Ingediend | 14 november 2023 |
---|---|
Beantwoord | 6 februari 2024 (na 84 dagen) |
Indiener | Wybren van Haga (BVNL) |
Beantwoord door | Micky Adriaansens (minister economische zaken) (VVD) |
Onderwerpen | economie overige economische sectoren |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z19129.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-961.html |
Nee, daar stem ik niet mee in. De diameter van een holruimte (caverne) in het Heiligerleeveld mag maximaal 125 meter zijn. Op basis van sonarmetingen1 is in 2022 vastgesteld dat drie cavernes een overschrijding kennen van de maximale cavernediameter bij een deel van de caverne: caverne HL-A kent een overschrijding van de cavernediameter met 13 meter, caverne HL-F en HL-H beiden een overschrijding met 6 meter. De geconstateerde afwijkingen zijn in het verleden ontstaan.
De productie van de caverne HL-A ligt sinds november 2022 stil. Daarmee groeit deze caverne en dus ook de cavernediameter niet meer. Dit geldt ook voor caverne HL-H, waaruit sinds 2006 niet meer wordt gewonnen.
Uit caverne HL-F wordt nog wel gewonnen. Nobian heeft beheersmaatregelen getroffen waardoor overschrijding van de diameter niet groter wordt. SodM houdt toezicht op het uitvoeren van de beheersmaatregelen door Nobian.
Nee, daar stem ik niet mee in. In het verleden moest de onderlinge afstand van de cavernes minimaal 250 meter zijn. Tussen de cavernes HL-C en HL-E is sprake van een afstand van 215 meter. Dit is een verschil van 35 meter ten opzichte van de voor 2009 gehanteerde eis van 250 meter onderlinge afstand. Sinds 2009 is dit veranderd in een vereiste voor minimale pijlerdikte. De pijlerdikte is de dikte van het intacte zout tussen twee cavernes. De pijlerdikte moet minimaal 100 meter zijn. Uit onderzoek van SodM is gebleken dat de pijlerdikte tussen de cavernes meer dan 100 meter is. Hiermee voldoen de cavernes aan de huidige eisen.
Ik heb recent ingestemd met een aanpassing van het winningsplan. Deze aanpassing was nodig vanwege het geconstateerde verschil tussen de bodemdaling zoals verwacht bij het opstellen van het huidig winningsplan en de gemeten bodemdaling in 2022. Dit verschil bleek te komen door een onderschatting in het vorige winningsplan van het aandeel bodemdaling door zoutwinning in de totale bodemdaling door mijnbouwactiviteiten in dit gebied. Het door Nobian extra aangevraagde aandeel in de totale bodemdaling door mijnbouwactiviteiten in het gebied is 4 cm. Deze prognose is een correctie van de eerder vergunde ruimte en passend bij de al eerder vergunde zoutproductie volumes.
Bij de beoordeling van de aanvraag heb ik de vereiste procedure zoals beschreven in de Mijnbouwwet toegepast. Ik heb er begrip voor dat ondanks deze werkwijze niet iedere omwonende blij is met het besluit. Tegen het besluit kan bezwaar worden aangetekend. Zowel Nobian als ik leren continu van de ervaringen met het betrekken van bewoners. Deze lessen worden in de praktijk toegepast op lopende en nieuwe projecten.
Uit een analyse (op basis van data uit 2021) blijkt inderdaad dat de onderlinge afstand tussen de cavernes HL-A en HL-D 112 meter is. Zoals reeds in mijn antwoord bij vraag 2 aangegeven, wordt sinds 2009 de eis van minimale pijlerdikte van 100 meter gehanteerd. Uit onderzoek van SodM is gebleken dat de pijlerdikte tussen de beide cavernes meer dan 100 meter is. Hiermee voldoen de cavernes aan de huidige eisen.
Er is op dit moment geen aanleiding om te denken dat deze afstand leidt tot risico’s ten aanzien van veiligheid van omwonenden of risico’s voor schade aan bouwwerken of infrastructuur. SodM zal de stabiliteit van deze cavernes nauwgezet in de gaten blijven houden. Hierbij controleert SodM onder meer de door Nobian uitgevoerde periodieke sonarmetingen en de monitoring met een microseismisch meetnetwerk in deze cavernes.
Nee. Het verschil in bodemdaling ten opzichte van de prognose is het resultaat van een onderschatting in het verleden van het aandeel bodemdaling door zoutwinning in de totale bodemdaling door mijnbouwactiviteiten. Met de recent ingestemde aanpassing van het winningsplan is de onderschatting gecorrigeerd. In deze procedure heeft SodM mij geadviseerd over de mogelijke gevolgen voor de veiligheid van mens en milieu voor de bijgestelde bodemdaling. SodM heeft geconstateerd dat er geen risico’s zijn voor de veiligheid. Ik zie daarom geen noodzaak extra voorwaarden te stellen aan de productie. Indien meer bodemdaling ontstaat als gevolg van de zoutwinning dan vergund, moet de winning worden stopgezet. SodM ziet hier op toe.
SodM heeft in 2022 onderzocht of zoutondernemingen zich houden aan de geometrische begrenzingen van cavernes. Bij de cavernes in Heiligerlee zijn geen recente overschrijdingen geconstateerd. Wel zijn oude overschrijdingen gevonden die tot wel enkele decennia geleden zijn ontstaan. Op dit moment leidt dit volgens SodM niet tot risico’s voor omwonenden of het milieu. SodM houdt de stabiliteit van de cavernes nauwgezet in de gaten. Hierbij controleert SodM onder meer de door Nobian uitgevoerde periodieke sonarmetingen en de monitoring met een microseismisch meetnetwerk.
In het verleden hoefde een afsluitplan voor een zoutcaverne pas opgesteld te worden wanneer duidelijk was dat deze binnen afzienbare tijd zou worden afgesloten. Naar aanleiding van voortschrijdend wetenschappelijk inzicht, met name het onderzoek uit 2017 binnen het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw3, wordt hier nu anders naar gekeken. Nieuwe zoutcavernes (in Heiligerlee of op andere plaatsen) moeten voorafgaand aan de zoutwinning (of binnen een redelijke termijn) een afsluitplan indienen (artikel 25, eerste lid onder f van het Mijnbouwbesluit).
Op dit moment doet Nobian uitgebreid onderzoek naar de verschillende afsluitscenario’s voor hun cavernes. In 2019 heeft Nobian daartoe het Cavern Closure Consortium (CCC) in het leven geroepen. Dit consortium bestaat uit experts die wereldwijd erkend worden voor hun kennis op gebied van cavernes en gesteentemechanica. Nobian informeert zowel mij als SodM regelmatig over dit onderzoek. In het voorjaar van 2024 verwacht ik de resultaten. Nobian moet de opgedane kennis inzetten bij zowel het bepalen van de meeste geschikte wijze van afsluiting alsook bij het ontwerpen van nieuwe cavernes.
Nieuwe winningsplannen voor zoutwinning moeten een beschrijving bevatten van de wijze waarop de holruimte (de caverne) na beëindiging van de winning buiten gebruik wordt gesteld (artikel 25, eerste lid onder f van het Mijnbouwbesluit).
Zie het antwoord bij vraag 9.
Ik ben mij bewust van de zorgen in de omgeving van de zoutwinning. Ik stem dan ook enkel in met een plan tot zoutwinning als dat veilig en verantwoord kan. Onder meer TNO, SodM en de gemeenten adviseren mij hierbij.
Ja, ik ben bekend met een diesellekkage in caverne HL-B.
Nadat Nobian de diesellekkage had vastgesteld, heeft Nobian de winning uit deze caverne stilgelegd. Nobian heeft de diesel die terug te halen viel, uit de caverne gehaald. Tevens is er in kaart gebracht hoeveel diesel er uit de caverne is verdwenen. Uit onderzoek door Nobian is gebleken dat de verdwenen diesel naar alle waarschijnlijkheid in lagen op een diepte van meer dan 400 meter zit vanwaar het geen risico vormt voor mens en milieu. Deze lagen bevatten geen zoet water (reserves). SodM heeft geen aanleiding om aan te nemen dat de veiligheid van omwonenden of het milieu in geding is.
Nobian heeft naar aanleiding van dit voorval de caverne uit productie genomen. SodM houdt er toezicht op dat Nobian winning uit deze caverne niet meer opstart.
Ik herken me niet in de term «powerplay». Indien Nobian een vergunning aanvraagt voor zoutwinningsactiviteiten vraag ik de betrokken provincies, gemeenten en waterschappen om advies. Dit advies betrek ik bij het besluit tot verlenen van een vergunning. Dit is ook gebeurd bij de zoutwinning bij Heiligerlee.
Ik vraag altijd advies aan de betrokken decentrale overheden in vergunningprocedures rond zoutwinning. Nobian is in de omgeving van Heiligerlee bezig met het organiseren van een omgevingstraject. Hierover ben ik in contact met Nobian. Zoals ik heb aangeven in mijn brief aan uw Kamer over de contourennota aanpassing Mijnbouwwet (Kamerstukken 2022–2023, 32 849, nr. 214) zal participatie na aanpassing van de Mijnbouwwet bij het vergunningentraject voor concrete projecten een rol krijgen.
Op dit moment is zoutwinning niet van nationaal belang. Het van nationaal belang verklaren van een grondstof vergt een goede onderbouwing. Om te kijken of deze er al dan niet is, is een onderzoek uitgezet. Daar zal bijvoorbeeld gekeken worden naar waar de grondstof voor nodig is, in dit geval voor de energietransitie, maar ook voor de chemische en farmaceutische industrie. De resultaten van dit onderzoek verwacht ik volgende maand te ontvangen.
Het eventueel van nationaal belang verklaren van zout betekent overigens niet dat ik de decentrale overheden niet zal betrekken bij lokale zoutwinningsactiviteiten. Ook doet het niets af aan het feit dat zoutwinning alleen mag plaatsvinden als dit veilig kan voor mens en milieu.
De vragen van het lid Van Haga (Groep van Haga) over de zoutwinning in het Heiligerleeveld (2023Z19129, 14 november 2023) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord in verband met de complexiteit van de vragen en de benodigde afstemming. Ik zal uw Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.