Ingediend | 2 augustus 2023 |
---|---|
Beantwoord | 5 september 2023 (na 34 dagen) |
Indiener | Eva Akerboom (PvdD) |
Beantwoord door | van der Ch. Wal-Zeggelink |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13974.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3562.html |
Ja
Wanneer wordt voldaan aan specifieke redenen, voorwaarden en vereisten uit de Wet natuurbescherming (en Vogelrichtlijn) is het in sommige gevallen toegestaan om ganzen te doden. Wanneer hiertoe wordt besloten zijn er verschillende dodingsmethoden mogelijk, één hiervan is het vangen en doden van ganzen tijdens de rui (ruivangsten). Ganzen zijn tijdens de rui relatief eenvoudig en met minimale verstoring van overige natuurwaarden te vangen, waarna ze met CO2 kunnen worden gedood.
Het doden van ruiende ganzen is een methode waarbij met een eenmalige inspanning een groot aantal ganzen uit de populatie kan worden weggenomen. In een zienswijze over het doden van ganzen heeft de Raad voor Dieraangelegenheden (RDA) in 20122 in hun Richtsnoer Ganzendoden een voorkeur uitgesproken voor ruivangsten, vanwege een lagere welzijnsaantasting dan bij afschot. Ook in een recente zienswijze3 van de RDA over het doden van dieren wordt dit standpunt herhaald. In het Richtsnoer Ganzendoden staan concrete randvoorwaarden over wanneer en hoe het middel ingezet kan worden. Wel is uit onderzoek4 gebleken dat het doden met oplopende CO2-concentraties meer stress veroorzaakt bij de individuele gans dan een goed geplaatst schot, en daarmee – op het niveau van het individuele dier – minder diervriendelijk is. Vanuit de opgaven ten aanzien van schadebeperking en vliegveiligheid is het echter nodig om ganzenaantallen terug te dringen, wat via de methode afschot netto meer stress oplevert.
Ja. De activiteiten bij Kinderdijk hebben niet geresulteerd in klachten bij de provincie, de stichting Faunabeheereenheid Zuid-Holland of de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid.
Ja. In 2022 zijn er in totaal 14.350 ganzen gevangen met ruivangsten. Het gaat om 13.283 grauwe ganzen, 870 Canadese ganzen, 24 brandganzen en 173 hybride/verwilderde ganzen5.
De gedeputeerde staten van Noord-Holland, Utrecht, Zeeland en Zuid-Holland hebben in hun beleid vastgesteld hoe ze de schade die in hun provincie wordt veroorzaakt door ganzen willen beperken. Ook het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (I&W) heeft beleid opgesteld voor het verbeteren van de vliegveiligheid op en rondom Schiphol. Het terugbrengen van de populatie ganzen door middel van ruivangsten wordt in alle vier de provincies uitgevoerd, incl. de Schipholzone. Een samenwerkingscollectief – bestaand uit de vier Faunabeheereenheden van elke provincie en het Ministerie van I&W – coördineert de uitvoering van dit beleid. Dit collectief produceert jaarlijks een Ruivangsten Rapportage, met onder andere de aantallen ganzen gedood met ruivangsten, welke wordt gepubliceerd op de website van Faunabeheereenheid Noord-Holland.
Nee, daar ben ik het niet mee eens.
Gezien de populatieomvang van veel ganzensoorten is het internationale en provinciale beleid deels gericht op het reduceren van specifieke ganzenpopulaties om schade aan landbouw en natuur te voorkomen, en vliegveiligheid7 te bevorderen. Voor de Grauwe Gans en de Brandgans is dit beleid ingebed in een internationale context, in de vorm van het Europees Ganzenplatform van het Afrikaans-Euraziatisch Watervogelverdrag (AEWA).
Ruivangsten zijn in vergelijking met andere methodieken een efficiënte manier van populatiereductie door de relatief geringe inzet die nodig is tegenover de hoge aantallen ganzen die per actie uit de populatie onttrokken kunnen worden5“ 8 9 10. Hierdoor wordt de populatie snel teruggebracht en hoeven er over langere tijd netto minder ganzen te worden gedood. Tijdens de rui zijn ganzen relatief eenvoudig en met minimale verstoring van overige natuurwaarden te vangen. Bovendien worden vooral lokale ganzenpopulaties op die manier gereguleerd en wordt vermeden dat trekvogels worden gedood. Bij ruivangsten worden bovendien verhoudingsgewijs veel volwassen vogels aan de populatie onttrokken, wat effectiever is dan ingrijpen in het broedsucces6,7,8.
Effectief populatiebeheer vraagt naast het beperken van aantallen evenwel ook om andere maatregelen, zoals verstoring en het beperken van broedgelegenheid. Via combinaties van maatregelen werken provincies aan duurzaam ganzenbeheer voor de lange termijn, waarbij schade – binnen de mogelijkheden geboden vanuit (inter)nationale en provinciale kaders – wordt teruggebracht naar een maatschappelijk aanvaardbaar niveau.
De door U aangehaalde bron uit het tijdschrift Limosa van 2010 doet overigens geen uitspraken over effecten van het doden van ganzen. Het laat resultaten zien van slaapplaatstellingen in de winter, die voornamelijk betrekking hebben op trekvogels (welke voornamelijk worden verjaagd), en het bediscussieert deze onder andere in samenhang met gebiedsbeleid voor Natura 2000-gebieden en het toenmalige beleid voor schadebeheersing met speciale ganzenfoerageergebieden.
Ik ben het ermee eens dat er ingezet moet worden op preventie en innovatie. Dit gebeurt ook al. Voorafgaand en parallel aan dodelijke maatregelen dienen altijd preventieve maatregelen te worden ingezet.
De provincies zijn samen met de faunabeheereenheden verantwoordelijk voor de aanpak van ganzenschade en vliegveiligheid. Er zijn verschillende methodes voorhanden waarmee ganzen kunnen worden beheerd. Dodelijke maatregelen worden ingezet voor het verkleinen van de populatie (van met name broedvogels) om schade te voorkomen, en niet-dodelijke maatregelen – zoals verjaging – worden ingezet om schade (van met name winter- en trekvogels) te verplaatsen of concentreren. Omdat niet-dodelijke alternatieven in veel gevallen niet effectief genoeg zijn in het bewerkstelligen van vliegveiligheid en het beperken van schade en tot een maatschappelijk aanvaardbaar niveau, worden populaties ook via dodelijke maatregelen beheerd.
Het verjagen van ganzen is niet in alle situaties een geschikt alternatief voor het doden van ganzen, zie daarvoor mijn antwoord op vraag 6.
Het effectief verjagen van ganzen vraagt om innovatie en ontwikkeling. BIJ12 en andere partijen doen regelmatig onderzoek naar innovatieve verjagingsmethoden. Voorbeelden hiervan zijn onderzoek naar de effectiviteit van lasers, Bird Alert en andere systemen, 11 12. Via de Faunaschade Preventie Kit Ganzen geeft BIJ12 de provincies inzicht in hoe en welke preventieve middelen ingezet kunnen worden om ganzenschade te voorkomen.
De effectiviteit van alternatieve methoden zoals lasers en Bird Alert is beperkt (o.a. door gewenning). Onderzoek wijst uit dat lasers erg krachtig moeten zijn om effectief te zijn, zeker bij zonnig weer. Dit brengt risico’s met zich mee voor mensen (m.n. oogletsel). Momenteel worden deze en andere nieuwe verjagingsmethoden al op kleine schaal toegepast, waarbij de technologie steeds verder wordt ontwikkeld. Innovatieve methoden kunnen samen met andere vormen van verjaging bijdragen aan het verminderen van schade aan landbouwpercelen, wanneer er elders voldoende foerageeralternatieven zijn.
Het doden van ganzen is nodig om tot maatschappelijk aanvaardbare niveaus van schade te komen. Zoals beschreven in mijn antwoord op vraag 2 heeft de RDA een voorkeur uitgesproken voor ruivangsten, vanwege een lagere welzijnsaantasting dan bij afschot. Ik ben niet bereid deze dodingsmethode te verbieden. Raad van State heeft namelijk in 2019 (Uitspraak 201803550/1/A3) reeds geoordeeld dat ruivangsten mogen worden uitgevoerd ten behoeve van de in Wet natuurbescherming genoemde belangen, waaronder openbare veiligheid (luchtvaartveiligheid), voorkoming van schade aan gewassen (landbouwschade) of schade aan flora en fauna.