Ingediend | 17 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 28 augustus 2023 (na 42 dagen) |
Indiener | Eva van Esch (PvdD) |
Beantwoord door | Kuipers , Maarten van Ooijen (staatssecretaris volksgezondheid, welzijn en sport) (CU) |
Onderwerpen | organisatie en beleid zorg en gezondheid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z13778.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3443.html |
Ja, ik heb aangegeven dat nu, met de totstandkoming van het Gezond en Actief Leven Akkoord waarin gezondheidsdoelen zijn opgenomen, een voorstel voor wettelijke verankering geen logische vervolgstap is.
In de motie van februari 2021 wordt verzocht om een voorstel of en zo ja hoe collectieve gezondheidsdoelen wettelijk kunnen worden verankerd. Mijn voorganger is in zijn brief van 7 juli 2021 uitgebreid ingegaan op de vraag óf hij collectieve gezondheidsdoelen wettelijk wil verankeren, met als conclusie dat hij daar niet voor voelt. Een voorstel met verdere uitwerking hoe dit te doen, is daarom niet meegezonden.4
De Tweede Kamer heeft een amendement van eind vorig jaar over het wettelijk verankeren van doelstellingen in meetbare indicatoren en streefwaarden voor volksgezondheid, niet aangenomen.
Daarmee is niet gezegd dat ik het hebben van gezondheidsdoelen niet belangrijk vind. Sterker nog, gezondheidsdoelen zijn nodig om richting te kunnen geven aan het te voeren beleid. Breed draagvlak over deze doelen is belangrijk om samen met de vele partijen die actief zijn op het gezondheidsbeleid tot afspraken te komen over hoe deze doelen te bereiken. Daarom zijn in het Nationaal Preventieakkoord en in het Gezond en Actief Leven Akkoord doelen gesteld (bijvoorbeeld: in 2040 voldoet 75% van de Nederlandse bevolking aan de Beweegrichtlijn) en maatregelen afgesproken. Eind vorig jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over aanvullende maatregelen die het kabinet treft om de doelen van het Nationaal Preventieakkoord dichterbij te brengen.
Er zijn meerdere factoren bepalend voor het behalen van gezondheidswinst. Het wettelijk verankeren van gezondheidsdoelen kan een reden zijn om zodoende het debat over maatregelen te kunnen voeren. Het is dan wel van belang dat duidelijk is op welke wijze de doelen kunnen worden nagestreefd en wie waar voor verantwoordelijk is. Uiteindelijk zijn de maatregelen bepalend voor het behalen van gezondheidswinst. Waarbij voor de realisatie vaak meerdere partijen aan zet zijn. Dat zien we ook in het debat over klimaatdoelen en stikstofdoelen.
Mijn ervaring is dat op het terrein van gezondheid het debat over maatregelen volop met u gevoerd wordt, zonder dat de in akkoorden afgesproken doelen wettelijk verankerd zijn. De doelen van het Nationaal Preventieakkoord bijvoorbeeld, staan niet ter discussie. Wel voer ik het debat met u over de benodigde maatregelen zoals accijns op tabaksproducten en alcohol, of wettelijke restricties op het aanbod van schadelijke of ongezonde producten. Ook zet ik me in voor andere gezondheidsdoelen die nu in het GALA zijn opgenomen, zoals het versterken van de mentale weerbaarheid of het terugdringen van gezondheidsachterstanden. Waarbij ik met u spreek over de benodigde inzet, zoals een belangrijk programma als Kansrijke Start dat zich richt op (aanstaande) ouders in een kwetsbare situatie. Samen met gemeenten en andere partijen die bij de uitvoering zijn betrokken, wordt gewerkt aan de invoering van maatregelen. Het wettelijk vastleggen van gezondheidsdoelen en streefwaarden in de wet doet geen recht aan de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle partijen, die nodig is.
Ja, daarvan ben ik op de hoogte. Ik stel het op prijs dat wetenschappers en partijen als de RVS zich buigen over het vraagstuk hoe de (publieke) gezondheid van Nederland te bevorderen en het daarop gerichte preventiebeleid in te richten. Ik zal met partijen gesprekken hierover blijven voeren en met hen verkennen welke concrete gezondheidsdoelen partijen voor ogen hebben en wat het concreet betekent als dit in de wet wordt vastgelegd. Hierbij zullen vragen over de verantwoordelijkheid, handhaafbaarheid en uitvoerbaarheid van maatregelen moeten worden besproken met elkaar.
Gelet op de demissionaire status van dit kabinet zal de reactie op het advies van de RVS over de inrichting van het stelsel voor de publieke gezondheidzorg aan het volgend kabinet worden overgelaten.
Zie antwoord vraag 4.
Ik verwijs hierbij naar mijn antwoord op vraag 4.
Het nemen van beleidsmaatregelen vereist draagvlak in de samenleving en commitment van vele partijen. Het wettelijk verankeren van gezondheidsdoelen levert geen vrijbrief op voor het kunnen nemen van deze maatregelen, hoe effectief ze mogelijk ook zijn. Het debat hierover kan mogelijk wel versterkt worden met een wettelijke verankering van doelen, we hebben echter geen zicht op wat dit werkelijk in de praktijk zal betekenen. Bovendien wordt tot op heden dit debat ook gevoerd op basis van de gezondheidsdoelen die nu in onder andere het Nationaal Preventieakkoord en het GALA zijn vastgelegd en de vraag is of dit niet voldoende is. Ik ga hierover graag verder het gesprek aan met betrokken partijen.
Het reduceren van het aantal mensen met overgewicht is een belangrijk doel uit het Nationaal Preventieakkoord. Dat een dergelijk doel niet is vastgelegd in de wet, doet niks af aan de ambitie die ik heb, samen met andere partijen, om dit doel te behalen. De ontwikkeling die u schetst onder het aantal jongeren is zorgelijk. De aanpak van overgewicht, zeker ook onder jongeren, is complex door de vele verschillende factoren die hierin een rol hebben. Naast een gezonde leefstijl gaat het ook om factoren op het (maatschappelijk) sociale vlak, zoals stress en financiële schulden. Omstandigheden die binnen een gezin ook hun weerslag hebben op kinderen en jongeren. Bovendien spelen medische of biologische factoren een belangrijke rol bij overgewicht. Eind vorig jaar heb ik uw Kamer geïnformeerd over mijn beleidsinzet op dit thema, waarin ik aanvullende afspraken en maatregelen in het licht van het Nationaal Preventieakkoord heb aangekondigd.9 Ook heb ik op 13 juli dit jaar Kamervragen beantwoord van het lid Westerveld over de toename van obesitas onder jongeren waarin ik inga op de maatregelen.10
Preventie kent vele gedaanten, met maatregelen die meer of minder verplichtend zijn. Denk bijvoorbeeld aan verkeersveiligheid waarbij het dragen van een gordel verplicht is gesteld. Een belangrijke preventieve maatregel die veel ongelukken voorkomt. Of, dichter bij het gezondheidszorgdomein, aan het tabaksbeleid dat diverse maatregelen bevat die meer of minder vrijblijvend zijn. Ik ben het met u eens dat een minder vrijblijvende aanpak op preventie nodig is. Daarom zijn via het GALA afspraken gemaakt met gemeenten en zorgverzekeraars over de acties die we met elkaar te nemen hebben. Zoals ook in het GALA is opgenomen kan het nodig zijn om taken en verantwoordelijkheden wettelijk beter te verankeren om zodoende de vrijblijvendheid in te perken.
Het wettelijk vastleggen van een gezondheidsdoel kan wellicht dienen als drukmiddel, maar biedt geen garantie dat een bewezen beleidsmaatregel doorgezet kan worden. Om bewezen beleid door te kunnen zetten, blijft het noodzakelijk dat er voldoende maatschappelijk en politiek draagvlak is. Bovendien hebben we op dit moment geen zicht op het wat het concreet betekent als gezondheidsdoelen wettelijk verankerd worden. We zullen eerst moeten na gaan wie welke verantwoordelijkheid dan neemt en wat dit feitelijk betekent.
Ik ben mij zeer bewust van de gezondheidsachterstanden van mensen met een lage sociaaleconomische status. Ik zet mij samen met verschillende partijen in om gezondheidsachterstanden terug te dringen vanuit een integrale aanpak, ook op lokaal niveau. Gezondheidsachterstanden terugdringen is daarom een belangrijk doel van het GALA. Een integrale aanpak is vereist omdat een veelheid aan maatregelen nodig is, breder dan alleen de inzet vanuit het gezondheidsdomein. Er is vaak sprake van achterliggende problematiek zoals bestaansonzekerheid, armoede en kansenongelijkheid, een ongezonde leefomgeving en zwakke gezondheidsvaardigheden. De oplossing is dan ook verre van simpel. Mijns inziens moeten we onze energie en het debat richten op maatregelen met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen. Aansluitend op mijn antwoord op vraag 10 ben ik er niet van overtuigd dat het vastleggen van een doel in de wet de aanpak van deze complexe problematiek eenvoudiger zal maken.
Ja.
Voor het behalen van gezondheidsdoelen is een breed scala aan maatregelen en commitment van diverse partijen nodig. Zoals u in vraag 12 aangeeft, ben ik er juist van overtuigd dat politiek debat nodig (en mogelijk) is over de manier waarop doelen te bereiken. Ik ben er daarom niet van overtuigd dat het wettelijk verankeren van gezondheidsdoelen mij een betere uitgangspositie geeft voor een dwingender preventief gezondheidsbeleid. En dat we ook moeten kijken naar andere opties, zoals het concreter invullen van taken en verantwoordelijkheden van partijen (met mogelijke verankering daarvan in de wet). In de afgelopen jaren heb ik veelvuldig met uw Kamer gesproken over welke maatregelen in te zetten die bijdragen aan het behalen van de doelen uit het Nationaal Preventieakkoord. Dit debat zal ook de komende jaren nodig blijven om de gezondheidsdoelen die we in het Nationaal Preventieakkoord en het GALA zijn overeengekomen met partijen, te kunnen halen. Want het behalen van de doelen is alleen mogelijk met effectieve maatregelen die maatschappelijk op voldoende draagvlak kunnen rekenen. In de wetenschap dat de effecten van preventiebeleid veelal op langere termijn zijn vruchten afwerpt, is een structurele inzet en financiering van maatregelen nodig. Het is aan de politiek om hiervoor keuzes te maken.
De vragen van het lid van Esch (PvdD) over gezondheidsdoelen in de wet opnemen (2023Z13778) kunnen tot mijn spijt niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord. De reden van het uitstel is dat afstemming ten behoeve van de beantwoording meer tijd vergt. Ik zal u zo spoedig mogelijk de antwoorden op de Kamervragen doen toekomen.