Kamervraag 2023Z15833

Het bericht ‘Een nieuwe fase in de drugscriminaliteit’

Ingediend 25 september 2023
Beantwoord 30 oktober 2023 (na 35 dagen)
Indiener Anne Kuik (CDA)
Beantwoord door Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen criminaliteit openbare orde en veiligheid politie, brandweer en hulpdiensten
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z15833.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-335.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend het bericht «Een nieuwe fase in de drugscriminaliteit»?1

    Ja.

  • Vraag 2
    Kunt u bevestigen dat er dit jaar al 358 explosies bij woningen en bedrijfspanden zijn geweest?

    Ja.

  • Vraag 3
    Wat is uw analyse van het feit dat na de Randstad, nu ook in de provincie Groningen sprake lijkt te zijn van een bendeoorlog, die explosieven bij woningen en bedrijfspanden af laten gaan?

    Het is onacceptabel dat er in ons land explosieven bij woningen of bedrijfspanden afgaan. Elk explosief dat afgaat is er één te veel. Helaas zien we dat deze handelwijze zich niet alleen beperkt tot de Randstad, maar ook elders in ons land, waaronder Groningen. In het rapport «Ondermijning in het Ommeland» beschrijven Tops et al. de criminele gelegenheidsstructuren in de provincie Groningen. Zij noemen o.a. de uitgestrektheid van het gebied, leegstand van gebouwen, relatieve armoede en een groeiend wantrouwen jegens de overheid. Deze factoren kunnen een vruchtbare voedingsbodem voor georganiseerde criminaliteit vormen. De regio biedt veel afgelegen locaties die toch goed bereikbaar zijn en dichtbij grotere wegen of zeehavens liggen.

  • Vraag 4
    Wat is volgens u de oorzaak van het feit dat in de tweede helft van 2022 in Groningen nog geen sprake leek te zijn van het plaatsen van explosieven door criminele bendes, maar sinds dit jaar deze aantallen excessief zijn gestegen?

    Politie en OM onderzoeken deze incidenten. Het is niet aan mij als Minister van Justitie en Veiligheid om in te gaan op deze incidenten.

  • Vraag 5
    Wat is volgens u de reden dat criminelen kansen zien om hun criminele praktijken voort te zetten in de minder dichtbevolkte gebieden, zoals in Groningen?

    Zoals ik ook in antwoord op vraag 3 heb aangegeven, kunnen factoren als uitgestrektheid van het gebied, leegstand van gebouwen, relatieve armoede en een groeiend wantrouwen tegen de overheid een vruchtbare voedingsbodem voor georganiseerde criminaliteit zijn. Het rapport «Ondermijning in het Ommeland» van Tops et al. geeft hier inzicht in. Deze «kansen» kunnen ook door criminelen worden gezien om hun praktijken voort te zetten in minder dichtbevolkte gebieden.

  • Vraag 6
    Deelt u de zorgen dat de capaciteit van de politie steeds vaker knelt in uitgestrekte regio’s?

    Zoals ik ook in het halfjaarbericht politie2 aan uw Kamer heb gemeld, leidt op dit moment in álle politieregio’s de druk op politiecapaciteit tot knelpunten. Dit verschilt overigens wel van plek tot plek. Maar omdat de politiecapaciteit per definitie schaars is, betekent dit dat er altijd keuzes gemaakt moeten worden over de inzet van de politiecapaciteit. Zowel in de uitgestrekte regio´s als in andere regio’s is de vraag naar politiecapaciteit zichtbaar toegenomen. Daar komt bij, dat de arbeidsmarkt dusdanig krap is, dat het werven van voldoende nieuwe medewerkers een nog grotere uitdaging vormt.

  • Vraag 7
    Heeft u een beeld van de mate waarin de politiecapaciteit vanuit het hele land wordt ingezet voor specifieke situaties zoals bijvoorbeeld evenementen en demonstraties, waardoor de capaciteit in de politieregio nog verder onder druk komt te staan als het gaat om het bestrijden van criminaliteit?

    Er wordt steeds vaker een beroep gedaan op politiecapaciteit elders in het land, waardoor deze capaciteit niet ingezet kan worden op de plek waar het toebedeeld is. Dit is bijvoorbeeld het geval bij evenementen en demonstraties. Ondanks dat dit onderdeel is van de reguliere politietaak wringt het daarmee wel op andere terreinen, zoals het bestrijden van criminaliteit.

  • Vraag 8
    Deelt u de analyse dat de wereld van de drugscriminaliteit zo omvangrijk is geworden dat dit publieke geweld inmiddels een bijproduct is? Zo nee, waarom niet?

    De gevolgen van drugscriminaliteit in ons land zijn overal voelbaar. Het kan ons allemaal raken. Nietsontziende drugscriminelen gebruiken (extreem) geweld om conflicten uit te vechten. Ik herken het beeld dat drugscriminaliteit omvangrijk is geworden. Dit zou o.a. een verklaring kunnen zijn voor de toename die we zien in explosieven bij woningen.
    Wij mogen niet accepteren dat drugscriminaliteit onze samenleving en rechtstaat bedreigt. Daarom heb ik vanaf mijn ministerschap, samen met andere leden van dit kabinet, de bestrijding van georganiseerde en ondermijnende drugscriminaliteit tot topprioriteit bestempeld.
    De afgelopen jaren heb ik, samen met alle partners, belangrijke stappen gezet om onze democratische rechtsstaat te beschermen en tegen te gaan dat drugscriminelen steeds machtiger worden. We hebben samen met partners, publiek/privaat, lokaal, nationaal en internationaal een integrale aanpak ontwikkeld om de georganiseerde en ondermijnende drugscriminaliteit in te sluiten en op te rollen. De aanpak is zo ingericht dat we er lessen uit kunnen trekken, wendbaar zijn waar zich nieuwe uitdagingen voor doen en datgene stoppen of aanpassen wat niet werkt.
    De strijd tegen georganiseerde, ondermijnende criminaliteit vraagt om een lange adem. Het is een strijd die we steeds effectiever moeten en ook kunnen voeren.

  • Vraag 9
    Wat zou de overheid tegenover deze drugsterreur in moeten zetten in om het de kop in te drukken?

    Zie antwoord vraag 8.

  • Vraag 10
    Bent u het eens met de stelling dat onze samenleving steeds breder wordt getroffen door de gevolgen van drugscriminaliteit, maar dat de consequentie dat drugsgebruikers door het kopen en gebruiken van drugs bijdragen aan het in stand houden van criminele praktijken, bendeoorlogen en publiek geweld nog onvoldoende lijkt aan te komen? Hoe gaat u hier op inzetten?

    De gevolgen van drugscriminaliteit worden de afgelopen jaren steeds meer zichtbaar in de samenleving. In de beantwoording van de voorgaande vragen ga ik ook specifiek in op de aanpak daarvan. Ten aanzien van uw vraag over het drugsgebruik in Nederland, weet uw Kamer dat dit kabinet blijft uitdragen dat drugsgebruik niet hoort bij een normale, gezonde levensstijl.
    Daarnaast houden gebruikers een gewelddadige, criminele industrie in stand. Deze spiegel blijf ik gebruikers voor houden. Samen met het Ministerie van VWS werk ik aan preventie van drugsgebruik. Hierbij nemen we in acht, dat gedragsveranderingen met gerichte interventies tot stand kunnen worden gebracht, en dat de redenen waarom mensen drugs gebruiken per leeftijdsfase en per middel verschillen. Dit leidt er toe dat we, samen met het Trimbos instituut, de voorlichting en inzet op preventie richten op specifieke doelgroepen (bijv. jongeren) en in specifieke settings (bijv. studenten, festivals, werk, thuis). Het is belangrijk om te benadrukken dat we leren van eerdere ervaringen. Daarnaast zoeken we continue met partners en de wetenschap naar wat effectieve interventies zijn om drugsgebruik te ontmoedigen. Want niets doen, is geen optie.

  • Mededeling - 16 oktober 2023

    Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Kuik (CDA), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Een nieuwe fase in de drugscriminaliteit» (ingezonden 25 september 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z15833
Volledige titel: Het bericht ‘Een nieuwe fase in de drugscriminaliteit’
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-335
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Kuik over het bericht ‘Een nieuwe fase in de drugscriminaliteit’