Ingediend | 19 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 30 augustus 2023 (na 42 dagen) |
Indieners | Frank Wassenberg (PvdD), Eva van Esch (PvdD) |
Beantwoord door | Kuipers , Piet Adema (minister landbouw, natuur en voedselkwaliteit) (CU) |
Onderwerpen | dieren landbouw |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13833.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3473.html |
Inmiddels zijn er 35 katten positief waarvan alle katten of zijn overleden of zijn geëuthanaseerd. De situatie in Polen wordt op de voet gevolgd. Dit gebeurt middels direct contact met de Poolse Chief Veterinary Officer (CVO) en bijeenkomsten van onder andere de European Centre of Disease Prevention and Control (ECDC) en World Animal Health Information System (WAHIS).
Ja, de katten komen uit acht verschillende woiwodschappen (provincies) wijd verspreid over Polen. In de groep van katten met vogelgriep zaten zowel katten die buiten kwamen, katten die toegang hadden tot een balkon of terras, als katten die nooit buiten kwamen.
Ja, dat heb ik gelezen. Inmiddels is bekend dat dit dezelfde virusvariant is als de variant die veel werd gevonden op pluimveebedrijven en in wilde vogels in Polen in het vogelgriepseizoen 2022–2023. Over de precieze besmettingsroute is nog geen verdere informatie bekend.
Er is geen aanleiding voor dit onderzoek. Zodra er in de EU en dus ook in Nederland een infectie met vogelgriep wordt vastgesteld, wordt het bedrijf geruimd en komt het pluimvee niet in het slachthuis. Indien er vermoedens zijn dat er kippen met vogelgriep arriveren op een slachthuis, dan wordt aldaar onderzoek verricht om dit uit te sluiten. Op deze manier wordt geborgd dat alleen vlees van gezonde dieren beschikbaar komt voor consumptie. Dit is conform de Europese regels voor het keuren van vlees, deze gelden dus ook voor Polen en de andere EU-lidstaten.
Ja, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik zetten in op betere communicatie. De informatie op de website van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu gaat inmiddels specifiek in op de risico’s voor eigenaren van katten met vogelgriep. Daarnaast is ook de informatie op de website van de rijksoverheid naar aanleiding van de besmettingen bij katten aangepast.
Nadere informatie over dit onderzoek bij zowel huiskatten als zwerfkatten laat zien dat vooral bij zwerfkatten een positieve testuitslag werd gevonden. Het gaat hier om een specifieke test, die laat zien dat het dezelfde variant van het vogelgriepvirus betreft als die de afgelopen maanden tot uitbraken bij pluimvee heeft geleid en nu nog voorkomt bij wilde vogels in Nederland. Het gaat om levende katten, die op het oog grotendeels gezond waren. Een aantal katten had ziekteverschijnselen, maar niet specifiek voor vogelgriep.
Ja, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en ik geven samen zo snel mogelijk opdracht voor nader onderzoek naar de aanwezigheid van vogelgriep bij katten met een eigenaar. Dit gebeurt binnen het onderzoeksconsortium dat in het kader van het intensiveringsplan preventie vogelgriep wordt opgericht.
De uitbraken van vogelgriep op diverse pelsdierbedrijven in Finland zijn inderdaad zorgwekkend.
Experts geven aan dat het vogelgriepvirus daar waar veel dieren bij elkaar zitten zich makkelijker kan verspreiden en ook aanpassen aan zoogdieren. Daarbij bestaat het risico dat het virus ook gevaarlijker wordt voor de mens.
De situatie in Finland is volop in ontwikkeling. De Finse veterinaire autoriteiten hebben de wet aangepast waardoor zij nu de mogelijkheid hebben om maatregelen toe te passen om verspreiding van het virus tegen te gaan, waaronder het ruimen van besmette bedrijven. In Europees verband is hier regelmatig overleg over, waarbij Nederland zijn zorgen over de pelsdierhouderij als geheel uitspreekt.
Zowel het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit als het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voeren een pleidooi in Europa om te stoppen met de pelsdierhouderij en stellen daarbij ook de risico’s van pelsdieren als «mengvat» van (griep)virussen aan de orde. Naar aanleiding van de casus van vogelgriep bij nertsen in Spanje is door Nederland in de Health Security Committee (HSC) van 7 februari 2023 aan de orde gesteld dat we ook steeds meer besmettingen zien bij zoogdieren, zowel wilde zoogdieren als gehouden zoogdieren. Pelsdieren vormen daarbij een specifiek risico. Aan het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) en andere lidstaten is gevraagd hoe zij het risico van gehouden pelsdieren zien. ECDC heeft vervolgens een nieuwe risicoanalyse uitgevoerd en aanvullende adviezen gegeven over hoe de risico’s voor mensen kunnen worden beperkt.
Ook in de HSC van 26 juli jl. heeft Nederland zijn zorgen uitgesproken en vragen gesteld over de risico’s van de pelsdiersector en samen met o.a. Duitsland en Oostenrijk gepleit voor een Europees verbod op de pelsdierhouderij. Gezien de situatie in Finland heeft Nederland gevraagd om een update van de ECDC Rapid Risk Assessment en een versnelling van de geplande European Food Safety Authority (EFSA)-opinion over pelsdieren, vooral op het punt van zoönotisch risico.
Het is helaas wegens het zomerreces niet gelukt om de vragen binnen de gestelde termijn te beantwoorden.
De vragen van de leden Van Esch en Wassenberg (beiden PvdD) over de risico’s van het vogelgriepvirus dat is aangetroffen bij tientallen katten in Polen en in vijf bontfokkerijen in Finland (2023Z13833, ingezonden 19 juli 2023) kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De afstemming van deze antwoorden vraagt meer tijd. Ik zal de Kamer zo spoedig mogelijk de antwoorden op de vragen doen toekomen.