Ingediend | 21 augustus 2023 |
---|---|
Beantwoord | 22 september 2023 (na 32 dagen) |
Indiener | Sjoerd Sjoerdsma (D66) |
Beantwoord door | Dilan Yeşilgöz-Zegerius (minister justitie en veiligheid) (VVD), Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | bestuur organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z14170.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-36.html |
Ja.
Ja. Strategische rechtszaken tegen publieke participatie (hierna: SLAPPs) zijn een zorgwekkende ontwikkeling. Journalisten en maatschappelijk middenveld professionals zouden zich dan ook te allen tijde moeten kunnen inzetten voor het algemeen belang door vrij en actief deel te nemen aan het publieke debat. Dit is essentieel voor een gezonde democratie en rechtsstaat. Een goed functionerende rechtsstaat in EU-lidstaten is dan ook een fundamenteel uitgangspunt voor samenwerking in de EU.
Elke vorm van SLAPPs is gedekt onder ofwel de richtlijn, ofwel de anti-SLAPP aanbeveling die gelijktijdig met het richtlijnvoorstel is uitgebracht door de Europese Commissie.
Dat niet elke vorm van SLAPPs binnen de reikwijdte van de richtlijn valt, heeft te maken met het feit dat onderscheid moet worden gemaakt tussen nationale en EU-brede SLAPPs en de door beginselen van proportionaliteit en subsidiariteit beperkte competentie van de EU-wetgever in (puur) nationale aangelegenheden. Op basis van deze beginselen treedt de EU alleen op indien doelstellingen niet door lidstaten zelf kunnen worden verwezenlijkt; bij dat optreden moet het minst ingrijpende middel wordt gekozen.
Los van het EU-recht biedt het Nederlandse procesrecht mogelijkheden om op te treden bij nationale ongegronde procedures. Dit gebeurt dan onder de noemer van het misbruik van procesrecht. Dit is het geval als de eiser zijn vordering baseert op feiten en omstandigheden waarvan hij de onjuistheid kende of behoorde te kennen, of op stellingen en omstandigheden waarvan hij op voorhand moest begrijpen dat deze geen kans van slagen hadden. De rechter kan in dat geval de eiser niet ontvankelijk verklaren en hem veroordelen tot betaling van de volledige proceskosten in plaats van de forfaitaire bedragen die normaal gelden.
Ten aanzien van nationale rechtsstelsels van andere lidstaten en de bescherming van journalisten en mensenrechtenverdedigers daar, is de competentie van de EU-wetgever beperkt. Voor de situatie in Nederland is het kabinet van mening dat het Nederlandse procesrecht voldoende waarborgen biedt ter bescherming van journalisten en mensenrechtenverdedigers tegen SLAPPs op nationaal niveau.
Het doel van de richtlijn is om SLAPPs te voorkomen en te vermijden dat als een SLAPP wordt aangewend of dreigt te worden aangewend, het doelwit op onnodig hoge kosten wordt gejaagd en afgeleid wordt van deelname aan het publieke debat. Tegelijkertijd beoogt de richtlijn toegang tot het recht voor mogelijk gegronde zaken te behouden. In het Commissievoorstel is er daarom voor gekozen om het mechanisme voor vroegtijdige afwijzing – waarmee verdere inhoudelijk behandeling van de zaak onmogelijk wordt – alleen in te zetten voor die rechtszaken waar geen twijfel bestaat dat er sprake is van een SLAPP. In de Raadspositie is deze intentie van de Commissie gehandhaafd.
In aanvulling daarop heeft het kabinet zich ervoor ingezet om dit mechanisme van vroegtijdige afwijzing te optimaliseren en naar de mening van het kabinet is de Raadspositie een verbetering van het Commissievoorstel. Dit komt omdat de rechter de zaak niet inhoudelijk stil hoeft te leggen als het doelwit stelt dat sprake is van een SLAPP. De rechter kan volgens de Raadspositie in één beslissing zowel beslissen of sprake is van een SLAPP als de zaak inhoudelijk beëindigen wegens misbruik van procesrecht. Dit zorgt voor een efficiëntere – en dus ook voor het doelwit van de SLAPP snellere en goedkopere – procedure dan als de rechter elke zaak in twee fases (en daarmee mogelijk dubbel) moet behandelen. Daarom biedt de Raadspositie een betere bescherming van SLAPP-doelwitten en verzekert het de toegang tot recht beter. Bovendien beschermt de Raadspositie op deze wijze beter tegen mogelijk misbruik van de beoogde bescherming door partijen die zich er ten onrechte op beroepen.
Elke lidstaat in de EU heeft een eigen nationaal systeem voor schadevergoeding. Zolang er een algemene regeling bestaat die kan worden gebruikt om slachtoffers van SLAPPs waar nodig te compenseren, is een specifieke regeling voor SLAPPs niet noodzakelijk. Ook in Nederland geldt de algemene regeling voor aansprakelijkheid. Daarmee kunnen slachtoffers van SLAPPs voldoende worden beschermd.
Het kabinet ziet in dit licht ook geen aanleiding voor een specifieke regeling voor schadevergoeding op EU-niveau. Dit zou leiden tot een van het nationaal recht afwijkend schadebegrip. Het kabinet is daarom voorstander van het schrappen van de bepaling inzake schadevergoeding uit de richtlijn.
Hierbij deel ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, mede dat de schriftelijke vragen van het lid Sjoerdsma (D66), van uw Kamer aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de Nederlandse positie ten aanzien van de SLAPPs richtlijn (ingezonden 21 augustus 2023) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.