Ingediend | 23 juni 2023 |
---|---|
Beantwoord | 18 september 2023 (na 87 dagen) |
Indieners | Henk Nijboer (PvdA), Habtamu de Hoop (PvdA) |
Beantwoord door | Dennis Wiersma (minister zonder portefeuille onderwijs, cultuur en wetenschap) (VVD) |
Onderwerpen | onderwijs en wetenschap organisatie en beleid |
Bron vraag | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kv-tk-2023Z11778.html |
Bron antwoord | https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20222023-3658.html |
In 2020 is geld verschoven van de subsidie Lerarenbeurs naar de bredere bestrijding van het lerarentekort. Er bleef in 2020 voldoende geld beschikbaar om alle leraren die al een opleiding gestart zijn met de beurs, deze te laten vervolgen of af te laten ronden. Voor nieuwe aanvragen was een beperkt budget beschikbaar. Dit heeft tot uitputting geleid en 2416 afgewezen aanvragen.2 De voormalig Minister heeft destijds toegezegd deze aanvragen het volgende jaar met voorrang te behandelen.3 Door het amendement van Kamerlid Nijboer was het mogelijk daarvoor voldoende budget te hebben.
Met het beschikbare budget van 62 miljoen was het mogelijk om ruim 5.305 aanvragen toe te kennen. Het was niet mogelijk om alle initiële aanvragen toe te kennen. Dit betekent overigens niet automatisch dat zij helemaal geen studie meer kunnen volgen. De kosten hiervoor kunnen bijvoorbeeld ook in overleg door de school worden gedragen. Mochten de leraren die nu afgewezen zijn ervoor kiezen om in 2024 opnieuw een aanvraag voor de lerarenbeurs in te dienen, dan krijgen zij voorrang op leraren die een nieuwe aanvraag indienen in 2024.
Er was voor de Lerarenbeurs 2023–2024 (13,8 miljoen euro) minder subsidie beschikbaar dan het voorgaande jaar. Desondanks kwam het bedrag wel overeen met de prognose die is gemaakt. De prognose viel lager uit omdat in 2022–2023 minder aanvragen waren gedaan. Dit jaar was er een hoger aantal herhaalaanvragen dan verwacht en is er voor een deel van de nieuwe aanvragen te weinig budget.
Leraren die dit jaar voor het eerst een aanvraag hebben gedaan en afgewezen zijn vanwege het bereiken van het subsidieplafond, krijgen komend jaar voorrang ten opzichte van leraren die dan voor het eerst aanvragen. Nieuwe aanvragen kunnen vanaf 1 april 2024 worden ingediend. Hiermee kom ik deze groep, binnen de mogelijkheden die er zijn, zo veel mogelijk tegemoet.
Het volledige budget voor de lerarenbeurs is ingezet om zoveel mogelijk aanvragen te honoreren. Op het moment dat de overvraging zich manifesteerde was er geen mogelijkheid meer om nog voor de start van het studiejaar extra budget toe te voegen, want het eerstvolgende begrotingsmoment vindt later plaats dan de start van het studiejaar. Om die reden was dat geen oplossing. Het is heel belangrijk om leraren tijdig duidelijkheid te verschaffen ten aanzien van de lerarenbeurs. Dat maakt het voor hen mogelijk om afspraken te maken met de school en te kunnen starten met hun opleiding.
Tot slot is het essentieel dat leraren zich blijven ontwikkelen, zowel voor hun eigen ontwikkeling en professionaliteit als in het belang van (de kwaliteit van) het onderwijs dat zij geven aan leerlingen of studenten. Daarom heb ik met werkgeversorganisaties, lerarenorganisaties en lerarenopleidingen «De Nationale Aanpak Professionalisering van Leraren» (NAPL) ingediend bij het Nationaal Groeifonds. Het doel van de aanpak is om de doorlopende professionalisering van leraren te stimuleren en meer gezamenlijk te organiseren.
Op 23 juni 2023 hebben de leden De Hoop en Nijboer (beiden PvdA) schriftelijke vragen gesteld over de ruim tweehonderd docenten die achter het net vissen bij hun aanvraag voor de Lerarenbeurs. Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, omdat meer tijd nodig is voor de benodigde afstemming. Uiteraard is het streven de antwoorden zo spoedig mogelijk aan uw Kamer te sturen.