Kamervraag 2023Z19687

Het bericht 'GLB-premie fors omlaag: voorlopig bedrag basispremie € 150'

Ingediend 5 december 2023
Beantwoord 19 december 2023 (na 14 dagen)
Indiener Eline Vedder (CDA)
Beantwoord door Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU)
Onderwerpen economie europese zaken internationaal landbouw ondernemen organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z19687.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-657.html
  • Vraag 1
    Kunt u exact aangeven hoe het kan dat er een verkeerde inschatting is gemaakt van de benodigde budgetten? Is het aantal boeren dat zich heeft aangemeld voor deelname aan het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) groter dan verwacht? Zo ja, waar was de oorspronkelijke inschatting op gebaseerd?1

    De deelname aan zowel de basisinkomenssteun als de ecoregeling ligt hoger dan verwacht (zie ook mijn brief van 16 november 20232). Voor de basisinkomenssteun zijn meer hectares aangevraagd dan waarmee in het Nationaal Strategisch Plan rekening is gehouden. Voor de ecoregeling zijn meer hectares aangevraagd, maar is ook de verdeling van de hectares over de categorieën goud, zilver en brons anders dan verwacht. Substantieel meer boeren dan verwacht zijn voor goud gegaan. Dat verdient een compliment. Het feit dat verdeling van de beschikbare budgetten over meer hectaren en hogere medailles leidt tot verlaging van de tarieven is dan ook zuur.
    De inschatting voor de basisinkomenssteun in het Nationaal Strategisch Plan was gebaseerd op de ervaringsgegevens uit de voorgaande GLB-periode. Het aantal hectares waarvoor GLB-steun wordt aangevraagd, is tot 2.023 jaar op jaar stabiel. Wat dat betreft laat 2023 een trendbreuk zien. Ik had deze trendbreuk niet voorzien. Het toevoegen van landschapselementen en het vervallen van toeslagrechten heeft vermoedelijk geleid tot meer aangevraagde hectares. Terwijl de striktere conditionaliteiten kennelijk niet hebben geleid tot een afname van de deelname.
    De ecoregeling is geheel nieuw. De inschatting in het Nationaal Strategisch Plan was gebaseerd op pilotprojecten en praktijkproeven, zoals onder andere toegezonden als bijlage bij de brief van mijn ambtsvoorganger van 17 juni 20223 waarin de afgelopen jaren is getest welke maatregelen door boeren kunnen worden toegepast, welke vergoeding daarvoor moet worden gehanteerd en hoeveel animo er is. Bij de totstandkoming van het Nationaal Strategisch Plan zijn ook maatschappelijke organisaties, waaronder agrarische sectorpartijen, betrokken geweest. Er is een zo goed mogelijke inschatting gemaakt met de toen beschikbare informatie. Begin dit jaar hebben sectororganisaties nog gewaarschuwd dat deelname zou achterblijven. Achteraf is de inschatting te laag gebleken.

  • Vraag 2
    Wat was het geschatte budget en hoe groot is het tekort als de premies blijven zoals deze waren voorgesteld?

    Het beschikbare EU-budget in 2023 bedraagt 386,5 miljoen euro voor de basisinkomenssteun en 152 miljoen euro voor de ecoregeling. Het is nog niet mogelijk om een nadere inschatting te maken van het tekort, omdat het definitieve beeld nog bepaald moet worden.

  • Vraag 3
    Wanneer zijn de definitieve premies bekend? Is het mogelijk dat deze nog lager uitvallen dan nu de verwachting is?

    In het voorjaar van 2024 stel ik de definitieve tarieven vast. Deze kunnen niet lager uitvallen dan de gepubliceerde voorlopige tarieven.

  • Vraag 4
    Kunt u toelichten hoe uw onderzoek naar de mogelijkheden voor het ophogen van het budget eruitziet? Wanneer verwacht u hier de resultaten van?

    Ik zoek, zonder garanties te kunnen geven, voor de ecoregeling naar mogelijkheden om de boeren volledig voor de geleverde maatschappelijke diensten te belonen (zie ook mijn brief van 16 november4). Dat is belangrijk omdat de subsidies van het GLB ervoor bedoeld zijn om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamere landbouw. Maar het is niet eenvoudig, omdat Europese regels aanvulling van het budget in de eerste pijler met nationale middelen (cofinanciering) niet zonder meer toestaan. Daarom ben ik in gesprek met de Europese Commissie over staatssteun en kijk ik naar de mogelijkheden in de begroting. In lijn met de motie-Van der Plas over «verkennen hoe de verlaging van de GLB-premies via de Landbouwbegroting kan worden opgevangen»5, zal ik uw Kamer in januari hierover informeren.

  • Vraag 5
    Is het denkbaar dat de eisen die worden gesteld om voor deelname in aanmerking te komen volgend jaar nog strenger worden, omdat anders het aantal aanmeldingen te groot is voor het beschikbare budget?

    In 2023 is er een aanpassing van de instapeis geweest, (zie ook de Kamerbrief hierover van 14 november 20226). Deze verlaging is niet meer van toepassing in 2024, wat de facto leidt tot een beperkte verhoging van de instapeisen. Omdat het belangrijk is boeren tijdig duidelijkheid geven over de voorwaarden voor de regeling is een aanvullende verhoging voor 2024 niet meer mogelijk. Daarom wil ik nog duidelijker communiceren over de tarieven per hectare behorende bij goud, zilver en brons en de bandbreedtes die daarvoor gelden. Voor 2025 kijken we wel nadrukkelijk opnieuw naar de verhouding tussen activiteiten, waardes en punten, de instapeisen en de tarieven.

  • Vraag 6
    Vindt u dat dit moet worden voorkomen, omdat er dan veel boeren die zich nu wel hebben aangemeld dan zullen afhaken, terwijl we dergelijke extra inspanningen juist willen stimuleren? Zo ja, hoe gaat u daar concreet voor zorgen? Zo nee, waarom niet?

    De verlaging van de tarieven is een vervelende boodschap voor alle boeren, vooral die boeren die willen verduurzamen. Boeren hebben investeringen gedaan om te werken aan de verduurzaming van de landbouw. Ik wil voorkomen dat boeren afhaken. Ik onderzoek daarom alle mogelijkheden om de verlaging te beperken, omdat de subsidies van het GLB ervoor bedoeld zijn om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamere landbouw. Ik kan echter geen garantie geven dit lukt.

  • Vraag 7
    Heeft u in beeld welk effect het niet nakomen van het uitbetalen van de gesuggereerde basispremie en ecopremie heeft op de bereidheid van boeren om te investeren in natuurinclusieve landbouw? Hoe gaat u voorkomen dat de bereidheid niet afneemt, maar juist toeneemt?

    De bekendmaking van de voorlopige tarieven voor de basisinkomenssteun en de aanvullende herverdelende inkomenssteun hebben helaas tot de nodige onrust geleid. Ik betreur dat. Het gaat om voorlopige tarieven die de uitbetaling van een deel van de basispremie in december van dit jaar mogelijk maken. Het definitieve beeld moet nog bepaald worden. Zoals aangegeven in mijn brief van 16 november 20237 en in het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad van 7 december zoek ik, zonder garanties te kunnen geven, voor de ecoregeling naar mogelijkheden om de boeren voor de geleverde maatschappelijke diensten te belonen met de voorgespiegelde tarieven.

  • Vraag 8
    Wat vindt u ervan dat boeren investeringen hebben gedaan en hun bedrijfsplannen hebben aangepast om voor de premies in aanmerking te komen, terwijl deze plotseling veel lager uitvallen dan voorgespiegeld? Hoe verhoudt dit zich tot het herstellen van vertrouwen in de overheid en het toewerken naar langetermijnperspectief en voorspelbaar beleid?

    De verlaging van de tarieven is een vervelende boodschap voor alle boeren, vooral die boeren die willen verduurzamen. Boeren hebben investeringen gedaan om te werken aan de verduurzaming van de landbouw. De subsidie van het GLB zijn er juist voor bedoeld om bij te dragen aan de transitie naar een duurzamere landbouw. Ik kan mij voorstellen dat verlaging van de tarieven niet aanmoedigt.
    Het definitieve beeld moet nog bepaald worden. In het voorjaar van 2024 stel ik de definitieve tarieven vast. Het feit dat er meer hectares zijn aangevraagd, maakt het dat beschikbare budget over meer hectares verdeeld moet worden. Zoals aangegeven onderzoek ik mogelijkheden om de verlaging te beperken.

  • Vraag 9
    Hoe gaat u boeren die, wederom als gevolg van een fout van de overheid, veel geld mislopen tegemoet te komen?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat er een regeling wordt opengesteld en dat pas nadat alle aanmeldingen binnen zijn, wordt gekeken hoe hoog de premies worden?

    Voor elke subsidieregeling geldt dat er een plafond is. Als er meer wordt aangevraagd dan er aan budget beschikbaar is, zijn er verschillende manieren om daarmee om te gaan. Dat kan onder meer rangschikking zijn, loting, toekenning op volgorde van binnenkomst (wie het eerst komt, het eerst maalt) of evenredige verdeling. Het budget voor de hectaresteun uit het GLB wordt evenredig verdeeld over het totaal aantal hectaren, dit is niet gewijzigd met de introductie van het nieuwe NSP. Dat betekent dat er geen aanvragers afvallen maar dat de subsidie voor iedereen lager wordt. Daarom zijn plafondkortingen ook al jaren gebruikelijk in het GLB, alleen niet in deze orde van grootte.

  • Vraag 11
    Ziet u in dat het voor een ondernemer essentieel is om (van tevoren) te weten waar hij of zij aan toe is, om daar het bedrijfsplan op aan te kunnen passen?

    Ja. Ik investeer, samen met de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), in zo goed mogelijke communicatie met betrekking tot het GLB en de regelingen die hierin zijn opgenomen, zodat boeren geïnformeerde keuzes over hun bedrijfsvoering kunnen maken. Dit blijf ik doen. Voor dit jaar geldt dat inschattingen van de deelnamebereidheid aan de ecoregeling vooraf geen indicatie gaven van deze hoge inschrijvingen. Achteraf moet ik concluderen dat we daarom te stellig over de tarieven hebben gecommuniceerd.

  • Vraag 12
    Bent u met de kennis van nu tevreden over de keuze voor het systeem van regelingen zoals dat er nu ligt of had u achteraf toch liever gekozen voor een minder complex systeem, zoals voorgesteld door het CDA in het commissiedebat over de Herziening van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in oktober 2021 (Kamerstuk 28 625, nr. 299)? Bent u alsnog voornemens om het systeem te vereenvoudigen?

    Subsidieregelingen in de eerste pijler (waaronder o.a. basisinkomenssteun en de ecoregeling) van het GLB zijn gebonden aan het budget wat daar voor beschikbaar is gesteld, zoals aangegeven in het NSP. Nationale cofinanciering is niet toegestaan. De totale deelname aan de regeling zal altijd invloed hebben op de definitieve vaststelling van de hoogte van de tarieven. De inschatting over de deelnamebereidheid voor 2023 kwam niet overeen met de ambitie binnen de sector. Daarom heb ik de Europese Commissie opgeroepen om meer ruimte te geven binnen het GLB. De huidige complexiteit van de regeling is nodig om een integrale verduurzaming te behalen. Deelnemers moeten een combinatie van activiteiten uitvoeren om deel te kunnen nemen. De deelnamenbereidheid geeft aan dat voor de agrariërs de complexiteit hen niet weerhoudt zich hiervoor in te zetten. Ik blijf de komende jaren werken aan verbetering van de ecoregeling, zoals ook is afgesproken in het Nationaal Strategisch Plan van het GLB. Het is belangrijk dat we daarbij leren van de ervaringen in dit eerste uitvoeringsjaar en te zorgen dat de ambitie, de vergoeding die er tegenover staat en het beschikbare budget in lijn met elkaar liggen.

  • Vraag 13
    Kunt u toelichten hoe u uitvoering heeft gegeven aan uw toezegging om het eerste jaar flexibel om te gaan met fouten bij het invullen van de gecombineerde opgave? Met welke fouten gaat u flexibel om en met welke niet?

    Het sanctiebeleid van het GLB is per 2023 anders dan in de vorige periode omdat er uit wordt gegaan van het bewustwordingsmechanisme. Ik heb dit in mijn brief van 14 november 20228 nader toegelicht. Zo zijn bij het niet voldoen aan nieuwe voorwaarden, veelal waarschuwingen gegeven en geen sancties. Met de introductie van het nieuwe GLB zijn er voorwaarden ingevoerd waarop de boer niet tijdig kon anticiperen. In de beoordeling houdt RVO hier rekening mee en daarom is het is niet mogelijk exact aan te geven met welke fouten flexibel wordt omgegaan wanneer niet. Dat hangt onder meer af van de context en de individuele situatie van de aanvrager.

  • Vraag 14
    Deelt u de mening dat de simulatietool eco-regelingen voor het GLB verkeerde verwachtingen heeft gewekt, aangezien werd gesuggereerd dat ondernemers een idee van de eco-activiteiten zouden krijgen die goed passen bij het bedrijf en dat daarmee ook kon worden gezien hoeveel punten daarmee werden gehaald, inclusief een schatting van de eco-premie?

    Nee, dat deel ik niet. De simulatietool was bedoeld als hulpmiddel om inzage te geven in boven genoemde zaken, als invulling op de uitvoering van de motie Van Campen9, om de agrariër te informeren over de keuzes in de ecoregeling. In het Nationaal Strategisch Plan van het GLB en bij de Gecombineerde opgave in het voorjaar is een verwacht tarief gehanteerd van 200 euro voor goud, 100 euro voor zilver en 60 euro voor brons. Vervolgens zijn er meer hectares aangevraagd dan verwacht en komen meer boeren op basis van hun aanvraag in aanmerking voor de goud-premie. Dat leidt tot lagere tarieven. Dit staat los van de eco-simulatietool.

  • Vraag 15
    Kunt u aangeven wat u in het vervolg exact anders gaat doen om beleid voorspelbaarder en consistenter te maken, zodat ondernemers vooruit kunnen?

    Zoals ik uw Kamer eerder heb gemeld in het tweeminutendebat van 7 december, doe ik mijn uiterste best om verlaging te beperken en boeren te belonen voor hun inspanningen. Ik ben dit eerste jaar continu aan het evalueren en ga in ieder geval de communicatie verbeteren.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z19687
Volledige titel: Het bericht 'GLB-premie fors omlaag: voorlopig bedrag basispremie € 150'
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-657
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Vedder over het bericht ‘GLB-premie fors omlaag: voorlopig bedrag basispremie €150’