Kamervraag 2023Z14245

Mogelijke discriminatie van de As-Soennah-moskee.

Ingediend 24 augustus 2023
Beantwoord 9 oktober 2023 (na 46 dagen)
Indiener Stephan van Baarle (DENK)
Beantwoord door Marnix van Rij (staatssecretaris financiën) (CDA)
Onderwerpen recht staatsrecht
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z14245.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-175.html
  • Vraag 1
    Bent u bekend met het NRC-artikel «De fiscus was te hard voor de Haagse As-Soennah-moskee, discrimineerde mogelijk zelfs»1.

    Ja.

  • Vraag 2
    Deelt u onze constatering dat mede door politieke druk er een onbezonnen fraudejacht met een discriminatoir karakter is ingezet tegen islamitische instellingen en welke maatregelen neemt u om de verantwoordelijke medewerkers hiervoor ter verantwoording te roepen en dit te stoppen?

    Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht kan ik niet ingaan op een individuele belastingplichtige.

  • Vraag 3
    Hoe reflecteert u op de uitspraak van de rechtbank dat discriminatie niet kan worden uitgesloten?

    Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht kan ik niet ingaan op een individuele belastingplichtige.

  • Vraag 4
    Deelt de u de conclusie van de rechter dat de Belastingdienst een «verhoogde belangstelling» had voor «giften aan moskeeën»?

    Vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht kan ik niet ingaan op een individuele belastingplichtige.

  • Vraag 5
    Hoe verklaart u deze verhoogde belangstelling voor één specifieke religieuze gemeenschap?

    In de evaluatie uitvoering giftenaftrek3 kwam naar voren dat uit de praktijk bleek dat de giftenaftrek toen een fraudegevoelige regeling was. Facilitators voerden voor grote groepen belastingplichtigen bewust verkeerde giften op in de aangifte inkomstenbelasting. Er was sprake van grootschalige fraude en de regeling was gevoelig voor constructies. Ook ANBI’s konden deel uitmaken van een constructie. De Belastingdienst had daarom in het toezichtsproces nadrukkelijk aandacht voor de giftenaftrek in aangiften IH en de daarmee samenhangende risico’s voor de juistheid van aangiften. Uit onderzoek is gebleken dat er met name sprake was van vervalste kwitanties in de situaties dat er sprake was van contante betalingen. Dit deed zich met name – niet uitsluitend – voor binnen de islamitische gemeenschap bleek eveneens uit onderzoek4. Deze bevinding is ook gedeeld met de Tweede Kamer in het kader van de evaluatie giftenaftrek.

  • Vraag 6
    Deelt de u de conclusie van de rechter dat moskeeën door de Belastingdienst «op zichzelf reeds als frauderisico worden gezien»? Bent u bereid dit ten strengste af te keuren en maatregelen te nemen tegen de personen die dit kennelijke beleid hebben ingezet?

    De rechtbank heeft zich onder andere uitgesproken over de risicoselectie door het ANBI-team van de Belastingdienst. Tegen deze uitspraak is pro-forma hoger beroep ingesteld, daarom kan ik nu niet ingaan op deze vraag. Bovendien is sprake van de fiscale geheimhoudingsplicht wat belet in te gaan op een individuele belastingplichtige.

  • Vraag 7
    Kunt u verklaren waarom moskeeën op zichzelf als een frauderisico werden gezien?

    Nee.

  • Vraag 8
    Kunt u een concrete datum aangeven vanaf wanneer moskeeën als een frauderisico werden gezien? Wat lag hieraan ten grondslag?

    De werkwijze is niet aangepast naar aanleiding van het rapport «Ongekend onrecht» en de FSV-onderzoeken. De werkwijze van het ANBI-team is gewijzigd in die zin dat het ANBI-team in de geest van de «menselijke maat» meer nog dan in het verleden het gesprek aan gaat met vertegenwoordigers van instellingen. Het ANBI-team probeert hiermee meer aan de voorkant van het proces te komen door middel van voorlichting, zoals informatieverstrekking via het ANBI loket.

  • Vraag 9
    Hoe classificeert u het bij voorbaat verdacht beschouwen van moskeeën? Is hier sprake van institutionele vooringenomenheid of institutioneel racisme?

    De Belastingdienst houdt met twee afdelingen administratief- en materieel toezicht op de naleving van de ANBI-regelgeving. De ene afdeling richt zich op het behandelen van de jaarlijks circa 2.000 aanvragen voor het verkrijgen van de ANBI status. In dit team wordt ook beoordeeld of door de ANBI’s wordt voldaan aan de publicatieplicht. Jaarlijks worden ongeveer 4.000 instellingen beoordeeld in het kader van de publicatieplicht. Als niet aan de publicatieplicht wordt voldaan dan krijgen instellingen de kans om een formele omissie binnen een redelijke tijd te herstellen. In ongeveer 6% van deze beoordelingen is de ANBI-status ingetrokken.
    De tweede afdeling beoordeelt of de aangemerkte ANBI’s nog steeds aan de ANBI-eisen voldoen. Hier worden ook de bezwaar- en beroepschriften tegen een afwijzing of intrekking van de ANBI-status behandeld en worden verzoeken tot vooroverleg in behandeling genomen. Ook wordt materieel toezicht gehouden op de naleving van de ANBI-regelgeving. Deze vorm van toezicht (achteraf) vormt het sluitstuk van de gehanteerde prioritering in het werkaanbod van het ANBI-team. Conform de uitvoerings- en handhavingsstrategie van de Belastingdienst wordt capaciteit eerst ingezet voor uitvoering en daarna voor handhaving. Dit betekent dat werkzaamheden die geïnitieerd worden door burgers, bedrijven en fiscaal dienstverleners (o.a. aanvragen, bezwaar/beroep, vooroverleg, serviceberichten aan intermediairs) voorrang krijgen.
    Het materieel toezicht in de huidige vorm focust zich met name op specifieke ANBI-gerelateerde aspecten zoals het «algemeen nut karakter», beoordelen particuliere belangen, de besteding van giften en de feitelijke activiteiten. Door de afwezigheid van een gestructureerde vorm van gegevensverkrijging beschikt het ANBI-team nauwelijks over risicodetectie mogelijkheden. Dit toezicht is daarom voornamelijk afhankelijk van interne signalen die binnenkomen over ANBI’s. Deze signalen worden altijd behandeld door het ANBI-team. Daarbij wordt op dit moment geen gebruik gemaakt van selectiecriteria, algemene kaders of leidraden. In de praktijk nemen ervaren medewerkers van het ANBI het besluit welk onderzoek wordt. Dit kan een kantoortoets zijn of een boekenonderzoek. Mocht een boekenonderzoek noodzakelijk zijn dan kan het ANBI-team gebruik maken van een beperkt aantal controlemedewerkers van de verschillende Belastingdienstkantoren verspreid over het land.

  • Vraag 10
    Waarom heeft u geweigerd om in de rechtszaak de selectiecriteria te verstrekken?

    De Belastingdienst is reeds op hoogambtelijk niveau het gesprek aangegaan met vertegenwoordigers van Islamitische organisaties; daarbij kon niet ingegaan worden op individuele belastingplichtigen vanwege de fiscale geheimhoudingsplicht.

  • Vraag 11
    Bent u bereid om alle stukken over de selectiecriteria in deze zaak onmiddellijk te openbaren? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 12
    Deelt u de mening dat het walgelijk en volstrekt discriminatoir is om te stellen dat giftenfraude voornamelijk zich zou voordoen bij de islamitische gemeenschap? Hoe is de Belastingdienst tot deze onwettige stellingname gekomen?
  • Vraag 13
    Kunt nader specificeren hoeveel islamitische stichtingen in totaal zijn onderzocht op verdenking van giftenfraude door het CAF-team? Zo ja, kunt u daarbij ook aangeven welke islamitische stichtingen dat allemaal zijn? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 14
    Heeft u de onderzochte islamitische stichtingen op de hoogte gebracht dat de fiscus hen verdacht van giftenfraude? Zo ja, hoe heeft u hen hiervan op de hoogte gebracht en hoeveel van het totale aantal? Zo nee, waarom niet?
  • Vraag 15
    Van hoeveel moskeeën is sinds 2015 de ANBI-status ingetrokken?
  • Vraag 16
    Klopt het dat de Belastingdienst een derdenonderzoek heeft ingezet om informatie in te winnen over de As-Soennah-moskee uit Den Haag? Klopt het dat de moskee zelf niet hiervan op de hoogte was gesteld? Kunt u verklaren waarom de moskee niet hierover was ingelicht én waarom een derdenonderzoek daarvoor was ingezet?
  • Vraag 17
    Kunt u bevestigen dat de As-Soennah-moskee in 2018 een conceptrapport van de Belastingdienst ontving waarin niet stond aangegeven dat de ANBI-status (mogelijk) zou worden ingetrokken?
  • Vraag 18
    Kunt u bevestigen dat de reactie van de moskee op het conceptrapport niet werd afgewacht noch dat er een termijn werd geboden om de gebreken te herstellen? Kunt u verklaren waarom in dit geval werd afgeweken van de normale procedure én dat er geen kans werd geboden voor herstel?
  • Vraag 19
    Kunt u bevestigen dat het besluit om af te wijken van de normale procedure en om geen kans op herstel aan te bieden van de leiding kwam, zoals in een interne mail naar voren kwam? Bent u bereid om deze mail te openbaren? Zo nee, waarom niet?
  • Mededeling - 8 september 2023

    Op 24 en 25 augustus jl. zijn door het lid Van Baarle (DENK) schriftelijke vragen ingediend over «mogelijke discriminatie door de Belastingdienst» en over «het stelselmatig achterhouden van stukken door de Belastingdienst en discriminatie van Islamitische instellingen. Op 30 augustus jl. zijn door de leden Inge van Dijk, Palland en Amhaouch (allen CDA) schriftelijke vragen ingediend over «de uitspraak van de rechtbank in Den Haag inzake het onterecht intrekken van de ANBI-status van de As-Soennah-moskee». Om uw Kamer zo goed en volledig mogelijk te informeren, heb ik meer tijd nodig. Ik kan de vragen niet binnen de gestelde termijn beantwoorden. Ik streef ernaar de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z14245
Volledige titel: Mogelijke discriminatie van de As-Soennah-moskee.
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20232024-175
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Van Baarle over mogelijke discriminatie van de As-Soennah-moskee