Ingediend | 2 augustus 2023 |
---|---|
Beantwoord | 22 september 2023 (na 51 dagen) |
Indiener | Frank Wassenberg (PvdD) |
Beantwoord door | Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13978.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20232024-32.html |
Ja.
Ik heb respect voor het werk wat de asiels doen. Ik vind het heel vervelend als een asiel geconfronteerd wordt met een forse toename van dieren die zij moeten opvangen. Zij verzorgen immers de dieren waar een eigenaar niet meer voor kan of wil zorgen.
De aanschaf van een huisdier moet niet lichtzinnig gedaan worden, hierbij zou een koper ook rekening moeten houden met veranderende omstandigheden in de toekomst. Helaas kun je niet altijd alles voorzien, soms is het dan voor zowel eigenaar als dier beter om afscheid te nemen; Dit moet dan wel op een nette manier gebeuren. Het dumpen van een dier is nooit een goede oplossing. Een dierhouder die een dier achterlaat, is strafbaar op grond van het Besluit houders van dieren.
Nee, dit vind ik niet wenselijk. Een koper moet zich bij de aanschaf van een gezelschapsdier vooraf goed informeren over de specifieke behoeftes van het dier en daarbij de consequenties van het houden van dat dier voor zover mogelijk overzien. Er is veel informatie beschikbaar, onder andere op de website van het Landelijk Informatiecentrum Gezelschapsdieren (LICG). Bedrijfsmatige verkopers van gezelschapsdieren zijn ook verplicht om deze informatie bij de verkoop te verstrekken. Ook de NVWA is op verschillende platformen actief om de bewustwording rondom het aanschaffen van een huisdier te vergroten.
Ja.
Ja.
Ik kan bevestigen dat er opdracht is gegeven tot een onderzoek dat als doel heeft om inzicht te krijgen in het gedrag van mensen bij de aanschaf en het houden van kortsnuitige honden. De onderzoeksvraag uit het dictum van de motie wordt hierin meegenomen: er wordt specifiek gekeken naar impulsaankopen en de informatie die is ingewonnen tijdens de aanschaf van het dier, zodat duidelijk wordt of een bedenktijd bij het aanschaffen van een huisdier gaat helpen en op welke manier dat ingevuld zou kunnen worden.
Het uitgezette onderzoek is inderdaad niet hetzelfde als een onderzoek dat zich beperkt tot de vraag naar de bijdrage die een verplichte bedenktijd bij kan dragen aan het terugdringen van impulsaankopen. Ik heb het onderzoek breder ingezet, omdat ik een compleet beeld wil krijgen van de motivatie van mensen als ze een dier aanschaffen. Ik ben begonnen met een specifieke doelgroep, omdat er veel gezondheid- en welzijnsproblemen spelen bij kortsnuitige honden. Ik wil bijvoorbeeld weten welke overtuigingen er spelen als mensen een huisdier aanschaffen. Immers, veel mensen zien het houden als een huisdier als een verworven recht. Door in het onderzoek bijvoorbeeld ook mee te nemen waar mensen hun dier aanschaffen, geeft dat een beter beeld. Zeker in deze tijd waar online makkelijk dieren aan te schaffen zijn. Die informatie vind ik ook noodzakelijk om iets te kunnen zeggen over impulsaankopen en of een maatregel zoals bedenktijd hierbij zou helpen.
Nee, deze opvatting deel ik niet. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag acht, verwacht ik namelijk dat het onderzoek de noodzakelijke informatie zal geven waarmee de eventuele toegevoegde waarde van een verplichte bedenktijd voor de aanschaf van huisdieren kan worden beoordeeld. Het is op dit moment nog onduidelijk hoe vaak impulsaankopen voorkomen en hoe vaak dit leidt tot verminderd dierenwelzijn (in verhouding tot weloverwogen aankopen). Een impulsaankoop hoeft niet direct te leiden tot minder dierenwelzijn. Er kan sprake zijn van een «onsuccesvolle weloverwogen aankoop», of een «succesvolle impulsaankoop» waarbij geen sprake is van slechte verzorging of desinteresse bij de houder. Daarom is het belangrijk om breder te kijken naar het proces van aanschaffen van een dier.
Ja, dit doe ik binnen het onderzoek naar het gedrag van mensen bij het aanschaffen van kortsnuitige honden, waarin deze onderzoeksvraag wordt meegenomen. Onderzoeksbureau Inspire to Act is al gestart met de uitvoering van dit onderzoek. Het rapport wordt in het tweede kwartaal van 2024 verwacht.
Voor de Rijksoverheid zie ik hier geen rol weggelegd. De opvang van gezelschapsdieren is een verantwoordelijkheid van gemeenten. In het geval van eventuele problemen op gemeentelijk niveau bij de opvang van gezelschapsdieren, is het aan de betreffende gemeente om deze problemen te adresseren.
Zoals aangegeven in mijn brief van 13 juli 2023 wordt momenteel gekeken naar specifieke uitvoeringsaspecten, waarbij ik in gesprek ben met overheidsinstanties en sectorpartijen. Op dit moment kan nog geen inschatting worden gegeven over een concreet tijdspad. Zodra ik dat weet, zal ik de Kamer daarover informeren.
De vragen van het lid Wassenberg (PvdD) over het bericht dat asiels een explosieve toename zien van het aantal gedumpte huisdieren (2023Z13978) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, in verband met benodigde afstemming. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.