Ingediend | 5 juli 2023 |
---|---|
Beantwoord | 18 juli 2023 (na 13 dagen) |
Indiener | Frank Futselaar |
Beantwoord door | Kajsa Ollongren (minister defensie) (D66) |
Onderwerpen | defensie internationaal |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z12910.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3268.html |
In 2020 is door het kabinet besloten om op deze manier als Nederland verantwoordelijkheid te nemen voor de gevolgen van onze wapeninzet is met de Kamer gedeeld (zie o.a. naar Kamerstukken 27 925, nr. 725 d.d. 30 juni 2020 en 27 925, nr. 753 d.d. 2 oktober 2020).
Slachtoffers en/of nabestaanden die op dit moment nog in het gebied wonen maken onderdeel uit van de gemeenschap waar deze projecten op gericht zijn. Deze vorm van vrijwillige compensatie was op relatief korte termijn realiseerbaar door gebruik te maken van gespecialiseerde hulporganisaties, en heeft concrete resultaten opgeleverd op het gebied van economisch post-conflict herstel en het verbeteren van het elektrische distributienetwerk, zoals uit de eindrapportages van de organisaties blijkt (Kamerstuk 27 925, nr. 937 d.d. 17 mei 2023). In dit kader is de vaste commissie voor Defensie in de voortgangsrapportage van 1 november 2022 (Kamerstuk 27 925, nr. 918) aangeboden om na afronding van beide projecten een virtueel werkbezoek af te leggen. Dit aanbod staat nog steeds.
Er is ter plaatse niet over deze projecten gecommuniceerd als een vorm van individuele compensatie. Het gaat om het tegemoet komen van de gemeenschap, vanwege het leed dat hen collectief is overkomen en de materiële schade die is geleden.
Zie antwoord vraag 1.
In de voortgangsrapportage van 1 november 2022 (Kamerstuk 27 925, nr. 918) is gemeld dat IOM minder projecten kon identificeren voor herstel van de landbouwinfrastructuur dan aanvankelijk was voorzien. Uit de eindrapportage blijkt dat uiteindelijk zes projecten zijn gerealiseerd. Dit maakte het echter mogelijk meer middelen te investeren in het herstel van de industriële infrastructuur. Concreet konden daardoor niet ca. 170 maar ca. 260 bedrijfspanden (waaronder winkels, showrooms, werkplaatsen) worden geïdentificeerd voor herstelwerkzaamheden.
Zie het antwoord 1 en 2.