Ingediend | 8 september 2023 |
---|---|
Beantwoord | 2 oktober 2023 (na 24 dagen) |
Indiener | Michiel van Nispen |
Beantwoord door | Franc Weerwind (minister zonder portefeuille justitie en veiligheid) (D66) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z14883.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-117.html |
Ja, dat is mij bekend. Ik heb inmiddels vernomen dat dit voorstel is teruggedraaid en er van stoppen van het sociaal raadsliedenwerk geen sprake meer is.
Nee. Het sociaal raadsliedenwerk is een verantwoordelijkheid van de gemeente. De gemeente is hierin autonoom en wordt daarin aangestuurd door de gemeenteraad.
Dat is mij niet bekend. Desgevraagd laat Sociaal Werk Nederland, die het Landelijk Overleg Sociaal Raadslieden (LOSR) ondersteunt, weten dat zij geen informatie heeft dat andere gemeenten zouden overwegen te stoppen met (de bekostiging van) het sociaal raadsliedenwerk.
Ik onderschrijf het belang en de meerwaarde van het sociaal raadsliedenwerk. Het is een belangrijke gemeentelijke voorziening waar inwoners terecht kunnen wanneer zij vastlopen in de toegang tot voorzieningen, bijvoorbeeld door ingewikkelde brieven of formulieren of bij juridische procedures.
Het WODC beveelt aan dat de eerstelijns rechtshulp versterkt wordt, zodat rechtzoekenden al in een vroeg stadium toegang hebben tot laagdrempelige vormen van sociaaljuridische hulpverlening. Sociaal raadslieden kunnen hier deel van uit maken.
Om beter zicht te krijgen op (de spreiding van) het totale aanbod van eerstelijnsvoorzieningen in Nederland heb ik Divosa gevraagd om een inventariserend onderzoek te laten doen naar het aanbod van onafhankelijke eerstelijnsvoorzieningen in alle gemeenten in Nederland. Ik wil hiermee ook eventuele «witte vlekken» in kaart brengen, de plekken waar de nabijheid van eerstelijnsvoorzieningen nog onvoldoende gewaarborgd lijkt. Ook de sociaal raadslieden worden in dit overzicht meegenomen. Naar verwachting is dit overzicht in oktober 2023 gereed. In de tiende voortgangsrapportage van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand die naar verwachting eind 2023 naar uw Kamer wordt verstuurd, informeer ik u hierover.
Ik onderschrijf het belang van sociaal raadsliedenwerk en andere laagdrempelige voorzieningen. Sociaal raadslieden ondersteunen burgers snel en laagdrempelig met sociaaljuridische hulp en het oplossen van problemen op uiteenlopende leefgebieden. Zij beperken zich niet alleen tot het oppakken van juridische geschillen maar kijken met een brede blik ook naar (stapeling van) aanverwante problematiek in het sociaal en zorgdomein. Sociaal raadslieden bieden concrete hulp aan de burgers in een kwetsbare positie zoals mensen met een laag inkomen of een (tijdelijk) beperkte zelfredzaamheid.
Sociaal raadslieden zijn een lokale voorziening die onder verantwoordelijkheid vallen van en betaald worden door de gemeente. Daarnaast beschikt niet elke gemeente over sociaal raadslieden en ook de taken en bevoegdheden kunnen verschillen. Het is niet aan mij om ervoor te zorgen dat het sociaal raadsliedenwerk in Breda of elders in Nederland blijft voortbestaan.
In de voortgangsrapportages van het programma stelselvernieuwing rechtsbijstand informeer ik u over (de voortgang van) alle (andere) initiatieven in het kader van de versterking van de eerstelijns rechtshulp. De volgende voortgangsrapportage wordt naar verwachting eind 2023 naar uw Kamer verstuurd.
De verantwoordelijkheid voor de bekostiging en/of landelijke spreiding van het sociaal raadsliedenwerk ligt bij gemeenten.
Wel hecht ik aan een beter inzicht op het aanbod aan eerstelijns voorzieningen. Zoals ik in het antwoord bij vraag 5 reeds aangaf zal het inventariserend onderzoek dat Divosa binnenkort oplevert ook een eerste overzicht bieden van de aanwezigheid en spreiding van het sociaal raadsliedenwerk in Nederland.
Gemeenten gaan over de financiering van het sociaal raadsliedenwerk. Iedere gemeente bepaalt dat zelf. Ik onderschrijf de meerwaarde van het raadsliedenwerk en juich toe dat gemeenten door middel van de zogenaamde POK-middelen ervoor kiezen om de lokale sociaaljuridische dienstverlening te versterken, bijvoorbeeld door de inzet van extra sociaal raadslieden.3