Ingediend | 8 augustus 2023 |
---|---|
Beantwoord | 23 augustus 2023 (na 15 dagen) |
Indiener | Stephan van Baarle (DENK) |
Beantwoord door | Wopke Hoekstra (viceminister-president , minister buitenlandse zaken) (CDA) |
Onderwerpen | organisatie en beleid recht |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z14040.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3410.html |
Ja.
Deze opvatting is geuit door de heer Khan. Het kabinet heeft hier geen oordeel over.
De demonstraties na de arrestatie van de heer Khan in mei jl. hebben geleid tot ernstige onregelmatigheden, waardoor de Pakistaanse overheid strenge veiligheidsmaatregelen heeft getroffen en het mandaat van het leger en veiligheidsdiensten heeft opgerekt. Dit heeft er mede toe geleid dat er geen grootschalige protesten meer hebben plaatsgevonden. Er zijn echter wel kleinschalige demonstraties gehouden in o.a. Lahore en Karachi.
Nederland volgt de ontwikkelingen in Pakistan nauwgezet en heeft, ook in EU-verband, zorgen geuit over de arrestatie en berechting van aanhangers van de heer Khan sinds de protesten in mei.
Zie antwoord vraag 3.
Zie antwoord vraag 3.
Het vaststellen van de kiesdistricten zal waarschijnlijk leiden tot uitstel van de verkiezingen. Wat hiervan, en van andere ontwikkelingen in Pakistan, in de toekomst de consequenties zullen zijn, kan het kabinet niet op voorhand beoordelen.
Pakistan wordt geconfronteerd met diverse grote uitdagingen op zowel economisch, politiek, klimaat alsook op veiligheidsgebied. Dit heeft diverse binnenlandse en buitenlandse oorzaken.
Binnen de samenwerking met Pakistan zal Nederland blijven benadrukken dat vrije en eerlijke verkiezingen een essentieel onderdeel vormen bij het vinden van duurzame oplossingen voor de genoemde uitdagingen.
Nederland en de EU benadrukken in gesprekken met de Pakistaanse autoriteiten het belang van inachtneming van de beginselen van de rechtsstaat tijdens de rechtsgang. Nederland intervenieert echter niet in de rechtsgang in andere landen.
Zie antwoord vraag 8.
Het kabinet volgt de mensenrechtensituatie in Pakistan op de voet. Nederland zet zich wereldwijd in voor de naleving van mensenrechten en in het bijzonder de persvrijheid en de veiligheid van journalisten. Nederland gaat dan ook bilateraal en in EU verband regelmatig het gesprek aan met de Pakistaanse autoriteiten over de mensenrechtensituatie in het land, zoals recent nog tijdens de Pakistan-EU Joint Commission meeting die op 23 juni jl. plaatsvond en de daaraan voorafgaande Sub-Group meeting on Democracy, Governance, Rule of Law and Human Rights. Daarbij benadrukt het kabinet, zoals hierboven genoemd, het belang van een eerlijk rechtsproces voor iedereen.
Nederland spreekt regelmatig en op verschillende niveaus met de Pakistaanse autoriteiten over de situatie in Pakistan. Nederland intervenieert echter niet in de rechtsgang in andere landen.