Ingediend | 28 augustus 2023 |
---|---|
Beantwoord | 24 oktober 2023 (na 57 dagen) |
Indiener | Mohammed Mohandis (PvdA) |
Beantwoord door | Conny Helder (minister zonder portefeuille volksgezondheid, welzijn en sport) (VVD), Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | criminaliteit jongeren openbare orde en veiligheid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z14319.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-290.html |
Ja. De instelling Woodbrookers is de accommodatie voor gesloten jeugdhulp van Jeugdhulp Friesland. Deze aanbieder heeft in opdracht van de IGJ het onderzoeksrapport laten opstellen waarover de artikelen gaan. Aanleiding daarvoor was de melding van een calamiteit bij de IGJ. Jeugdhulp Friesland heeft het rapport toegezonden aan de IGJ. Een dergelijk onderzoek in opdracht van de IGJ wordt in beginsel nooit openbaar gemaakt. Het rapport bevat gegevens die herleidbaar zijn naar personen en kan om die reden niet openbaar verstrekt worden. Inmiddels heeft Jeugdhulp Friesland het rapport geanonimiseerd toch op de eigen website geplaatst vanwege de ontstane publiciteit. De rechter heeft in kort geding daarmee ingestemd omdat de ouders zelf de publiciteit hadden gezocht.
Op basis van het onderzoeksrapport heeft Jeugdhulp Friesland een verbeterplan gemaakt. De IGJ volgt de voortgang van de implementatie van dat verbeterplan. Gelet op de actuele situatie heeft de IGJ besloten het reeds geplande toezicht naar de ombouw van de gesloten jeugdhulp vervroegd uit te voeren. Recent heeft Jeugdhulp Friesland besloten om uiterlijk op 1 juli 2024 te stoppen met gesloten jeugdhulp in zijn huidige vorm. Enerzijds is dat besluit ingegeven door de kwetsbare omvang van de locatie (acht plaatsen) zoals die nu nog functioneert. Anderzijds door de omstandigheid dat extern het vertrouwen afneemt dat Woodbrookers de jongeren in voldoende mate de zorg kan bieden die zij nodig hebben.
Jeugdhulp Friesland heeft naar aanleiding van het onderzoeksrapport verbeteringen doorgevoerd. Die moeten er onder meer aan bijdragen dat de jeugdigen in Woodbrookers passende behandeling in een veilige omgeving krijgen. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) ziet hierop toe en heeft besloten het geplande toezicht op de ombouw van de gesloten jeugdhulp bij Woodbrookers vervroegd uit te voeren.
Jeugdhulp Friesland heeft mij laten weten dat zij momenteel met vaste teams werken en met kleine leefgroepen (vier jeugdigen per groep). Voor iedere jeugdige ligt er binnen zes weken na opname een behandelplan klaar. Waar nodig zet de instelling therapieën in zoals de agressie regulatie trainingen en psychiatrisch consult. Door personeelskrapte lukt het niet altijd de termijn te halen. Recent heeft Jeugdhulp Friesland besloten om uiterlijk op 1 juli 2024 te stoppen met gesloten jeugdhulp in zijn huidige vorm. Enerzijds is dat besluit ingegeven door de kwetsbare omvang van de locatie (acht plaatsen) zoals die nu nog functioneert. Anderzijds door de omstandigheid dat extern het vertrouwen afneemt dat Woodbrookers de jongeren in voldoende mate de zorg kan bieden die zij nodig hebben.
De IGJ heeft geregeld contact met de jeugdzorginstelling Jeugdhulp
Friesland (locatie Woodbrookers). Dit is onderdeel van het reguliere toezicht. Vanaf eind september bezoekt de IGJ alle JeugdzorgPlus-instellingen in het kader van haar toezicht op de ombouw van de JeugdzorgPlus, waaronder Woodbrookers. De IGJ heeft op verzoek van de zorgaanbieder besloten het geplande toezicht op de ombouw van de gesloten jeugdhulp bij Woodbrookers vervroegd uit te voeren.
Zoals bekend kan de Minister van Justitie en Veiligheid niet ingaan op individuele strafzaken.
Wel kan ik toelichten dat het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) een samenwerkingsverband is om de fraude in de zorg te bestrijden. De bij het IKZ aangesloten opsporingsdiensten (Nederlandse Arbeidsinspectie, FIOD en opsporingsambtenaren van de IGJ) kunnen het IKZ gebruiken bij de uitwisseling van signalen van fraude met andere IKZ-partners die geen opsporingsdiensten zijn, zoals de Nederlandse Zorgautoriteit (Nza) en zorgverzekeraars. Het OM is geen deelnemer aan het IKZ en deelt om die reden ook geen informatie met het IKZ.
Voor de mogelijkheid voor informatie-uitwisseling van het OM met de IGJ verwijs ik naar het antwoord op vraag 5.
Het OM wisselt informatie uit met de IGJ op basis van het Samenwerkingsprotocol tussen de Inspectie en het OM uit 2021. Hiertoe vindt regulier overleg tussen de IGJ en het OM plaats. Het delen van informatie door het OM met de IGJ gebeurt op basis van de Aanwijzing Wet Justitiële en Strafvorderlijke Gegevens.
De IGJ is de toezichthouder op kwalitatief toereikende zorg. Gemeenten hebben de taak om de uitvoering van jeugdhulp bij aanbieders te controleren. Dit gebeurt onder ander door het toetsen van de eisen en voorwaarden -voor kwaliteit en kwantiteit van de jeugdhulp- die de gemeente vooraf gesteld heeft bij de aanbesteding en contractering van de jeugdhulpaanbieders. Bij aanbestedingen – waaronder aanbestedingen in het zorgdomein – hebben gemeenten tevens de bevoegdheid om de Wet Bibob toe te passen. De Wet Bibob biedt gemeenten de mogelijkheid om de integriteit van de gegadigde, opdrachtnemer of onderaannemer te onderzoeken. Gemeenten kunnen met de Wet Bibob beter beoordelen of een gegadigde uitgesloten kan worden van de aanbestedingsprocedure, een onderaannemer geweigerd kan worden dan wel of een reeds gesloten overeenkomst ontbonden kan worden. Hiermee wordt de integriteit van de gemeente beschermd. De toepassing van de Wet Bibob is een discretionaire bevoegdheid; gemeenten besluiten zelf of en in welke gevallen zij de Wet Bibob inzetten. Momenteel wordt ervaring opgedaan met het Bibob-instrument in het kader van de proeftuinen Aanpak Zorgfraude. Deze proeftuinen in de regio’s Twente en Hart van Brabant hebben als doel om beproefde werkwijzen en concrete handvatten op te leveren voor de uitvoeringspraktijk van gemeenten (Wmo en Jeugdwet), waaronder beproefde werkwijzen betreffende de inzet van de Wet Bibob. Daarnaast hebben gemeenten de mogelijkheid om bij gerede twijfel een fraudeonderzoek te starten.
Over de aanpak van zorgfraude, in bredere samenhang met de aanpak van niet-integere zorgaanbieders, heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport uw Kamer op 29 juni 2022 uitgebreid geïnformeerd. Naast de proeftuinen noem ik de Wet bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg (Wbsrz). De Eerste Kamer heeft deze wet in juli 2023 aangenomen. Met deze wet worden belangrijke belemmeringen in de huidige gegevensdeling weggenomen. Instanties worden zo eerder in de gelegenheid gesteld om maatregelen te treffen en te voorkomen dat fraudeurs zich ongezien van de ene gemeente naar een andere gemeente of van het ene naar het andere zorgdomein verplaatsen en daar opnieuw fraude plegen.
Voor meer informatie over de maatregelen verwijs ik uw Kamer naar de brief van 29 juni 2022. Binnenkort informeert de Minister voor Langdurige Zorg en Sport uw Kamer over de voortgang van deze aanpak en de ambities van de betrokken partijen voor 2024 en verder.
Deze zorgen deel ik in die zin dat momenteel de balans tussen personeel in vaste loondienst en flexpersoneel onvoldoende is. Om die balans meer in evenwicht te brengen heeft de Minister voor Langdurige Zorg en Sport met het programma «Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (TAZ)» diverse acties in gang gezet.
Betrokken partijen hebben een kerngroep geformeerd voor het gewenste herstel van de balans tussen medewerkers in vaste loondienst en flexwerkers, waaronder zzp’ers. Deze kerngroep is aan de slag met de volgende thema’s:
Om het aantal zzp’ers in de zorg terug te dringen is aantrekkelijk werkgeverschap essentieel. Regionale samenwerkingsverbanden kunnen hieraan bijdragen. Binnen het programma TAZ bestaat hiervoor de kerngroep regionaal werkgeverschap. Via dergelijke vormen van regionale samenwerking kunnen zorginstellingen meer kansen en mogelijkheden bieden aan hun medewerkers. Ook kijkt deze kerngroep naar de mogelijkheden om inhuur te optimaliseren zonder tussenkomst van intermediairs, en naar mogelijkheden om meer eigen regie te hebben op externe inhuur via intermediairs.
Daarnaast bespreekt mijn ministerie de mogelijkheid van een gedragscode met koepels van bemiddelings- en uitzendbureaus.
De zorgaanbieder is verantwoordelijk voor de medewerkers die hij inzet. Op de website van de IGJ kan informatie worden gevonden over de wijze waarop de zorgaanbieder arbeidsverleden en diploma’s van medewerkers kunnen controleren.2 Een werkgever kan een sollicitant om een digitaal uittreksel vragen uit het diplomaregister van DUO. DUO geeft op haar website aan hoe de echtheid van het digitale uittreksel gecontroleerd kan worden. Als er geen uittreksel is van het diploma kan navraag worden gedaan bij de onderwijsinstelling. Gemeenten kunnen toetsen of zorgaanbieders deze controles uitvoeren. Normaal gesproken is dit voldoende.
De vragen van het lid Mohandis (PvdA) over het bericht «Drugscrimineel was de baas van zorguitzendbureau dat personeel levert aan Jeugdhulp Friesland» (2023Z14319) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.