Ingediend | 11 december 2023 |
---|---|
Beantwoord | 15 februari 2024 (na 66 dagen) |
Indiener | Barbara Kathmann (PvdA) |
Beantwoord door | Karien van Gennip (minister sociale zaken en werkgelegenheid) (CDA) |
Onderwerpen | gezin en kinderen sociale zekerheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z19914.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-1039.html |
Ja, ik ben bekend met dit bericht.
Ik zie graag dat de dienstverlening van kinderopvang goed aansluit bij de behoeften van ouders en aanbieders. Daarbij is het van belang dat veranderingen in de dienstverlening in goede afstemming tussen ouders, oudercommissies en kinderopvangorganisaties plaatsvinden. Een situatie waarbij openingstijden worden verruimd zonder dat daar gebruik van wordt gemaakt, is niet de bedoeling. Net als het aanpassen van pakketten waarbij ouders een buitensporige hoeveelheid uren in vakanties dienen af te nemen. Er geldt geen recht op KOT voor uren waarop de opvang gesloten is, met uitzondering van erkende feestdagen.
De signalen over deze praktijken heb ik 14 december 2023 met de kinderopvangbranche besproken. Daarbij heb ik het belang van goede afstemming met ouders alsmede de voorwaarden voor het ontvangen van KOT benadrukt. Tevens heb ik de branche gevraagd in te zetten op: 1) verbetering van transparantie: kinderopvangorganisaties zouden uurprijzen en openingstijden op de website moeten vermelden, 2) het vergroten van de bekendheid van stappen die ouders kunnen nemen bij een geschil of klacht. De brancheorganisaties delen het belang van transparantie en hebben aangegeven zich hiervoor te zullen inspannen. Ik verwacht dat deze stappen de transparantie in de sector vergroten en daarmee de positie van ouders versterken. Ik zal in gesprek blijven met de brancheorganisaties over de voortgang van deze stappen. Parallel ga ik onderzoeken of toezicht en nadere regelgeving gericht op kinderopvangorganisaties wenselijk is.
Ouders sluiten een privaatrechtelijke overeenkomst met hun kinderopvangorganisatie. Hierin wordt het aantal contracturen vastgelegd. Indien een ouder vervolgens besluit een deel van de gefactureerde uren niet te gebruiken, is er niet per se sprake van oneigenlijk gebruik. De kinderopvangorganisatie maakt immers wel kosten gedurende de gecontracteerde uren, ook als een ouder besluit zijn kind later te brengen of eerder op te halen. Daarbij hecht ik er wel aan toe te voegen dat ik het zeer onwenselijk acht wanneer een kinderopvangorganisatie de openingstijden verruimt zonder dat daar gebruik van wordt gemaakt. Bovendien is er enkel recht op KOT voor de uren waarop de opvang daadwerkelijk beschikbaar is. Sluitingen vanwege erkende feestdagen vormen daarop een uitzondering.
Er is geen overzicht op welke schaal de praktijken die besproken worden in het artikel, worden toegepast en wat de financiële gevolgen voor ouders zijn. Dit overzicht is er niet, omdat het gaat om gemaakte afspraken in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen kinderopvangorganisaties en ouders. De ouder en de kinderopvangorganisatie sluiten een contract over onder andere het aantal af te nemen uren en de kosten. Deze afspraken worden niet centraal vastgelegd en kunnen daarom niet worden gemonitord.
Ik zal in samenwerking met sectorpartijen een steekproef opzetten om meer zicht te krijgen op openingstijden. Deze steekproef zal aansluiten bij het bestaande uurprijsonderzoek van BOinK en Waarborgfonds Kinderopvang. Bovendien ga ik in gesprek met de Geschillencommissie Kinderopvang om meer duiding te krijgen bij de signalen over pakketaanpassingen, het uitbreiden van openingstijden en het in rekening brengen van incidentele sluitingen.
Ouders ontvangen KOT voor het aantal uren overeengekomen in het contract met de kinderopvang. Ouders kunnen ervoor kiezen om hun kind minder uren naar de opvang te brengen dan het aantal uren overeengekomen in het contract. Dit betekent niet dat er toeslag terugbetaald moet worden. Voor het recht op KOT is het aantal uren dat in het contract is overeengekomen leidend. Daarbij is er wel de voorwaarde dat de kinderopvangorganisatie daadwerkelijk open is op de uren die in het contract zijn aangegeven, met uitzondering van erkende feestdagen. De ouder heeft namelijk recht op KOT voor betaalde uren, die zijn overeengekomen in het contract en waarbij de kinderopvang beschikbaar is. Ik zou ouders willen aanraden alleen een contract aan te gaan voor beschikbare uren voor kinderopvang.
Als ouders het oneens zijn met pakketaanpassingen, uitbreidingen van openingstijden of de uren die worden gefactureerd, dan is er de ruimte om dit te melden. In eerste instantie kan een ouder hierover in gesprek gaan binnen de organisatie zelf. Ook kan het signaal gemeld worden bij de oudercommissie van de betreffende organisatie. Oudercommissies hebben adviesrecht op de tarieven en openingstijden, maar kunnen geen rol spelen bij klachtenprocedures inzake overeenkomsten tussen een individuele ouder en de KOO. Ouders kunnen daarnaast een formele klacht indienen bij de kinderopvangorganisatie. Een klachtenregeling is voor iedere kinderopvangorganisatie verplicht. Als dit niet tot een bevredigende uitkomst leidt, is een volgend meldpunt het Klachtenloket Kinderopvang.2 Dit loket geeft advies en informatie, en kan bemiddelen tussen ouder en kinderopvangorganisatie. Mocht de klacht hierna nog niet zijn opgelost, dan kan deze worden ingediend door de ouder bij de Geschillencommissie Kinderopvang.3 Zij geeft vervolgens een bindend advies. Naast deze opties hebben ouders ook de mogelijkheid om, buiten de KOO om, een melding te doen bij de ACM Consuwijzer.4
Zoals ik heb aangegeven in de Kamerbrief6 van 15 september 2023, was een van de doelen van de herziening van het financieringsstelsel om een betaalbaardere en financieel toegankelijkere kinderopvang te creëren. Op basis van de impactanalyses zijn er zorgen over prijsstijgingen en de daarmee samenhangende verdringingsrisico’s.
Tariefregulering is één van de maatregelen die verkend wordt om dit risico te verkleinen. Indien voor tariefregulering wordt gekozen, zal de dienst kinderopvang in min of meerdere mate moeten worden afgebakend. Hierbij zullen keuzes moeten worden gemaakt over het aantal uren of dag(del)en die kinderopvangorganisaties bij ouders in rekening mogen brengen en het al dan niet mogen aanbieden van aanvullende diensten. Komende maanden wordt een aantal onderzoeken uitgezet. Hieronder valt monitoring en analyse van het aanbod van de kinderopvangmarkt en een kostprijsonderzoek. Deze onderzoeken zullen meer inzicht geven in hoeverre de huidige financieringssystematiek aansluit bij de kostenstructuren in de kinderopvang en potentiële afbakeningen van de dienst. De verwachting is dat de onderzoeken begin 2025 worden afgerond. De resultaten helpen een nieuw kabinet met de afweging of tariefregulering een wenselijke en uitvoerbare optie is en hoe daarbij recht kan worden gedaan aan de wensen van ouders omtrent urengebruik.
Zoals in mijn antwoord op vraag 2 aangegeven, heb ik op 14 december 2023 met de brancheorganisaties de praktijken besproken die in het artikel zijn geschetst. Hierbij heb ik het belang van goede afstemming met ouders alsmede de voorwaarden voor het ontvangen van KOT benadrukt. Tevens heb ik, de branche gevraagd in te zetten op: 1) verbetering van transparantie: kinderopvangorganisaties zouden uurprijzen en openingstijden op de website moeten vermelden, 2) het vergroten van de bekendheid van stappen die ouders kunnen nemen bij een geschil of klacht (zie antwoord vraag 2). De brancheorganisaties delen het belang van transparantie en hebben aangegeven zich hiervoor te zullen inspannen. Ik verwacht dat deze stappen de transparantie in de sector vergroten en daarmee ook de positie van de ouders versterken. Ik zal in gesprek blijven met de brancheorganisaties over de voortgang van deze stappen. Parallel ga ik onderzoeken of toezicht en nadere regelgeving gericht op kinderopvangorganisaties wenselijk is.
Daarnaast zal ik om meer inzicht te krijgen op welke schaal uitbreiding van openingstijden voorkomt, in samenwerking met de branche een steekproef opzetten. Deze steekproef zal aansluiten bij het bestaande uurprijsonderzoek van BOinK en Waarborgfonds Kinderopvang. Eveneens zal ik, om meer duiding te krijgen bij de in het artikel geschetste praktijken, in gesprek gaan met de Geschillencommissie Kinderopvang.
Hierbij deel ik u mede dat de beantwoording van de Kamervragen van de leden Van den Hil (VVD)3, Flach (SGP)4, Podt (D66)5 en Kathmann (GroenLinks-PvdA)6 over het NOS-artikel «Kinderdagverblijven en bso’s gebruiken vaker trucs om omzet te verhogen» niet binnen de gestelde termijn van drie weken mogelijk is. Het is niet haalbaar om binnen deze termijn de vier sets Kamervragen in samenhang en goede afstemming met betrokken actoren te beantwoorden. Ik streef ernaar om uw Kamer de beantwoording zo snel als mogelijk te doen toekomen.