Kamervraag 2023Z13949

De aankomende alternatieve behandeling van werkelijke schade in het toeslagenschandaal

Ingediend 31 juli 2023
Beantwoord 25 augustus 2023 (na 25 dagen)
Indiener Nicole Temmink
Beantwoord door Aukje de Vries (staatssecretaris financiën) (VVD)
Onderwerpen financiën organisatie en beleid
Bron vraag https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13949.html
Bron antwoord https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3436.html
  • Vraag 1
    Kunt u aangeven wanneer u denkt de alternatieve behandeling voor het afhandelen van werkelijke schade met de Kamer te kunnen delen?

    De begeleidende kamerbrief1 bij de meest recente VGR bevat de eerste contouren van de alternatieve aanvullende schaderoute. Kort daarop heeft uw Kamer een brief2 ontvangen met een eerste voorlopige uitwerking ervan. Hierover is uitgebreid met de Kamer gesproken in het debat van 29 juni jl.
    Dit najaar wordt gestart met een proef voor deze route. De verwachting is dat we de eerste resultaten met de Kamer kunnen delen via de Voortgangsrapportage over de periode september–december 2023. Deze rapportage wordt begin 2024 aan de Kamer gestuurd.

  • Vraag 2
    Waarom denkt u dat werkelijke schade gecompenseerd kan worden met forfaitaire bedragen?

    In het civiele schaderecht is het gebruikelijk om te werken met forfaitaire bedragen voor het compenseren van schade, daar waar geen concrete bepaling mogelijk is (bijvoorbeeld omdat dit een te grote bewijslast op de betrokkene legt of de concrete vaststelling zeer tijdrovend is).
    In het geval van schade ontstaan door de KOT-problematiek is concrete bepaling soms lastig doordat de schade vaak (deels) een immaterieel karakter heeft, of omdat de schade lang geleden heeft plaatsgevonden. Het is hierdoor belastend en zeer tijdrovend voor de gedupeerde ouder om de schade in detail te kwantificeren. Forfaitaire bedragen, gebaseerd op de letselschadepraktijk, zijn hierdoor in veel gevallen passend om de schade te compenseren.
    Indien het forfaitaire bedrag niet past bij de werkelijke schade van de ouder, staat de weg naar maatwerk open bij de Commissie Werkelijke Schade (CWS).

  • Vraag 3
    Ziet u de grote kans op ondercompensatie niet, aangezien de forfaitaire bedragen niet een-op-een gebaseerd zijn op de opgelopen schade van de gedupeerde persoon?

    De forfaitaire bedragen worden gebaseerd op de letselschadepraktijk en zorgvuldig vastgesteld en gevalideerd door onafhankelijke experts op dit gebied, in samenspraak met een groep gedupeerde ouders. Hierdoor is de verwachting dat de bedragen voor veel ouders passend zijn om de aanvullende schade te compenseren.
    Er zullen zeker ouders zijn die in een situatie zitten, of hebben gezeten, die vraagt om een ander bedrag voor de geleden schade dan een gemiddeld bedrag. Voor deze ouders staat de mogelijkheid voor een behandeling bij de CWS altijd open.

  • Vraag 4
    Waar kan een gedupeerde naartoe als zij na de alternatieve behandeling nog steeds niet voldoende gecompenseerd is?

    In het kader van «meer regie voor de ouder» kan de ouder zelf kiezen tussen de alternatieve behandeling of een behandeling bij de CWS. Als de ouder het aanbod in de alternatieve behandeling onvoldoende vindt kan de ouder alsnog naar CWS.

  • Vraag 5
    Waarom is niet mogelijk een dergelijke behandeling in te voeren aan het begin bij de integrale beoordeling, zodat het langst durende traject versneld wordt?

    De integrale beoordeling stelt vast hoeveel gedupeerde ouders terugkrijgen aan onterecht teruggevorderde kinderopvangtoeslag. Daarbovenop krijgt een ouder een forfaitair bedrag voor materiele en immateriële schade. Pas nadat deze bedragen zijn vastgesteld is het voor ouders mogelijk om te bepalen of een behandeling voor aanvullende schade relevant is. Momenteel vraagt 8% van de ouders na een integrale beoordeling een behandeling voor aanvullende schade aan.
    Daarnaast is een reden waarom de behandeling van werkelijke schade lang duurt dat hiervoor schaarse expertise in letselschade nodig is. Als we deze expertise voor alle ouders inzetten aan de start van een integrale beoordeling betekent dit dat er veel minder integrale beoordelingen tegelijk kunnen plaatsvinden.

  • Vraag 6
    Kunt u toezeggen dat wanneer men kiest voor een forfaitair bedrag, een reeds toegekend bedrag op basis van een integrale beoordeling niet verrekend zal worden? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

    Het reeds toegekende bedrag in de integrale beoordeling bestaat uit verschillende componenten, zoals de onterecht teruggevorderde kinderopvangtoeslag, een bedrag voor immateriële schade en een bedrag voor materiële schade.
    De onterecht teruggevorderde kinderopvangtoeslag zal niet worden verrekend met het uit te keren bedrag voor aanvullende schade. De uitgekeerde bedragen voor immateriële en materiële schade worden wel verrekend.
    Met deze methodiek sluiten we aan bij de werkwijze van de CWS.

  • Vraag 7
    Wat vindt u van dit advies van de Raad van State: «De bevindingen met betrekking tot de hersteloperatie tot nu toe laten zien dat hierin complexe en onverwachte vraagstukken opkomen. De ervaring om daarmee om te gaan is bij de huidige uitvoeringsinstanties geconcentreerd. Verwacht mag worden dat daarom de uitvoerder die deze taken zal gaan uitvoeren met grote regelmaat zal moeten overleggen met het ministerie en andere uitvoerders. Dit roept de vraag op welke efficiëntiewinst hiermee daadwerkelijk zal worden bereikt»?1 Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?

    Er is reeds ervaring opgedaan met het uitbesteden van onderdelen van de hersteloperatie. Denk hierbij aan het uitvoeren van de schuldenregeling en herstel voor ouders in het buitenland. We zien in de praktijk dat er zeker informatie-uitwisseling nodig is tussen de uitvoeringsinstanties, maar dat het ontlasten van de instanties in capaciteit en expertise opweegt tegen deze tijd die het kost om informatie uit te wisselen.
    Er wordt gestart met een proef om te leren welke complexe en onverwachte vraagstukken opkomen. Daarbij wordt gezorgd voor een passende governance tussen de externe partij en het ministerie om deze vraagstukken tijdig op te lossen. Op basis hiervan vindt continu verbetering van het proces plaats.

  • Vraag 8
    Denkt u een externe partij te vinden die genoeg ervaring heeft om met deze talloze complexe en onverwachte vraagstukken om te gaan?

    De verwachting is dat een coalitie van partijen gezamenlijk voldoende expertise heeft om een alternatieve behandeling voor aanvullende schade uit te voeren.

  • Vraag 9
    Denkt u dat het inschakelen van een externe partij daadwerkelijk effectiever en voordeliger is en zo ja, voor wie?

    Ouders hebben in gesprekken aangegeven graag hun aanvullende schade te laten behandelen bij een partij buiten de overheid. Daarnaast is reeds ervaring opgedaan met het uitbesteden van onderdelen van de hersteloperatie. Denk hierbij aan het uitvoeren van de schuldenregeling en herstel voor ouders in het buitenland. De resultaten daarvan zijn positief. De UHT kan zich op deze manier focussen op het behalen van de doelstellingen voor de integrale beoordeling.


Kamervraag document nummer: kv-tk-2023Z13949
Volledige titel: De aankomende alternatieve behandeling van werkelijke schade in het toeslagenschandaal
Kamerantwoord document nummer: ah-tk-20222023-3436
Volledige titel: Antwoord op vragen van het lid Temmink over de aankomende alternatieve behandeling van werkelijke schade in het toeslagenschandaal