niet toe.
Het is aan mij regels te stellen waar de huisvesting van konijnen aan moet voldoen. En ik stel de NVWA in staat om hier toezicht op te houden. Ik vind het belangrijk dat burgers informatie kunnen opdoen over het voedsel dat zij kopen zodat zij zelf weloverwogen keuzes kunnen maken. Om die reden ondersteun ik het Voedingscentrum, die hier uitwerking aan geeft.
Het is mij niet gelukt om de vragen binnen de daarvoor gestelde termijn te beantwoorden, uw Kamer is hierover geïnformeerd op 11 januari j.l.
De vragen van lid Ouwehand (PvdD) over het leven en lijden van konijnen in de vleesindustrie (kenmerk 2023Z20914) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, omdat er meer tijd nodig is voor de benodigde afstemming.