Ingediend | 11 oktober 2023 |
---|---|
Beantwoord | 8 november 2023 (na 28 dagen) |
Indieners | Tom van der Lee (GL), Joris Thijssen (PvdA), Alexander Hammelburg (D66) |
Beantwoord door | Liesje Schreinemacher (minister zonder portefeuille buitenlandse zaken) (VVD) |
Onderwerpen | internationaal ontwikkelingssamenwerking |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z17117.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-369.html |
Tussen 7 en 15 oktober jl. vonden drie zeer krachtige bevingen plaats in de Afghaanse provincie Herat, met ernstige humanitaire impact. Het precieze aantal slachtoffers is nog niet duidelijk: het Taliban-regime meldde meer dan 2.500 doden, de VN bevestigde tot op heden 1.480 dodelijke slachtoffers en 1.950 gewonden. Vrouwen en kinderen maken naar schatting 90% uit van de slachtoffers van de eerste twee aardbevingen.
In het op maandag 16 oktober jl. uitgekomen aardbevingenresponsplan stelt de VN dat USD 93,6 miljoen benodigd is om ruim 114.000 getroffenen van humanitaire hulp te voorzien. De meest urgente noden omvatten voedselhulp, cash assistance,noodopvang (voor onder meer 245 alleenstaande minderjarigen) en non-fooditems. Ook is er in de eerste hulpfase behoefte aan urgente medische zorg, mentale en psychosociale steun, schoon drinkwater en sociale bescherming. Naarmate het kouder wordt, zullen hulpverleners bovendien inzetten op winterisation-met bijvoorbeeld winterkleding, warme dekens en warmtegeneratoren.
De aardbevingenrespons vindt plaats in aanvulling op de reeds bestaande hulpverlening in Afghanistan, waar zich een van de grootste humanitaire crises ter wereld afspeelt. Voorafgaand aan de aardbevingen stelde de VN USD 3,2 miljard nodig te hebben om 21,3 miljoen Afghanen van hulp te voorzien.
De Dutch Relief Allianceheeft besloten om een deel van hun door Nederland beschikbaar gestelde acute crisisreserve in te zetten voor de aardbevingenrespons in Afghanistan. Het gaat hier om EUR 2 miljoen voor acute hulpverlening gedurende zes maanden. Deze inzet komt bovenop het bredere reeds lopende hulpprogramma van de Dutch Relief AllianceAfghanistan. Ook dit programma van ruim EUR 12 miljoen voor 2022–2023 is actief in provincie Herat en blijft doorgang vinden.
Partnerorganisaties hebben uiteraard ook eerder in het jaar (ongeoormerkte) middelen ontvangen waarmee wordt bijgedragen aan de leniging van noden. Zo is Nederland een donor van het IFRC Disaster Response Emergency Fund, dat CHF 750.000 beschikbaar stelde voor de Afghaanse Rode Halve Maan. Het Wereldvoedselprogramma wist daarnaast binnen acht uur na de eerste aardbeving voedselhulp beschikbaar te stellen aan de getroffenen en UNHCR verzorgde honderden tenten. Nederland is van beide organisaties een grote donor van ongeoormerkte middelen. Dat geldt ook voor het VN Central Emergency Response Fund(CERF), waarvan Nederland dit jaar de grootste donor is met een bijdrage van EUR 67 miljoen. Het CERF alloceerde tot op heden EUR 5 miljoen voor de aardbevingenrespons. Het HALO Trust ondersteunde dankzij flexibele Nederlandse steun 300 gezinnen bij het ontruimen van hun huizen en de constructie van tijdelijke opvangplekken.
Daarnaast heb ik aan het begin van het jaar een crisis-specifieke bijdrage aan de hulpverlening in Afghanistan beschikbaar gesteld. Het OCHA Afghanistan Humanitarian Fundontving een bijdrage van EUR 25 miljoen, waarmee het tot op heden EUR 10 miljoen beschikbaar heeft kunnen stellen voor de aardbevingenrespons. De Dutch Relief Allianceen het Nederlandse Rode Kruis ontvangen jaarlijks middelen om in specifieke (acute) crises in te zetten. Het Nederlandse Rode Kruis heeft dit jaar geen specifieke bijdrage aan de hulpverlening in Afghanistan gedaan. De inzet van de Dutch Relief Alliancekwam bovenstaand reeds aan bod.
De Nederlandse hulp aan de aardbevingenrespons verloopt via vertrouwde hulppartners, waaronder de VN de Internationale Federatie van de Rode Halve Maanen de Dutch Relief Alliance.Zij werken conform de humanitaire principes, zonder inmenging van de de factoautoriteiten of directe steun aan het Taliban-regime.
Met verwijzing naar het amendement van het lid Grinwis c.s. 36 435-XVII, nr. 15, zullen het Wereldvoedselprogramma en het Nederlandse Rode Kruis de additioneel vrijgemaakte EUR 15 miljoen inzetten voor wereldwijde humanitaire hulpverlening.
In Afghanistan vindt reeds een van de grootste humanitaire responsoperaties ter wereld plaats. Zie tevens het antwoord op vraag 2. Omdat ook Nederland hieraan bijdraagt, is het Ministerie van Buitenlandse Zaken continue in gesprek met humanitaire partners over toegang tot de hulpbehoevenden. Daaruit blijkt dat partnerorganisaties dankzij de verbeterde veiligheidssituatie nu betere humanitaire toegang hebben dan onder de vorige regering. Ook weten zij de Taliban-restricties op het inzetten van vrouwelijke hulpverleners grotendeels te omzeilen. Partners leveren alle soorten hulp, van voedselhulp en noodopvang tot urgente gezondheidszorg en noodonderwijs.
Verder draagt Nederland reeds bij aan de noodhulpverlening in Europees verband. De Europese Commissie stelde aan het begin van het jaar EUR 89 miljoen beschikbaar voor humanitaire hulp in Afghanistan. Daar kwam EUR 4,5 miljoen bij voor de aardbevingenrespons. Het European Humanitarian Response Capacityopereert sinds de val van Kaboel in 2021 een humanitaire luchtbrug. Inmiddels hebben 33 vluchten plaatsgevonden en heeft de EU meer dan 1.340 ton aan hulpgoederen geleverd.
Naast humanitaire hulp zet Nederland ook in op leniging van basisnoden via het multilaterale systeem, ten behoeve van stabiliteit en om humanitaire noden te verminderen. Ook ondersteunt Nederland het maatschappelijk middenveld. Deze inzet blijft plaatsvinden op basis van strikte voorwaarden: 1) steun dient alleen via multilaterale organisaties of ngo’s te worden verstrekt, niet (direct of indirect) via de Taliban; 2) er mag geen inhoudelijke bemoeienis van de Taliban plaatsvinden m.b.t. beleid, uitvoering en management; en 3) gelijke toegang dient zeker gesteld te zijn voor vrouwen en meisjes.