Ingediend | 16 oktober 2023 |
---|---|
Beantwoord | 22 december 2023 (na 67 dagen) |
Indiener | Roelof Bisschop (SGP) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD) |
Onderwerpen | openbare orde en veiligheid recht staatsrecht terrorisme |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z17511.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-705.html |
Ja, daarmee ben ik bekend.
Het gewelddadige conflict in Israël en de Palestijnse gebieden is van grote invloed op veel mensen in Nederland. In het bijzonder geldt dit voor mensen uit de Joodse Gemeenschap. Zij hebben familie of vrienden in het conflictgebied en maken zich zorgen over de situatie daar, maar voelen zich zelfs niet zeker over hun veiligheid hier. Dit mag natuurlijk niet zo zijn. Zoals ook aangegeven de Kamerbrief van 24 oktober 2023, moeten we er in Nederland zorg voor blijven dragen dat gelovigen in veiligheid hun religieuze diensten kunnen bijwonen en dat kinderen zich veilig voelen om naar school te gaan.
We weten dat Joodse leerlingen als gevolg van de gebeurtenissen in het Midden-Oosten gepest worden of zich om andere redenen onveilig voelen, en in sommige gevallen zelfs niet meer naar school durven. Laat ik hier heel duidelijk over zijn: dat past niet in een land als Nederland. Onderwijsinstellingen moeten een plek zijn waar álle leerlingen en studenten zich vrij en veilig voelen – ongeacht hun achtergrond of overtuigingen. Daar is absoluut geen plek voor antisemitisme.
Het is niet eerder voorgekomen dat alle Joodse scholen in Amsterdam zijn gesloten in verband met een dreiging. Het recente sluiten van de scholen in Amsterdam is een besluit van het betreffende schoolbestuur zelf geweest vanwege zorgen over de veiligheid. Daarbij is aan de burgemeester gevraagd om aanvullende zichtbare beveiligingsmaatregelen. De op moment van sluiten geldende maatregelen werden en worden echter passend geacht bij het dreigingsbeeld. Dit is door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) ook gecommuniceerd aan het lokaal bevoegde gezag.
We zijn extra alert sinds de gebeurtenissen in Israël. Waar nodig nemen we extra veiligheidsmaatregelen, zichtbaar en onzichtbaar. Dat geldt ook voor Joodse instellingen en bijeenkomsten in het hele land. Over de aard van de maatregelen kan ik geen uitspraken doen.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
De ontwikkelingen in het buitenland en de eventuele uitstraling daarvan in Nederland hebben vanzelfsprekend de aandacht van de NCTV, de politie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Voor zowel leerlingen als leerkrachten heeft het schoolbestuur van de (Stichting) Joods Bijzonder Onderwijs (JBO), het bevoegd gezag van Maimonides en Rosj Pina, contact met verschillende instanties om psychosociale hulp aan te bieden, zowel in de vorm van nazorg als preventief. De gemeente vervult via de Ouder- en Kindteams een coördinerende rol in het in kaart brengen van de signalen en behoeften onder de scholen. Om in preventieve psychosociale hulp te voorzien heeft JBO contact met de gemeente en het samenwerkingsverband passend onderwijs. De Stichting Joodse Kindergemeenschap Cheider werkt met een vergelijkbare aanpak. De besturen en scholen trekken hierin ook gezamenlijk op. Waar nodig ondersteunt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hen hierin. Ook hebben de scholen contact met de Inspectie van het Onderwijs.
Elke vorm van antisemitisme is onacceptabel. In Nederland moeten Joden veilig kunnen leven en moeten Joodse kinderen met een veilig gevoel naar school kunnen. Waar nodig zullen er daarom beveiligingsmaatregelen getroffen worden. Om die noodzaak blijvend te monitoren, hebben de recente ontwikkelingen in het buitenland en de eventuele uitstraling daarvan op Nederland vanzelfsprekend de aandacht van de NCTV, de politie en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Indien het nodig is om sneller in te grijpen dan zullen we de geëigende maatregelen nemen. Overigens meen ik dat het huidige stelsel van wetten en maatregelen als zodanig afdoende is om antisemitisme snel en streng aan te pakken. Antisemitisme valt onder de reikwijdte van de (discriminatie-)artikelen van het Wetboek van Strafrecht. Organisaties als de lokale antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s), maar ook het CIDI en Meld. Online Discriminatie (voorheen Meldpunt internet Discriminatie) bieden een platform om melding te maken van antisemitische uitingen of incidenten. Bij de politie is het expertisecentrum ECAD-P ingericht, waar het Joods Politie Netwerk contact mee onderhoudt, om op de juiste wijze opvolging te geven aan meldingen en aangiftes. Het Landelijk Expertise Centrum Discriminatie vervult een soortgelijke functie ten behoeve van de beoordeling van aangiften door het Openbaar Ministerie.
Het aanpakken van antisemitisme is echter ook een kwestie van publieke normstelling en preventie. Het kabinet heeft zich in de afgelopen tijd niet onbetuigd gelaten waar het onze gemeenschappelijke afkeer van antisemitisme aangaat. De initiatiefnota van uw Kamer over de aanpak van antisemitisme – de volgende stap bevat verschillende handvatten om hier vorm aan te geven. Daarnaast committeert het kabinet zich aan de uitvoering van het werkplan van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding.
Het recht op demonstratie en de vrijheid van meningsuiting zijn grondrechten. Ik speculeer niet over motieven van iemand om te demonstreren, maar ga er vanuit dat dit over het algemeen vanuit een oprechte zorg voor een bepaalde kwestie gebeurt. Op het moment dat tijdens een demonstratie (mogelijke) strafbare feiten worden gepleegd, zoals opruiing of het aanzetten tot haat, discriminatie of geweld, kan altijd worden opgetreden.
Antisemitische leuzen zijn te allen tijde onacceptabel.
Als individuen of een (klein) deel van de demonstranten strafbare feiten plegen vervalt aan de actie in beginsel niet de bescherming van het demonstratierecht. Het demonstratierecht is echter geen vrijbrief voor het plegen van strafbare feiten. Tegen strafbare feiten gepleegd ten tijde van een demonstratie kan (ter plaatse of achteraf) worden opgetreden door de politie en het Openbaar Ministerie.
De mogelijkheden van het aangehaalde artikel 7 van de Wet Openbare Manifestaties houden geen verplichting in. Het is aan het lokaal gezag om te bepalen of de mogelijkheden van de Wet Openbare Manifestaties aangegrepen moeten worden om bijvoorbeeld wanordelijkheden te voorkomen.
Ja, ik ben er mee bekend dat enkele van dergelijke demonstraties in genoemde landen verboden zijn.
Ja, daar ben ik mee bekend.
Het is niet aan mij om demonstraties toe te staan of te verbieden.
Zie ook het antwoord op vraag 11. Daarbij merk ik op dat aan de inhoud van demonstraties vooraf geen beperkingen kunnen worden gesteld.
Bij brief van 16 oktober jl. heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over een handelingsperspectief dat door de NCTV op 11 oktober jl. aan alle burgemeesters is gezonden. In het handelingsperspectief is vermeld dat de informatie in het document als input kan worden gebruikt door (onder andere) burgemeesters. Het document dient dus uitsluitend ter ondersteuning van het lokale gezag, dat uiteraard zelf volledig verantwoordelijk is en blijft voor de afwegingen die worden gemaakt bij het faciliteren en reguleren van demonstraties.
Het faciliteren en reguleren van demonstraties is een lokale verantwoordelijkheid. Het handelingskader dient als gezegd ter ondersteuning van het lokale gezag, waar ik het volste vertrouwen in heb. Doel is om zoveel mogelijk escalatie te voorkomen en een eenduidig overheidsoptreden te bevorderen.
Bij mijn weten zet het bevoegde gezag op lokaal niveau zich blijvend in voor de veiligheid van de Joodse gemeenschap waarvoor zij verantwoordelijk is. Ik heb geen reden om aan te nemen dat het bevoegd gezag weg zou lopen voor het veroordelen van Jodenhaat.
Ik ben en blijf met mijn collega in gesprek over onderhavige thema's.
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Bisschop (SGP), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over antisemitisme (ingezonden 16 oktober 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.